Tips van An De Saeger (Expert Personal Trainer)

26.06.2024 – Zomerprogramma 2024

Of je nu aan een nieuw trainingsblok voor een nieuwe loopuitdaging begint of nog geen enkele wedstrijd op de planning hebt staan: de zomer is een perfect moment om (weer) te gaan hardlopen. Langere dagen, vakantie én mooi weer geven je meer tijd om kilometers te maken.

Naast het lopen is het best ook wat aan je core te gaan werken om bij de start van het nieuwe loopseizoen volledig fit met je groep mee te lopen.

Meer bewegen draait immers om minder stil zitten!

Lopen is je favoriete sport, dat weten we. Het liefst van al zou je altijd gaan lopen. Toch is het belangrijk om je volledige lichaam te trainen en ook regelmatig core stability oefeningen te doen.

Core stability, wat zoveel betekent als rompstabiliteit, is een echte must voor lopers. Die ‘core’ wordt gevormd door je buik, je onderrug en je billen. Het centrum van je lichaam, zeg maar. Het gaat hier vooral over de dieper liggende spieren, dus niet enkel de spieren die je ziet liggen aan de buitenkant van je lichaam.

Als je die spieren goed traint, ondervind je veel voordelen tijdens het lopen:

– Verbeterde looptechniek: je loopt stabieler en comfortabeler, waardoor je het langer kan volhouden. Ideaal voor mensen die lange afstanden lopen!
– Je haalt meer kracht uit je benen dankzij een sterke rompstabiliteit. Hierdoor kan je sneller en efficiënter lopen.
– Volgens onderzoek heb je 30% minder kans op blessures. Dit komt doordat je steviger en stabieler op je benen staat en niet moet compenseren met de rest van je lichaam wanneer je loopt. Want het is vaak hierdoor dat er overbelasting optreedt van weefsels en gewrichten, wat dan weer leidt tot blessures.

Kortom, het is zeer belangrijk om de nodige aandacht te besteden aan core stability. Zeker als je lichaam vermoeid is (bv. wanneer je volop traint voor een loopdoel) ben je extra vatbaar voor overbelasting en blessures. Op zo’n momenten komt core stability dubbel zo goed van pas. Zet het dus, naast lopen, zeker in je agenda. Misschien vind je het niet zo leuk, maar onthoud dat het ongetwijfeld z’n vruchten zal afwerpen!

Onderstaande 10 oefeningen maken van jou een sterkere hardloper en ze verlagen je blessuregevoeligheid.

De oefeningen helpen je bij de opbouw van sterke en krachtige spieren die niet snel geblesseerd zullen raken. Deze oefeningen zijn perfect als je wel wil werken aan je kracht, maar geen zin hebt om uren in de sportschool door te brengen. Probeer ze twee keer per week in je loopprogramma op te nemen, op dagen dat je niet of rustig hardloopt. Zo geef je je spieren de macht heuvels te trotseren, een eindsprint te doen en tijdens een duurloop kilometer na kilometer goed te blijven lopen.

BELANGRIJK :

– zet muziek op dat je motiveert om te sporten
– doe de oefeningen eventueel met enkele vrienden/vriendinnen
– gebruik een fitness mat
– voer de oefeningen in volgorde uit
– 45 seconden per oefening
– 20 seconden rust tussen elke oefening en drink wat water
– doe de reeks van 10 oefeningen 3 keer in totaal (30 oefeningen)

1. Mountain climbers

    Vanuit plank alternerend knie naar ellenboog brengen.

    2. Dumbbell side bend

    Gewicht in 1 hand, romp buigen, romp terugbrengen naar startpositie (rechte rug).
    Daarna andere kant.

    3. Side plank

    Zijwaartse plank, heup laten zakken tot tegen mat en heup terug omhoog brengen.

    4. Hip bridge walk out

    Ruglig, bekken omhoog, op de hielen uitstappen zo ver mogelijk zonder dat de poep de mat raakt en terug achteruit stappen naar beginpositie.

    5. Abductoren

    Zijlig, bovenste been gestrekt omhoog brengen en terug laten zakken.
    Daarna andere been.

    6. Bilspieren

    Vanuit zit, bekken naar omhoog brengen en tot tafelhouding, daarna bekken laten zakken.

    7. Been zijwaarts heffen

    Vanuit stand, lichaam mooi recht houden, been gestrekt zijwaarts omhoog brengen. Na 45 seconden het andere been.

    8. Lunge voorwaarts

    Eventueel met een gewicht in de hand, uitvalspas naar voor, bekken laten zakken en terug rechtkomen, voeten bij elkaar. Daarna het andere been.

    9. Squat bal gooien

    Met bal zakken naar squat, rechtkomen, duwen op de benen en tegelijkertijd de bal tegen de muur gooien. Bal opvangen bovenhands en direct terug in squat gaan.

    10.Calf raises

    Staan met beide voeten op een verhoog of trap, hielen laten zakken en dan op de tippen komen staan. Opnieuw hielen laten zakken lager dan het trapje zelf. Mag eventueel ook met een gewicht in de handen.

    20.06.2024 – Moe, rusten of gaan?

    Je komt thuis van een drukke dag of wordt ’s morgens niet uitgerust wakker. Het plan is om te gaan hardlopen. Maar je voelt je zó moe dus, je bedenkt al gauw: het is vast beter om deze training over te slaan. Heel menselijk. Wanneer je moe bent, kan hardlopen als een onmogelijke taak voelen. Dus het is de kunst om te bepalen wat voor soort vermoeidheid het is.

    De keuze en prestatie

    Ken jij de oorzaak van jouw vermoeidheid dan kun jij de juiste beslissing nemen: gaan of rusten. Maar er is nog een reden om vermoeidheid serieus te nemen. Vermoeidheid kan een negatief effect hebben op je sportprestaties.

    Onderzoek heeft uitgewezen dat wanneer je te veel stress hebt of te weinig herstelt, dit een negatief effect heeft op je sportprestaties. Goed luisteren naar je lichaam dus.

    Tot slot: lichamelijke en langdurige mentale vermoeidheid beïnvloeden je belastbaarheid en vergroten de kans op blessures. Terwijl in het geval van kortdurende mentale vermoeidheid meestal wel een goed idee is om te gaan hardlopen.

    Verwar mentale vermoeidheid niet met lichamelijke vermoeidheid”

    Fysiek of mentaal?

    Vermoeidheid kun je onderscheiden in fysieke en mentale vermoeidheid. Wanneer je moe bent, is het soms lastig het onderscheid te maken. Mentale vermoeidheid kan namelijk heel fysiek voelen, je bent dan echt doodop. En dat is ook verklaarbaar, hierover later meer.

    Dus wil je gaan hardlopen (of juist niet) en ben je moe? Neem dan op dat moment even een rustmoment om te checken hoe je spieren aanvoelen. Ook je rusthartslag, het liefst van die ochtend, kan helpen bij het bepalen of je daadwerkelijk te vermoeid bent om te gaan hardlopen – zie hiervoor mijn eerdere post over rusthartslag.

    Fysiek moe

    Stel jezelf eerst de vraag: hoe voelen mijn spieren? Zijn deze moe of stijf van de vorige training dan weet je genoeg. Hardlopen is een pittige lichamelijke belasting waardoor er kleine beschadigingen in je spieren ontstaan. Dit ervaar jij als lichamelijke vermoeidheid. Voelt je lijf ok en heb je dapper besloten te gaan maar voelt het eenmaal onderweg toch niet lekker? Dan is de kans groot dat je toch lichamelijk vermoeid bent. Je kunt ook je rusthartslag als graadmeter gebruiken. Dit vraagt wel wat tijd en oefening. In het kort: is je ochtendrusthartslag verhoogd dan is het meestal verstandig om je training over te slaan of aan te passen. Overigens kan ook bij langdurige mentale vermoeidheid je hartslag verhoogd zijn.

    Je spieren en hersenen gebruiken dezelfde brandstof

    Mentaal moe

    Mentale vermoeidheid voelt en bestaat echt. Je bent moe in je hoofd door bijvoorbeeld een dag harde hersenarbeid. Hoe komt dat dan? Glycogeen is de brandstof voor zowel je spieren als voor je hersenen. Bij mentale inspanning zoals vergaderen, mailen en schrijven spreek je de glycogeenvoorraad in je hersenen aan. Bij dit proces komt er adenosine vrij die je slaperig maakt. Dit veroorzaakt dus kortdurende mentale moeheid. In het schema hieronder zie je dat er wel een verschil is tussen korte en langdurige mentale vermoeidheid. In het laatste geval geldt een ander advies: rust of aangepast trainen.

    Slapen

    Het is vast geen nieuws voor je dat slaap belangrijk is voor sporters. Vele studies wijzen uit dat een slaap van minimaal 8 uur belangrijk is om goed te herstellen bij regelmatig sporten en dus ook bij hardlopen. Een reden is dat je tijdens de eerste uren diepe slaap groeihormoon aanmaakt dat je spierherstel stimuleert.

    Is het goed om te lopen als je moe bent?

    Als je lusteloos bent, kan een uurtje sporten je energie een boost geven. ‘Maar wanneer je voelt dat je te moe bent om inspanningen te leveren, sla je training dan een keer over en gebruik de extra tijd om uit te rusten.

    ‘Misschien wel de belangrijkste component van een goed onderbouwd trainingsschema is rust en herstel. En als je helemaal kapot bent, zul je toch geen goede workout neerzetten. In plaats van vandaag en morgen twee trainingen maar half te doen, kun je beter vandaag op tijd in bed duiken en morgen fris één goede workout doen. Je zult merken dat die training veel effectiever is en dat je je zowel mentaal als lichamelijk beter voelt.

    Heb je er moeite mee onderscheid te maken tussen doodop zijn en slechts, nou ja, luiheid? Iedereen heeft een eigen drempel, dus neem even de tijd om bij jezelf na te gaan hoe je ervoor staat. Bijvoorbeeld, als je workout niet soepel en aandachtig verloopt, is dat een teken dat je het even rustiger aan moet doen. Een andere tool, behalve je onderbuikgevoel, is een hartslagmeter. Je hartslag is de eerste indicator van je energiereserve en hoe je efficiënt je lichaam aan het werk is. Dus als je hartslag hoger is dan normaal tijdens een workout, zou dat kunnen duiden op vermoeidheid.

    Vooruit, met zo’n fanatiekeling als jij kan het natuurlijk zo zijn dat je doodop bent, maar toch echt wilt gaan sporten vandaag. Ga dan gewoon, maar pas je oefeningen erop aan. Kies voor een kortere en/of minder intensieve les of training – of probeer een yoga of pilates les.

    11.06.2024 – Hydrateren

    Waarom drinken voor, tijdens en na je sportinspanning belangrijk is.

    1. Algemeen

    Je lichaam bestaat uit 60% water, hoe ouder je wordt hoe lager dit percentage gaat liggen.

    Het is dus van groot belang je lichaam te blijven hydrateren bij het sporten om de werking er van te blijven optimaliseren.

    Het water in je lichaam heeft namelijk verschillende functies:

    •  Bouwstof (binding met andere stoffen, denk aan cellen)
    •  Spijsvertering (om voedingsstoffen in op te nemen)
    • Temperatuur (zweten = afkoelen)
    • Transportmiddel (bloed is grotendeels water)
    • Regeling osmotische druk (bv: concentratie glucose darm groter dan bloed >> glucose opgenomen in bloed)

    Vochtverlies krijg je door:

    •  Zweten 
    • Urineren 
    • Ademen 
    • Stoelgang

    De mens heeft ongeveer 2 à 2,5 liter vocht per dag nodig om normaal te functioneren, ongeveer 1 liter halen we uit onze voeding.

    2. Welke soort drank?

    Water is nog steeds het beste product om je lichaam te hydrateren.

    Tijdens het lopen echter geeft het opnemen van water eerder een klotsend gevoel in de buik en halen we er te weinig energie uit om onze inspanning te doen omdat water minder snel wordt opgenomen in de bloedbaan.

    Cafeïne maakt dat je sneller gaat plassen, werkt niet vochtafdrijvend zoals de meesten denken. Cafeïne kan je beter als stimulant gebruiken dan als drank om je vochtvoorraad aan te vullen.

    Alcohol werkt dehydraterend, verzwakt kracht -en uithoudingsvermogen en verstoort de regeling van de lichaamstemperatuur. En is dus ten stelligste afgeraden vóór, tijdens en ook onmiddellijk na het lopen omdat het proces voor spierherstel gestopt wordt.

    Na het lopen kan gekozen worden voor een eiwitrijke drank zoals melk, yoghurtdrank, karnemelk of proteïnedranken. Het gebruik van deze dranken stimuleren de eiwitsynthese na een intensieve spierbelasting waardoor je een sneller spierherstel zal ondervinden.

    Aangeraden wordt om vóór en tijdens het lopen een hypotone of isotone drank (bv. Etixx) te nuttigen.

    Na het sporten mag ook een hypertone drank.

    3. Richtlijnen bij het lopen

    • 2u à 3u voor de inspanning = +/- 600ml vocht
    • Na de inspanning vochtverlies 150% aanvullen ( ga op de weegschaal voor en na het lopen en vul zo het verlies aan)
    • Ook wanneer het kouder is hebben we vochtverlies en moet er tijdens het lopen gedronken worden.
    • Meer dan 2u onafgebroken lopen = wissel dorstlesser en energiedrank af!

    4. Mogelijke gevolgen van dehydratatie

    5. Hydratatie controle

    30.05.2024 – Rustdagen en herstellopen

    De rustdag, een woord dat lang niet bij alle hardlopers populair is. Er zijn hardlopers die deze dag verschrikkelijk vinden, terwijl anderen er juist van genieten. Een rustdag is geen teken van zwakte, maar de belangrijkste dag van je week. Hoe je deze dag invult, daar heb je zelf invloed op en zal per hardloper verschillen. Bewegen mag, maar wel met mate en niet intensief. Als je liever de hele dag niks doet, is het ook prima. Maar onthoud goed: Je kan niet zonder een rustdag!

    Tijdens het lopen ontstaan er microscheurtjes in je spieren. Dit is heel normaal en die scheurtjes herstellen zich ook weer… op voorwaarde dat je op tijd rust. Wie enkele opeenvolgende dagen (of een langere periode) stevig traint, geeft zijn/haar lichaam geen tijd om de ‘aangerichte schade’ te herstellen. Overtraining en overbelasting blessures zijn de typische gevolgen hiervan. Om die te vermijden, doe je het best op tijd en stond wat rustiger aan: met een hersteltraining of een volledige rustdag.

    Herstelloopjes versus rustdagen

    Er wordt vaak gezegd dat herstellopen – zoals de naam doet vermoeden – de tijd die je nodig hebt om te recupereren versnellen dankzij een verbeterde bloedtoevoer. Toch is daar geen wetenschappelijk bewijs voor en tonen recente onderzoeken een ander voordeel van de ‘recovery run’ aan, namelijk je conditie verbeteren.

    Dat zit zo… door je lichaam uit te dagen om opnieuw te ‘presteren’, terwijl het nog vermoeid is van je vorige sessie, train je het om volgende keer efficiënter met energie om te gaan. Herstelloopjes zijn dus zeker nuttig, al blijf je met dit type training – hoe rustig je ze ook uitvoert – wél je pezen en gewrichten belasten. Lopen is immers een impactsport, in tegenstelling tot bijvoorbeeld zwemmen. Zelfs de traagste herstelloop kan door het schokken een stressfractuur in de hand werken.

    Het liefst van al trek je misschien dagelijks je loopschoenen aan, maar beschouw een rustdag als een waardig onderdeel van je trainingsschema: ook dit maakt je een sterkere en snellere loper.

    Wanneer moet je een hersteltraining doen? 

    Hoe vaak je een herstelloop in je trainingsschema opneemt, hangt af van je huidige loopfrequentie. De vuistregel luidt: als je binnen een tijdspanne van 24 uur na een intensieve of lange training opnieuw aan sport doet, moet je volgende training een herstelloop zijn. Verder hoef je ook niet meer dan drie zware trainingen per week te doen. Wie bijvoorbeeld wekelijks vijf dagen zijn/haar loopschoenen aantrekt, kan dus drie herstelloopjes per week doen. Houd er ook rekening mee dat herstellopen enkel nodig zijn als je meer dan drie keer per week traint.

    Hoe snel loop je tijdens een herstelloop? 

    Een herstelloop voer je uit aan een rustig tempo: zo’n 65 à 70% van je maximale hartslag. Het ideale tempo van een herstelloop is een tempo waarbij je nog makkelijk een conversatie kan voeren, zonder dat je naar adem moet happen. Mik op een duur van 25 tot maximaal 40 minuten of een afstand van 5 à 8 kilometer, afhankelijk van je getraindheid.

    En hoe zit het met die rustdag?

    Er zijn lopers die dagelijks lopen en nooit met een blessure te maken krijgen. Des te beter voor hen! Alleen zijn die lopers een uitzondering. Zelfs de meer ervaren lopers zouden toch minstens één keer per tien dagen hun loopschoenen in de kast mogen laten. Minder ervaren lopers of zij die blessuregevoelig zijn, kunnen twee à drie dagen per week rust nemen. En wie net begint met lopen, telt er daar nog eentje of enkele bij. Zo’n rustdag betekent ook weer niet dat je de hele dag in de zetel moet hangen: maak een wandeling, ga fietsen of zwemmen, … Maar vermijd impactsporten zoals lopen, crossfit of tennis. Het zal je volgende loopsessie enkel maar ten goede komen!

    Dit gebeurt er met je lichaam op een rustdag

    Als je normaal een comfortabel tempo van 6 minuten per kilometer aanhoudt, maar opeens een minuut langer nodig hebt, of wanneer 60% van het gewicht dat je normaal tilt aanvoelt alsof je een auto moet optillen, dan geeft je lichaam aan dat het rust nodig heeft.

    Je spierkracht is niet in één nacht afgenomen (stel je voor!), maar je centrale zenuwstelsel, het verwerkingscentrum dat reacties mogelijk maakt en signalen ontvangt van en stuurt naar andere delen van het lichaam, is overbelast, aldus Watkins. “Als je zenuwstelsel niet is hersteld van de stressfactoren van de dag ervoor, dan kunnen je hersenen niet zo snel als normaal signalen sturen naar je spieren, en dat kan ervoor zorgen dat je langzamer gaat of dat herhalingen iets zwaarder aanvoelen.”

    Kramp kan optreden na intense fysieke activiteit die de spieren overspant. Elke oefening veroorzaakt microscheurtjes in je spieren, maar door een gebrek aan rustdagen kunnen je spieren zich niet herstellen en sterker worden.

    Daarnaast maakt al die schade het moeilijker voor je spieren om de voedingsstoffen te absorberen die ze nodig hebben om te herstellen en om cellulair afval van je lopen af te voeren. Dat kan leiden tot spasmen — een waarschuwing dat je spieren het zwaar hebben.

    Als je een van deze symptomen hebt, kun je het beste een paar dagen rust nemen of een herstelrun doen, aan een trager tempo dan je gewoon bent te lopen.

    Progressie boek je niet enkel tijdens je trainingen, maar ook nadien. Je lichaam tijd geven om te herstellen is dan ook cruciaal. Maar waarom is die recuperatie juist zo belangrijk?

    Vier goede redenen en wat er met je lichaam gebeurt op een rustdag.

    1. Je spieren worden sterker 

    Wanneer je loopt, ontstaan er tal van microscheurtjes in je spiervezels. In de 24 tot 48 uren die volgen, herstellen die scheurtjes zich. Zo worden je spieren groter en sterker dankzij het proces van eiwitsynthese, een proces dat enkel plaatsvindt als je voldoende rust neemt.

    2. Je hormonen komen opnieuw in balans 

    Stevige trainingssessies stimuleren de aanmaak van het stresshormoon cortisol en andere adrenalinehormonen. Om je training goed uit te voeren, heb je deze hormonen nodig (ze verhogen je hartslag en bloeddruk en maken zo energie vrij om te presteren) … Maar je hebt ze niet àltijd nodig. Een teveel aan deze stressoren veroorzaakt onder meer slaapproblemen, neerslachtige gevoelens en leiden vaak tot overtraining. Rustdagen brengen je cortisolniveau opnieuw omlaag en geven het lichaam de tijd om natuurlijke hormonen, zoals groeihormonen, aan te maken.

    3. Je leert bewegingen efficiënter uitvoeren

    Het zenuwstelsel verbindt je hersenen met de rest van je lichaam en speelt een belangrijke rol bij je loopprestaties. Het is namelijk je zenuwstelsel dat spieren het signaal geeft om samen te trekken en dus te bewegen. Wanneer je nadien rust, wordt de verbinding tussen je lichaam en zenuwstelsel sterker, zodat je de loopbewegingen van je training volgende keer efficiënter uitvoert.

    4. Je hart wordt gevoeliger (op een goede manier) 

    Wanneer je loopt, versnelt je hartslag om aan de trainingsvereisten te kunnen voldoen. Als je daarna stopt met lopen en rust neemt, daalt je hartslag opnieuw naar het ‘normale’ niveau en neemt de hartslagritmevariabiliteit (het interval tussen je verschillende hartslagen) toe. Die hartslagvariabiliteit is dus een goede indicator van je recuperatie. Het klinkt misschien vreemd, maar een hoge hartslagvariabiliteit wijst op een uitgerust en gezond lichaam.

    Voor de meeste lopers is 48 uur voldoende om volledig te herstellen van alle spierpijn, schade en vermoeidheid. Daarna kun je dus weer trainen en profiteren van supercompensatie. Als je meerdere keren per week traint, zorg dan dus dat er genoeg tijd tussen je trainingen zit.

    Is elke dag hardlopen eigenlijk wel goed? Het simpele antwoord is: nee, je hebt minstens één rustdag per week nodig om je spieren te laten herstellen. Bovendien kan overtraining leiden tot overbelasting, met blessures, stress of langdurige vermoeidheid tot gevolg.

    Kun je twee dagen achter elkaar hardlopen?

    Zeker wel! Wanneer je al wat langer hardloopt kan je zeker meerdere dagen achter elkaar hardlopen. Je lichaam is dusdanig aan de belasting van hardlopen gewend, dat het veel minder tijd nodig heeft om te herstellen van je trainingen

    Een echte bikkel heeft niet alleen de zelfdiscipline om tot het uiterste te gaan, maar weet ook wanneer aardig te moeten zijn voor het eigen lichaam en het rustiger aan moet doen — en dat is iets om trots op te zijn.

    14.05.2024 – Lopen op warme dagen

    Hardlopen in warm weer: de één houdt ervan, de ander moet er niet aan denken. Vaak kost lopen in warme omstandigheden meer energie en als het écht heet wordt, dan kan een pittige training of wedstrijd zelfs gevaarlijk worden.

    Wat doet die warmte met je lijf?
    En hoe pas je trainingen en verwachtingen aan als het kwik tot ongewone hoogte stijgt?

    De invloed van warm weer tijdens het hardlopen

    Hardlopen in warm weer voelt niet alleen stukken zwaarder, we zien het ook aan de prestaties: uit onderzoek blijkt dat temperaturen boven de 5 graden al een negatief effect hebben op je tempo. Gemiddeld nemen de eindtijden op wedstrijden met 1,5 tot 3 procent toe voor elke 5 graden stijging van de temperatuur.

    Waarom zweten van cruciaal belang is tijdens hardlopen

    Je lichaam is er continu mee bezig om je inwendige temperatuur constant (lees: optimaal) te houden. Dit heet thermoregulatie. In een warme omgeving wordt je koelsysteem wat harder aan het werk gezet om je temperatuur op orde te houden. Zweten speelt daarbij een belangrijke rol. De transpiratie zorgt voor een koelend effect van de huid, omdat het door verdamping overtollige warmte verwijdert. De snelheid van die verdamping, en dus van je koelsysteem, is afhankelijk van de luchtvochtigheid. Als die laag is (de lucht is ‘droog’), dan gaat de verdamping makkelijker. Als de luchtvochtigheid hoog is (het is ‘benauwd’ weer), dan neemt de verdampingssnelheid af en treedt er minder koeling op. Daarom voelt de hitte op die tropische vakantiebestemming ook vaak heftiger dan in België.

    Vochtverlies tijdens hardlopen

    Je lichaam koelt dus af door te zweten. Dit is handig en gezond, maar je verliest wel belangrijk vocht. Dit kan een flink negatief effect hebben op je hardloopprestatie: verlies je 2 procent van je lichaamsgewicht door vochtverlies, dan kan dat een afname van je prestatievermogen van 4 tot 6 procent betekenen. Blijf dus altijd goed drinken, bijvoorbeeld elektrolyten drank.

    Let op oververhitting of hyperthermie

    Er zijn verschillende oorzaken voor oververhitting/hyperthermie te onderscheiden. Zo kan het lichaam zelf te veel warmte produceren, bijvoorbeeld door langdurige inspanning. Hyperthermie kan ook ontstaan omdat het mechanisme dat de lichaamstemperatuur op peil moet houden niet goed functioneert. Het mechanisme om de lichaamstemperatuur op peil te houden kan verstoord raken als iemand meer vocht verliest (middels zweten) dan er wordt gedronken. Hyperthermie kan ook veroorzaakt worden door bijwerkingen van medicatie. Als laatste kan het ook ontstaan als de warmteafgifte niet voldoende is, bijvoorbeeld als middels zweten de warmte niet snel genoeg wordt afgevoerd.

    Hittestress

    Bij hittestress of warmtestuwing heeft het lichaam merkbaar moeite met de hitte.

    Symptomen
    • gezwollen ledematen (oedeem)
    • overvloedig zweten
    • tekenen van uitdroging (minder urine, donkergeel gekleurd; dorst; droge mond; prikkelbaar, rusteloos; ingevallen ogen…).
    • soms krampen

    Wat doen?
    • Ga onmiddellijk uit de zon of zoek een koele plaats op.
    • Ga eventueel liggen met de benen omhoog.
    • Veel en regelmatig drinken.
    • Contacteer bij twijfel een arts.

    Hittekrampen

    Hittekrampen zijn spierkrampen, vooral van buik, armen en benen die plotseling opkomen als men overvloedig zweet bij warm weer (bijvoorbeeld bij zware fysieke inspanningen).

    Symptomen
    • Lichaamstemperatuur: 37-39°C
    • Mentale toestand: normaal
    • Overvloedig zweten tijdens inspanning
    • Kortdurende spierkrampen

    Wat doen?
    • Veel drinken (water, eventueel met rehydratatiezouten – ors – in zeer verdunde concentratie).
    • Rust, elke inspanning staken.
    • Masseer met zachte hand en harde druk uw verkrampte spieren.

    Hitte-uitputting

    Hitte-uitputting is een ernstig gevolg van langdurige blootstelling aan hitte in combinatie met te weinig vochtinname.

    Symptomen
    • ernstige zwakte, moeheid
    • oppervlakkige ademhaling
    • hoofdpijn
    • duizeligheid
    • beven
    • braakneigingen
    • spiertrekkingen
    • uitgezette pupillen
    • bleke, klamme en vochtige huid
    • lichaamstemperatuur bedraagt maximum 39°C

    Wat doen?
    • Rust in liggende positie op koele plaats (liefst met airco of ventilatie).
    • Afkoeling (uitkleden). Leg vochtige doeken op lichaam.
    • Water en rehydratatiezout.
    – Verwittig bij twijfel een arts.

    Hitteslag

    Een hitteslag is een vorm van oververhitting waarbij de lichaamsthermostaat ontregeld is en de lichaamstemperatuur gevaarlijk hoog kan oplopen. Een hitteslag is een echte medische urgentie, waarbij dringende medische hulp vereist is.
    Een hitteslag kan optreden wanneer een zware lichamelijke inspanning wordt geleverd in vochtige hete lucht, maar ook bij iemand die in volle zon op het strand in slaap valt, bij een zuigeling in een oververhitte wagen of een bejaarde die te warm aangekleed in de zon zit.

    Symptomen
    • hoge koorts (lichaamstemperatuur boven 40°C)
    • mentale toestand: onrust en agressiviteit, verwardheid tot delirium en coma
    • versnelde pols en ademhaling
    • warme, rode en droge huid, meestal niet zweten
    • hoofdpijn, braakneigingen en braken, soms stuipen
    • beven, spierzwakte

    Wat doen?
    • Snel optreden is van vitaal belang. Het slachtoffer is in levensgevaar. Waarschuw onmiddellijk de hulpdiensten.
    • Alle kleren uit en de betrokkene koelen. Breng de persoon in afwachting naar een koele ruimte, besproei en/of koel af met koud water. Ventileer met ventilator, indien ter beschikking, of zet de airco aan.
    • Geef geen koude dranken te drinken. In deze toestand kan dat gevaarlijk zijn.

    Tips om jouw zomerse hittegolf loopjes te overleven

    Als de temperaturen omhoog schieten moet je wat trucjes uithalen om het jezelf aangenaam te maken.

    Hoewel zomerse hardlooptrainingen best heel fijn kunnen zijn – je hoeft je in ieder geval geen zorgen te maken over glijpartijen door sneeuw en ijs, of dat je vroeg van werk weg moet wil je jouw favoriete rondje door het bos nog in het daglicht kunnen lopen – heeft de zomer ook zijn keerzijdes : hittegolven en hoge luchtvochtigheid. Gelukkig genoeg heeft ons lichaam al eeuwen de tijd gehad zich aan te passen en kan het inmiddels aardig overleven in de bloedhitte (hulde aan alle Sahara-woestijnbewoners), dankzij een hypermodern koelsysteem dat zweten heet.

    Soms wordt het zo heet dat zelfs zweten weinig zin heeft en de warmte eigenlijk niet te harden is. Afkoelen moet dan op een andere manier en zeker als hardloper is het van cruciaal belang dat je oververhitting tijdens hardlopen in de buitenlucht voorkomt.

    Belangrijk! 
    • Wees altijd alert op signalen van je lichaam.
    • Als je een extreem warme en droge huid hebt, met een snelle polsslag, hoofdpijn, duizeligheid en / of misselijkheid, kan het zijn dat je een hitteberoerte krijgt.
    • De meest voorkomende slachtoffers van hitteberoerte zijn jonge kinderen en ouderen ouder dan 65 jaar, maar iedereen kan vatbaar zijn. 

    1. Bevries je waterfles

    Leg je flesje water de avond vooraf al in de vriezer. Op het moment dat je hem nodig hebt de volgende dag gedurende je training, is er weer voldoende water ontdooit om het op te kunnen drinken. Je kunt meerdere flesjes koud leggen en ervoor kiezen je duurloop tussendoor nog eens langs je huis te laten leiden, zodat je jezelf weer kunt voorzien van nieuw water. Je hoofd koelen met water kan ook zinvol zijn. Drink na je run altijd water met wat extra elektrolyten.

    2. Ga voor of met zonsopgang lopen

    Heel vroeg in de ochtend is het relatief koel, dan gaan lopen is veruit het beste moment op de dag. Voeg je dus bij de lopers die om 5 uur ’s ochtends uit de veren gaan voor een vroege run!

    3. Vergeet je elektrolyten niet aan te vullen

    Om te voorkomen dat je uitdroogt is het niet alleen goed om jezelf aan te vullen met water maar ook zeker met elektrolyten (zouten). Een sportdrank drinken voor, tijdens en na je run is een goed keuze op warme dagen.

    4. Rustig aandoen

    Verwacht geen onmogelijke prestaties, loop wat langzamer of wat korter als de temperaturen de pan uit rijzen. Feit alleen al dát je gaat lopen is al een prestatie op zich tijdens dit soort warme dagen. Wees daar trots op.

    5. Plan je route langs sproeiers, watertjes en fonteinen

    Ren je door de stad? Plan je route langs waterbronnen zoals sproeiers in parken, fonteinen of watertjes / meertjes. Je familie of vrienden vragen of je daar langs mag lopen voor een duik onder de tuinsproeier is natuurlijk ook een optie! Of neem wat geld mee en haal onderweg in de supermarkt of bij de benzinepomp een gekoeld drankje.

    6. Neem pauzes

    Stop wanneer je daar behoefte aan hebt, ga even zitten op een koele plaats (supermarkten hebben airco) of neem een pauze in de schaduw om wat te drinken.

    7. Draag lichtgewicht kleding

    Draag een petje, ren in je korte broek (en voor vrouwen Sport BH), neem water mee en draag kleding in lichte kleuren (beter geen zwart), zijn tips van enkele Instagram volgers.

    8. Kies voor routes met veel schaduw

    Trailruns kenmerken zich vaak dankzij routes door schaduwrijke omgevingen en over relatief koele ondergronden zoals bospaden. De schaduw blijft altijd koeler dan hardlopen in de zon!

    9. Geen schaduw? Bescherm jezelf tegen de zon!

    Smeer je huid in met een hoge factor, draag een petje en ga het liefst vroeg de deur uit. Er bestaat speciale kleding – en zelfs losse mouwen – met een UV protector erin. Kortom: voorkom dat je verbrandt door de zon!

    10. Binnen blijven is ook een optie

    Ga gewoon niet lopen als het bloedheet is. Ga naar de gym met airco of doe alternatieve work-outs. Hoe dan ook: zorg goed voor jezelf en voorkom dat je ziek wordt van de warmte.

    Is het gezond om in warm weer te lopen?

    De lichaamstemperatuur en de hartslag verlagen. Uiteindelijk heb je niet meer het gevoel dat je extra moeite moet doen om te joggen in de hitte. Mits een goede voorbereiding en een beetje gezond verstand is het dus perfect veilig om te lopen in hoge temperaturen.

    Op het heetst van de dag, tussen 12.00 en 15.00 uur, is het niet verstandig om te gaan hardlopen. Geef je lichaam tijdens je training de tijd om te wennen aan het warme weer en begin dus niet te snel. Houd je tempo ook tijdens de rest van je training wat lager dan normaal en kort ook de afstand die je loopt iets in.

    Zo loop je een wedstrijd op warme dagen

    Een wedstrijd is altijd al een pittige belasting voor lichaam en geest. En als die onder warme omstandigheden gedaan wordt, dan zadel je je lichaam op met een enorm dilemma. Waar moet de beschikbare kracht en energie naartoe? De beenspieren, die niets liever willen dan de loopsnelheid zo hoog mogelijk te houden, of het koelsysteem, wat moet voorkomen dat de motor oververhit raakt?

    Het lichaam kiest voor safe en zorgt in ieder geval dat de koeling op volle toeren kan draaien. En dat betekent: minder energie voor de benen.

    Heel goed hydrateren is de belangrijkste boodschap bij deze temperaturen!

    20.04.2024 – Rusthartslag

    Je hartslag helpt je om op het juiste tempo te lopen. Maar je hartslag kan je op nóg een manier helpen effectief te trainen. Je rusthartslag is namelijk een indicatie of je die dag lekker kunt gaan hardlopen, of dat wandelen of zelfs rusten beter is. Je rusthartslag meten en interpreteren doe je makkelijk zelf door de onderstaande stappen te volgen.

    Een normale hartslag in rust ligt tussen de 60 en 100 slagen per minuut. Tijdens je slaap is je hartslag het laagst. De hartslag kan dan teruglopen naar minder dan 50 slagen per minuut, dit is dan normaal. Bij inspanning gaat de hartslag juist omhoog.

    Je rusthartslag

    Over het algemeen geldt: hoe fitter je bent, hoe lager je rusthartslag. Maar er is geen standaard rusthartslag. Naast je conditie spelen leeftijd en erfelijkheid een rol. Iedereen heeft dus een andere rusthartslag. Daarom is het belangrijk om eerst een tijdje je hartslag te monitoren om een idee te krijgen van wat voor jou normaal is. Daarna kun je jouw ochtendhartslag gebruiken als een indicator voor de mate van je herstel.

    Meten in 4 stappen

    Maar hoe meet je nou op een betrouwbare manier je rusthartslag? En wanneer is deze te hoog en is het verstandig je training aan te passen?

    (1) Meet vóórdat je opstaat

    Meet je hartslag ‘s morgens nog voordat je opstaat. Wanneer je wakker wordt van een wekker beïnvloedt dit je rusthartslag. Blijf daarom eerst even rustig liggen voordat je gaat meten. Adem ongeveer een halve minuut rustig in en uit zodat je hartslag stabiliseert en meet daarna je hartslag.

    Elke ochtend op dezelfde manier: om betrouwbaar te meten, is het belangrijk dat je elke ochtend op dezelfde manier meet. Verschillende factoren beïnvloeden je rusthartslag, ook je houding (liggen of zitten) maakt al verschil.

    (2) Meet in je pols of nek

    Je kunt je hartslag het beste voelen in een slagader, daar is de hartslag het krachtigst. Er zijn twee plekken waar je jouw hartslag kunt voelen, gebruik de plek waar jij deze het beste voelt.

    Pols : aan de binnenzijde van je pols aan je duimzijde ligt een slagader waar je hartslag goed voelbaar is. Je kunt je hartslag hier voelen met je wijs- en middelvinger (zie de afbeelding hieronder), meet niet met je duim want dan kan de hartslag in je duim je meting vertroebelen. Druk met je wijs- en middelvinger licht zodat je een puls (je hartslag) voelt.

    Nek : hou je wijs- en middelvinger tegen elkaar en leg deze links of rechts van je ademsappel, net iets onder je kaak.

    (3) 30 seconden x 2

    Voel je jouw hartslag duidelijk? Zet dan een timer en tel gedurende 30 seconden je hartslag. Doe dit aantal maal twee en je hebt het aantal slagen per minuut. Wanneer je een minuut telt, is de kans groter dat je een slag mist.

    (4) Een maand lang

    Je wilt natuurlijk een zo betrouwbaar mogelijke indicatie daarom is het advies om een maand lang elke dag te meten en daar het gemiddelde van te nemen als jouw rusthartslag. Eventueel kun je ook nog een weekgemiddelde bepalen.

    Alcohol of weinig slaap: heb je de dag ervoor alcohol gedronken of weinig geslapen? Dan is je hartslag vaak verhoogd, allebei zijn tenslotte een flinke aanslag op je lichaam. Laat deze metingen bij het berekenen van je gemiddelde buiten beschouwing. Het advies is de metingen wel te noteren maar met een aantekening van de omstandigheden die je hartslag hebben verhoogd.

    Ochtendmeting is ook indicatie voor avondtraining

    En dan? Rusthartslag = trainingsindicator

    Wanneer je jouw rusthartslag kent, kun je deze in de ochtend gebruiken als indicator van jouw fitheid. In welke mate ben je hersteld en uitgerust? Ben je die dag klaar voor een volgende training? Je meting in de ochtend is jouw indicatie voor die hele dag, of je nu ’s morgens of ‘s avonds wilt trainen.

    Is je rusthartslag in de ochtend veel hoger dan normaal? Dan is het belangrijk om even wat rustiger aan te doen, bijvoorbeeld door een keer te gaan wandelen in plaats van hardlopen. Bij een lichte stijging hoef je je niet meteen zorgen te maken. Maar bij een toename tussen de 5 à 10 slagen geeft je lichaam het signaal dat het niet helemaal uitgerust is, of je hebt bijvoorbeeld een griepje (in opkomst).

    5 slagen of meer verschil = voel zelf of trainen verstandig is. Eventueel kun je minder ver, minder lang en minder intensief lopen.

    10 slagen of meer verschil = dan is het verstandig om niet te gaan trainen. Eventueel kun je bijvoorbeeld wandelen of een rustige vorm van yoga doen.

    Rusthartslag daalt: het leuke is dat je rusthartslag ook de andere kant op een indicatie is: wanneer je fitter wordt, daalt deze namelijk. Hoeveel deze daalt, verschilt per persoon en je conditie dus hiervan bestaan geen gemiddeldes.

    Meten met app of apparaat

    Je kunt je hartslag vrij makkelijk zelf met de hand meten zoals je hierboven kunt lezen maar er zijn ook apps die dit doen (zoekterm: “heartrate monitor”). 

    Er bestaat ook een zogenaamd ‘finger tip’- apparaatje: je stopt hier je wijsvinger in en het apparaat meet je hartslag. Daarnaast zijn er ook hartslagmeters die via je pols je hartslag meten en automatisch je ochtendpols meten als je het horloge ‘s nachts omhoudt.

    Waarom hebben sporters een lagere rusthartslag?

    Na een intensieve training wordt de hartspier sterker, wat betekent dat deze na verloop van tijd het bloed efficiënter door het lichaam pompt. Over het algemeen kan een sterker hart dezelfde hoeveelheid bloed in minder slagen pompen, terwijl een zwakker hart meer samentrekkingen moeten uitvoeren om hetzelfde volume te pompen. Daarom hebben atletische mensen, zoals hardlopers, de neiging om een ​​lagere hartslag in rust te hebben.

    Een steekproef van gegevens die zijn verkregen van gebruikers die toestemming hebben gegeven om hun gegevens te volgen, brengt deze correlatie aan het licht. Hoe actiever je leeft, hoe gezonder je hart is en hoe gemakkelijker je het zijn werk kan laten doen.

    Ben je geen atleet of als je lichaam geen regelmatige, rigoureuze beweging krijgt, kan een lage hartslag in rust mogelijk wel op een probleem duiden. Als je niet actief bent, maar je hartslag in rust abnormaal laag is, is het goed om een arts te raadplegen, aangezien dit een teken kan zijn van een hartritmestoornis die bradycardie wordt genoemd, of eventueel een andere aandoening.

    Cardio-activiteiten en hartslag in rust

    Het is lang niet verrassend dat regelmatige, krachtige cardiovasculaire oefeningen goed zijn voor de gezondheid … hardlopen, fietsen, zwemmen … en deze activiteiten hebben veel gezondheidsvoordelen. Gezien de populariteit van deze activiteiten en hun enorme toegevoegde waarde voor de gezondheid van het hart, met name door cardio-oefeningen, hebben wetenschappers besloten om het aantal cumulatieve uren besteed aan hardlopen, fietsen en zwemmen te bestuderen en meteen ook hun correlatie met de gemiddelde rusthartslag van de gebruiker. De resultaten zijn meteen duidelijk: vanaf meer dan 15u geldt dat: hoe meer tijd een gebruiker aan deze activiteiten besteedt, hoe lager zijn gemiddelde rusthartslag.

    Totaal aantal uren activiteit en hartslag in rust

    Maar hoe zit het met mensen die graag andere activiteiten doen dan (of naast) hardlopen, zwemmen en fietsen? Geen zorgen, daar hebben we ook even naar gekeken. Wat je favoriete activiteit ook is (van kajakken tot yoga, van golf tot krachttraining), de correlatie blijft duidelijk. Hoe meer tijd je aan lichaamsbeweging besteedt, hoe lager de hartslag in rust zou moeten zijn.

    Dagelijks aantal stappen en hartslag in rust

    Wil je graag je dagelijkse stappendoel halen? Of zet je je bewegingsmeldingen misschien liever de hele dag uit? Beide scenario’s zijn prima, maar misschien wil je de onderstaande gegevens even onderzoeken als je niet elke dag een behoorlijk gemiddeld aantal stappen zet. Hoe meer stappen je per dag zet, hoe sterker je hart zal worden… misschien is die herinnering om een glas water te halen in de kantoorkeuken dus wél nuttiger dan je dacht.

    Hoe kan ik mijn gemiddelde rusthartslag verbeteren?

    Het antwoord is heel eenvoudig: bewegen! Bovenstaande grafieken laten zien dat voor de gemiddelde gezonde volwassene een actievere levensstijl leidt tot een gezonder hart.

    Vergeet ook niet dat iedereen anders is. Als je na het lezen van dit artikel nog steeds het gevoel hebt dat je hartslag in rust ongebruikelijk is, blijft het belangrijk om je arts te raadplegen. Die kan samen met je bepalen of er iets aan de hand is.

    Doe jezelf een sporthorloge cadeau, meten is weten. Je activiteiten worden dubbel zo leuk wanneer je weet hoeveel afstand je hebt afgelegd, aan welk tempo, binnen welke tijd en gekoppeld aan een app welk parcours je hebt afgelegd.

    28.03.2024 – Intervaltraining

    “De combinatie van duurlopen en intervaltraining maakt je een snellere hardloper. Doe dus niet alleen maar intervaltraining!”

    Lopen met intervaltraining

    Intervaltrainingen zijn een efficiënte methode om je snelheid, uithoudingsvermogen en algemene fitheid te verbeteren. Maar hoe begin je ermee en welke verschillende vormen van intervaltraining bestaan er allemaal?

    Hieronder lees je alles over intervaltraining inclusief voorbeelden en een 4-weken trainingsschema richting een 10 km.

    Voordelen van intervaltraining

    Sneller en technisch beter hardlopen

    Door het afwisselen van hoge intensiteit en rustperiodes, helpt intervaltraining bij het verbeteren van de snelheid en kracht. Als bonus word je ook een technisch betere loper, omdat op hogere snelheid je lichaam efficiënter gaat werken.

    Verbetert de conditie

    Door regelmatig intervaltraining te doen zal je hartslag op de lange termijn tijdens inspanning dalen. Het hart en de longen worden sterker, waardoor het lichaam efficiënter zuurstof kan transporteren naar de spieren. Niet alleen je hardloopconditie zal beter worden, maar ook je algemene conditie.

    Tijdbesparing

    Heb je een druk leven met weinig tijd om te trainen? Pak dan je voordeel met intervaltraining, omdat je dit kan doen in een korte trainingssessie. Dit maakt intervaltraining een tijdbesparende trainingsmethode.

    Wist je dat…

    De trainingsvorm intervaltraining is ooit begonnen in 1912. De Finse hardloper Hannes Kolehmainen won dat jaar de 5000 m tijdens de Olympische Spelen te Stockholm in een tijd van 14:36. Hij had een voorsprong van 40 seconden op de nummer 2. Maar hoe kreeg hij dat voor elkaar? Hij deed regelmatig een interval van 4-5 x 1000 m in zijn 10 km wedstrijdtempo. In het begin werd hij uitgelachen om deze trainingsvorm, maar inmiddels doet elke toploper wekelijks een intervaltraining.

    De meest gestelde vragen over intervaltraining

    1. Waarom wedstrijdschoenen gebruiken?

    Wedstrijdschoenen zijn wat lichter in gewicht dan een allround hardloopschoen en geven wat meer energie terug. Dat betekent dat wedstrijdschoenen jou helpen om snelheid te maken en te behouden. Doe je rustige duurlopen op een allround hardloopschoen en gebruik wedstrijdschoenen voor je tempo- en intervaltraining. Door het afwisselen van verschillende hardloopschoenen (schoenrotatie) maak je het lichaam sterk, want je belast de spieren en gewrichten telkens op een andere manier waardoor je blessures voorkomt.

    2. Hoe vaak doe je best een intervaltraining?

    Wij raden aan om minimaal 1 intervaltraining per week uit te voeren. De rest van de trainingen kan je dan gerust op een laag tempo doen. Dat zijn dan de duurlopen waarbij je vooral de vetverbranding stimuleert die zo belangrijk is bij het lopen van lange afstanden.

    3. Hoe lang is een intervaltraining?

    De totale omvang van een intervaltraining varieert tussen de 2 en 10 km. Begin en eindig elke intervaltraining met 10 minuten lopen op een rustig tempo zodat je spieren warm worden. Tijdens de cooling down breng je de hartslag flink naar beneden door goed uit te lopen. Voorbeelden van intervaltraining zijn 10 x 400 m (4 km omvang) en 6 x 1000 m (6 km omvang). Varieer met de rustpauze, maar meestal is 1-2 minuten voldoende zodat je klaar bent voor het volgende interval.

    4. Is het goed voor de conditie?

    Intervaltraining is de ideale trainingsvorm om de conditie te verbeteren. Tijdens een intervaltraining is je hartslag hoger dan bij een duurloop waardoor je lichaam zowel vet- als koolhydraten gaat verbranden. Dit is ideaal als je doel is om je conditie te verbeteren. Bovendien kan het ervoor zorgen dat je een aantal kilo’s zal kwijtraken.

    5. Kan iedereen een intervaltraining doen?

    Iedereen heeft baat bij een intervaltraining. Voor de beginnende loper is het zelfs de enige methode om verantwoord het hardlopen op te bouwen. Een beginner kan namelijk het beste hardlopen en wandelen afwisselen. Ook dat noemen we een intervaltraining. Voor gevorderde lopers is intervaltraining de manier om aan je techniek en snelheid te werken.

    6. Zijn er ook nadelen aan intervaltraining?

    Het nadeel van intervaltraining is dat je op een hoge intensiteit sport terwijl je lichaam misschien er niet helemaal klaar voor is. Doe daarom elke ochtend een korte “check-in” bij jezelf: “Hoe ben je opgestaan? Met veel energie of ben je vermoeid? Ben je fit of heb je iets onder de leden?” Geef eerlijk antwoord op deze vragen en pas je training hierop aan. Doe liever een duurloop dan een intervaltraining als je vermoeid bent voordat je blessures oploopt.

    4 weken’ schema met intervaltraining voor een snellere 10km

    Ben je benieuwd hoe een hardloopschema eruitziet als je intervaltraining gaat doen? Wij hebben een trainingsschema van 4 weken gemaakt voor een hardloper die als doel heeft om een snellere 10km te lopen. Het schema is op basis van 3 trainingen per week wat sowieso het meeste rendement geeft. Bekijk ook eerst even mijn post over de hartslagzones (07.04.2023 – Hartslagzones).

    WEEK 1
    Training 1 : 30 min rustige duurloop (Zone 1)
    Training 2 : 30 min interval met 5×2 min in tempo 10 km (pauze is 1 min wandelen)
    Training 3 : 40 min lange duurloop met 30 min rustig + 10 min sneller (Zone 2)

    WEEK 2
    Training 1 : 35 min rustige duurloop (Zone 1)
    Training 2 : 30 min interval met 4 x 3 min in tempo 10 km (pauze is 1min wandelen)
    Training 3 : 45 min lange duurloop met 20 min rustig (Zone 1) + 25 min sneller (Zone 2)

    WEEK 3
    Training 1 : 40 min rustige duurloop (Zone 1)
    Training 2 : 30min interval met 4 x 4 min in tempo 10km (pauze is 1 min wandelen)
    Training 3 : 50 min lange duurloop met 10 min rustig (Zone 1) + 40 min sneller (Zone 2)

    WEEK 4
    Training 1 : 30min rustige duurloop (Zone 1)
    Training 2 : 30 min interval met 4+3+2+1 min in tempo 10km (pauze is 1 min wandelen).
    Training 3 : 40 min lange duurloop met 10min Zone 1 + 20 min Zone 2 + 10min Zone 1.

    EINDSPRINT

    Intervaltraining is een geweldige trainingsvorm als je bepaalde prestaties wil neerzetten. Het is tevens de ideale manier om aan je techniek te werken en het lichaam conditioneel uit te dagen.

    De combinatie van intervaltraining en rustige duurlopen maken jou een betere en snellere hardloper. Varieer met interval door af en toe onverhard te lopen. Versnel bijvoorbeeld bij elke heuvel die je ziet of loop iets sneller naar een boom toe. Als je op een speelse manier aan intervaltraining doet is de kans ook minder groot dat je ertegenop ziet.

    Lees zeker ook deze gerelateerde tips :

    03.10.2023 – Fartlek / Interval
    20.04.2023 – Opwarming & cooling down
    07.04.2023 – Hartslagzones

    16.03.2024 – Loophouding

    Dat er een grote winstmarge in een correcte loophouding zit, is geen geheim: je loopt sneller en verbruikt minder energie. Toch komt er bij de juiste loophouding meer kijken dan enkel een rechte rug en armen die losjes met je benen mee bewegen. Dankzij deze inzichten en tip over looptechniek, perfectioneer je je houding en loop je binnenkort dezelfde afstand net dat tikkeltje sneller.

    Als je leert om onnodige bewegingen te elimineren, kun je alle energie aanwenden om zo snel mogelijk te bewegen. Daar komt bij dat een verzorgde hardlooptechniek minder belastend is voor het lichaam. Als je leert om de grond te ‘strelen’, wordt de landingsdruk op je botten en spieren minder groot. Neem de volgende richtlijnen ter harte.

    (1) Een goede loophouding aannemen is makkelijker gezegd dan gedaan. Er zijn heel wat zaken waarmee je rekening moet houden als je efficiënt wil lopen.

    (2) Technisch perfect hardlopen is een ware kunst en is maar voor weinig lopers weggelegd. Wij als ‘gewone’ lopers kunnen natuurlijk er wel naar streven om binnen onze mogelijkheden zo goed mogelijk technisch te lopen.

    (3) Hardlopen is net als je vingerafdruk, uniek. Je kunt veel aan jouw loopstijl bijwerken. Dat is juist zo mooi. Dat verbetert niet alleen je loopefficiëntie, het ziet er ook nog eens mooier uit. 

    Het interessante van techniek is dat iedere pas telt. Iedere verbetering levert daarom net weer een klein beetje verschil op. En over een 5, 10 of nog meer kilometer, levert dat een aardige winst. Reden genoeg om met trainingen vaker op je looptechniek te letten.

    Hierbij enkele verbetertips voor veel voorkomende techniek fouten wat betreft voetlanding:

    1. Teveel achterover/leunen

    Je loopt met je rug iets teveel naar achter. Daardoor komen je voeten en hakken ver voor je uit op de grond bij de landing. Door deze loophouding moet je ook meer kracht leveren om in de lucht te blijven. Je kan daardoor minder voorwaartse snelheid ontwikkelen. Het lijkt mooi koninklijk rechtop maar je zit jezelf eigenlijk in de weg.

    Verbetertip:

    Je wilt met name de houding van je rug en hoofd verbeteren. Dat kost moeite omdat je voor je gevoel ver naar voren moet leunen. Dat kan je leren door bijvoorbeeld 100 tot 200 meter tegen een lichte heuvel op te lopen. Tegen de heuvel op gaan de meeste mensen naar voren leunen voor de balans. Door deze loopjes te combineren met 200 meter loopjes op vlak terrein kun je de houding van je rug en hoofd verbeteren. Op het vlakke voel je dat je voor je gevoel iets schuin voorover moet lopen. Meestal is dat het punt dat je goed rechtop loopt.

    Ook korte versnellingsloopjes kunnen er voor zorgen dat je van een haklanding overgaat naar een plaatsing onder je nieuw hervonden zwaarste punt van je lichaam. 

    Probeer ook je pasritme te verhogen . De twee-eenheid rechte rug en nieuwe wat snellere pasritme moet je leren en kost wel tijd. 

    2. Plofvoeten

    Plofvoeten, zware stappen. Veel gewicht dat op straat klapt in plaats van het doorrollen als een goede hardloper.

    Verbetertip:

    Denk zacht. Denk aan fietsen. Als je deze twee combineert dan vangen benen                   en voeten de landing op, duwen je vooruit en gaan de benen weer terug onder je lichaam. Alsof je vooruit rolt. Dit vraagt om meer veerkracht in je benen  en voeten. Het kost dan ook vele trainingen voordat je het ploffen kunt vervangen voor de soepele tred. 

    Doe ook wat extra krachtoefeningen voor de voorvoet. Denk daarbij aan touwtje springen en teendrukken. Als het goed is, hoor je de verbetering. Je stappen maken minder geluid. Spieren hebben veel tijd nodig om zich aan te passen. Je ben niet klaar met een paar weken. Je hebt minimaal 8 weken nodig om de transitie te kunnen maken. Even doorzetten.

    3. Te lange pas

    Begin je net met hardlopen dan is het heel verleidelijk om naar de ultra lange pas over te schakelen. Je loopt op zich mooi recht maar voor meer snelheid maak je hele lange passen. Ze worden zo lang dat je hielen voor je knie de grond raken. Die grote passen lijken sterk en snel maar het werkt bij iedere pas als een kleine rem. Je voet klapt namelijk op de grond bij  de landing. Die tik zorgt voor een onderbreking in je hardlopen. Je pas is té lang.

    Verbeter tip:

    Voor veel hardlopers helpt het om korte technische loopoefenreeksen te     herhalen. In onze videoserie over looptechniek tref je een aantal video’s aan over tripplings en skippings. Deze oefeningen helpen je goed om een betere looppas te ontwikkelen.

    Je kunt een aantal van deze oefeningen combineren met korte voorwaartse versnellingsloopjes over 40 tot 80 meter. Hiermee stimuleer je het leereffect dat je de voet niet voor maar onder je lichaam landt.

    4. Schuifelpas

    Je trekt de voeten niet op maar je schuifelt snel vooruit. Om discussie te vermijden: ja, daar kun je heel hard mee gaan. En het voelt ook lekker efficiënt. Nadeel is dat je niet het optimale uit je hardlopen haalt. Daarom kun je het schuifelen beter inwisselen voor een mooi afgeronde hardlooppas. 

    Verbetertip: 

    Je motoriek bij heupen en knieën moet een stuk beter worden. Je moet overgaan naar een veel grotere bewegingsuitslag van je ledematen. Dat vergt aan de ene kant kracht en aan de andere kant beter bewegen. De manier om dit op te lossen is zo ongeveer alle variaties aan skipping toe te passen. Let letterlijk op de variatie. Probeer gewoon iedere week weer een andere vorm van skipping uit. Omdat je je benen veel hoger moet optillen dan je gewend bent, let op de versterking van de hamstrings.

    Tips algemene loophouding

    1. Hoofd

    Kijk recht naar voren en focus je blik op de grond, ongeveer drie meter voor je. Zo kun je anticiperen op oneffenheden in het wegdek.

    Als je naar de grond kijkt, leun je automatisch naar voren, wat de druk op je onderrug en het risico op blessures vergroot. Als je vooruit kijkt, verbeter je je houding én adem je makkelijker.

    2. Voeten

    Probeer te landen op de volle voet en wikkel vervolgens af naar je tenen. Zorg dat je tenen wijzen in de looprichting en controleer dit door over een lijnmarkering op het asfalt te lopen.

    3. Armen

    Houd je armen in een hoek van negentig graden, sluit je vingers tot een ontspannen vuist. Van een relaxte armvoering word je minder moe.

    4. Romp

    Loop rechtop en met ontspannen schouders. Geef zo je longen alle ruimte om zich vol met zuurstof te zuigen.

    5. Benen

    Loop vloeiend en maak lichte passen, alsof je over hete kolen loopt. Spring voorwaarts, en niet omhoog. Zo voorkom je een grote impact bij de landing.

    6. Handen

    Trek een denkbeeldige verticale lijn die je lichaam in tweeën deelt. Je handen mogen bij het zwaaien niet over die lijn komen. Zo verlies je geen energie aan nutteloze zijwaartse bewegingen.

    09.03.2024 – Autofagie

    Wat is autofagie?

    In je lichaam zijn dag en nacht biljoenen cellen in de weer om ervoor te zorgen dat je gezond blijft. Eén van de meest bijzondere processen op celniveau is autofagie

    Autofagie betekent letterlijk ‘jezelf opeten’. Het is het zelfreinigende systeem van je cellen. Autofagie ruimt schadelijke cellen op en verwijdert afvalstoffen uit je cellen. Dit heeft een verjongend effect op je cellen en dus op je lichaam.

    Autofagie werd iets meer dan een halve eeuw geleden ontdekt. Sindsdien staat het volop in de belangstelling in de wetenschap. Dat komt omdat het de verregaande potentie heeft om gezondheidsklachten te voorkomen of te verbeteren. 

    Hoe werkt autofagie?

    1. Tijdens autofagie worden afvalstoffen in je cellen gedetecteerd en ingekapseld. De stoffen die je lichaam niet dienen, kunnen op deze manier geen kant meer op.
    2. Het ingekapselde pakketje wordt als een vuilniszak via de transportblaasjes in je lichaam (vacuolen) richting een recycle-cel gestuurd. Zo’n recycle-cel noem je een lysosoom. Een lysosoom is een soort van zuur zakje gevuld met krachtige enzymen.
    3. Wanneer de vuilniszak en het lysosoom samenkomen, vermengt de inhoud zich. De enzymen uit het lysosoom breken het afval af. Tijdens dit afbraakproces ontstaan er bouwstenen voor nieuwe, goed functionerende cel-onderdelen. Het resultaat is een schoner en gezonder lichaam.

    Gezondheidsvoordelen van autofagie?

    Autofagie is bijzonder waardevol voor heel veel lichaamsprocessen, omdat het je lichaam herstelt op celniveau. Bij de volgende aandoeningen is wetenschappelijk bewijs gevonden t.a.v. gezondheidsvoordelen door middel van het autofagieproces:

    • Virusinfecties
    • Verzwakt immuunsysteem
    • Parkinson en Alzheimer
    • Vermoeidheid
    • Ontstekingen
    • Diabetes
    • Huidproblemen
    • Vroegtijdige veroudering
    • De groei van schadelijke lichaamscellen

    Als vuil zich opstapelt in je cellen, dan kan dit zorgen voor een breed scala aan klachten, van virusinfecties tot de ziekte van Alzheimer. Hoe groter de hoeveelheid afvalstoffen waarmee je aanraking komt, hoe lastiger het voor je lichaam is om de celschoonmaak bij te houden. Daar komt nog eens bovenop dat autofagie automatisch afneemt naarmate je ouder wordt. Het is dus gunstig dat er verschillende manieren zijn om autofagie te stimuleren.

    Hoe stimuleer je autofagie?

    Stimulatie van autofagie is een cadeau dat je geeft aan je lichaam. Dat komt omdat je je lichaam de kans geeft om op celniveau te herstellen. Er zijn verschillende manieren om autofagie te stimuleren: met spermidine, door te vasten of door middel van ketose.

    Spermidine

    De eerste en de meest gemakkelijke manier om autofagie te stimuleren is via spermidine, een lichaamseigen stof die voorkomt in al je cellen. Ook zit het in voeding en in spermidine supplementen.

    Dit is de top 10 van voeding met spermidine:

    Voedingsmiddelper 100 gram mg spermidine
    Tarwekiemen24,3
    Gedroogde sojabonen20,7
    Cheddar (minstens 1 jaar gerijpt)19,9
    Paddenstoelen8,8
    Erwten6,5
    Rijstzemelen5
    Mango3
    Kikkererwten2,9
    Bloemkool / broccoli 2,5

    Helaas is het lastig om elke dag een goede dosis spermidine uit voeding binnen te krijgen. Dat komt onder andere omdat er door de bodemverarming (in de niet-biologisch landbouw), steeds minder voedingsstoffen in ons eten zitten. Uit recente metingen kwam bijvoorbeeld naar voren dat het magnesiumgehalte in spinazie de afgelopen 15 jaar met 65% is achteruitgegaan. Wil je zeker zijn van dagelijkse stimulatie van autofagie door middel van spermidine, dan is een natuurlijk supplement een goede optie.

    Natuurlijke spermidine is er in verschillende vormen :

    1. Tarwekiempoeder of -meel. 0,2 mg per gram (bevat gluten)
    2. Tarwekiemextract. 1,2 mg per gram (bevat gluten)
    3. Soja. 0,2 mg per gram (glutenvrij)
    4. Speciaal biologisch geteelde boekweitkiemen. 5 mg per gram (glutenvrij)
    5. Curcumine

    Zoals je kunt zien kun je het beste kiezen voor een spermidine supplement van boekweitkiemen. Tarwekiemextract is een goede tweede optie, deze bevat alleen wel gluten en minder spermidine.

    Spermidine zit in voeding en in supplementen. Kies je voor een supplement, vermijd dan de synthetische vorm. De spermidine supplementen van biologisch geteelde boekweitkiemen zijn de beste keus, deze bevatten de meeste spermidine en zijn glutenvrij.

    (Intermittent) Vasten

    Ook door vasten kun je autofagie stimuleren. Schrik jij een beetje van het woordje vasten, omdat je denkt, ‘dat houd ik niet vol!’. Dan is er een oplossing. Je hoeft namelijk niet per se hele dagen te vasten om autofagie stimuleren. Stimulatie van autofagie begint al vanaf dat je zo’n 12 uur niets eet.

    Wat je kunt doen is het volgende…

    De meest toegankelijke manier van vasten noem je intermittent fasting of periodiek vasten. De bekendste methode hiervan is de 16/8 methode. Dan neem je 16 uur per dag geen calorieën, alleen water, thee en koffie (zonder suiker of melk). 8 uur per dag eet je wel. Je eet dan bijvoorbeeld alleen tussen 12:00 en 20:00 uur. Deze manier is voor veel mensen goed vol te houden en zo stimuleer je toch autofagie. Tip: Combineer intermittent vasten (de 16/8 methode) met spermidine supplementen, voor zoveel mogelijk stimulatie van autofagie.

    Ketose

    Als je lichaam in ketose is dan stimuleer je autofagie. Je raakt in ketose als je weinig koolhydraten eet. Normaal gesproken haalt je lichaam energie uit koolhydraten die je via voeding binnenkrijgt. Het is de eerste ‘brandstof-bron’ waar je lichaam een beroep op doet. Wanneer je niet voldoende koolhydraten eet, moet je lichaam op zoek naar een nieuwe bron van energie en schakelt het over op de vetverbranding. Als vet wordt omgezet in energie komen er ketonen vrij. Je lichaam functioneert dan op de ketonen in plaats van op koolhydraten. Dit noem je ketose.

    Er zijn verschillende manieren om ketose te bereiken. Voor alle methoden moet je de koolhydraatinname verminderen tot slechts 30 tot 50 gram koolhydraten per dag. Je eten bestaat dan hoofdzakelijk uit gezonde vetten en eiwitten (avocado, vette vis, kip, eieren, groenten, yoghurt). Het duurt meestal 48 uur voordat je in ketose raakt. Dit gaat meestal gepaard met ongemakken zoals hoofdpijn, misselijkheid, minder energie en veel plassen. Na een dag of 4 neemt je energie weer toe. Zodra je te veel koolhydraten eet, kom je weer uit ketose.

    Sporten

    Regelmatig sporten is een goede manier voor mensen om hun lichaam onbewust te helpen vernieuwen. Lichaamsbeweging zorgt er namelijk voor dat lichaamscellen onder druk worden gezet. Dat is dan ook de reden dat je vaak puft en hijgt, en dat je hart sneller gaat kloppen. 

    Wanneer iemand sport, raken de componenten van de cellen in het lichaam beschadigd en ontstoken, waardoor de cellen op dit probleem reageren met autofagie. Hierdoor wordt er gesuggereerd dat lichaamsbeweging gebruikt kan worden om autofagie te activeren.

    25.02.2024 – Vetverbranding

    “Als hardloper wil ik graag meer afvallen, maar hoe doe ik dat?”

    Naast de fitte slanke atleten, heb je natuurlijk ook hardlopers die wat meer gewicht hebben. Veel hardlopers, vooral beginners, gaan hardlopen met als doel af te vallen. Een super mooi doel, toch?

    Maar hoe doe je dat, afvallen met hardlopen? Voor veel zwaardere hardlopers is lichaamsvet de boosdoener van hun gewicht. Kortom, als je veel vet kwijt kan raken, dan zal je vanzelf afvallen en dus lichter worden. Maar hoe verlies je nou al dat vet?

    Om een ideale vetverbranding te hebben voor het hardlopen, spelen meerdere factoren een rol :

    (1) Tijdens hardlooptraining is het belangrijk om laag in de hartslagzones te blijven en voor een langere tijd op een lage intensiteit te trainen. Dit moet je met regelmaat doen, zodat je lichaam hieraan went en continu vet gaat en blijft verbranden.
    (2) Verder spelen een gezond dieet, voldoende nachtrust, weinig stress en een gezond hormonaal balans een essentiële rol in het optimaal verbranden van vet.
    Als je als hardloper met al deze factoren rekening houdt, dan weet ik zeker dat je resultaat zal gaan zien!

    Hieronder leg ik beide factoren in meer detail uit!

    Hoe werkt vetverbranding in het lichaam?

    Voordat we verder ingaan op hoe je met hardlopen vet kan verbranden, leg ik eerst uit hoe het vetverbrandingsproces in het lichaam werkt.

    Vetverbranding in het lichaam bestaat uit een aantal stappen:

    1. Hormonale regulatie
    Vetverbranding wordt gereguleerd door hormonen, waarvan de belangrijkste insuline en glucagon zijn. Insuline, dat wordt vrijgegeven na het eten van koolhydraten, bevordert de opslag van vet in vetcellen. Glucagon, dat wordt vrijgegeven wanneer de bloedsuikerspiegel daalt, stimuleert de afbraak van vetten.

    2. Lipolyse
    Wanneer het lichaam energie nodig heeft, worden signalen van hormonen zoals glucagon en adrenaline naar vetcellen gestuurd. Deze signalen activeren enzymen, genaamd lipasen, die triglyceriden (vetten opgeslagen in vetcellen) afbreken tot vetzuren en glycerol.

    3. Vervoer van vetzuren
    De vrijgekomen vetzuren en glycerol komen in de bloedbaan terecht, waar ze zich binden aan albumine, een eiwit dat vetzuren door het lichaam transporteert naar de spieren en andere weefsels waar ze als brandstof kunnen worden gebruikt.

    4. Beta-oxidatie
    In de spiercellen ondergaan de vetzuren een proces dat beta-oxidatie wordt genoemd. Hier worden de vetzuren afgebroken tot acetyl-CoA, dat vervolgens wordt gebruikt in de citroenzuurcyclus (Krebs-cyclus) om energie te produceren in de vorm van ATP.

    Trainen in de juiste hartslagzones

    Het trainen in hartslagzones is een perfecte manier om zo optimaal mogelijk vet te verbranden tijdens je hardloopsessies.

    Door meer in je hartslagzones te trainen, train je voor jezelf veel specifieker en efficiënter dan als je dit op tempo zal doen. Zo kan je wel op hetzelfde tempo lopen, maar wel een hele andere hartslag hebben. Denk aan de beïnvloedende factoren, zoals wind, helling en ondergrond. Hartslagzones daarentegen, worden niet beïnvloed door deze factoren, waardoor dit een meer betrouwbare methode is om in te trainen.

    Kortom, te hard lopen doe je op tempo al snel, maar bij het trainen in hartslagzones schroef je veel makkelijker het tempo wat lager om goed in je zones te blijven.

    Om te profiteren van ideale vetverbranding, is het belangrijk om laag in je hartslagzones te blijven. Dat wil zeggen, vooral hartslagzone 1 en 2. Als je vanaf hartslagzone 3 of hoger traint, dan ga je meer koolhydraten dan vet verbranden.

    Je zal vast denken, leuk die lage hartslagzones, maar hoe stel ik deze vast als ik deze nog niet heb?

    Allereerst kan je deze laten vaststellen door middel van een sporttest. Dit is de meest nauwkeurige en betrouwbare manier. Een makkelijkere manier is om je maximale hartslag te bepalen en het percentage van je maximale hartslag aan te houden. Voor hartslagzone 1 is dit 50-60% van je maximale hf en voor hartslagzone 2 60-70% van je maximale hf. Voor de berekening van je maximale hartslage nemen we doorgaans 220 – je leeftijd.

    Trainingen van lage en lange intensiteit

    Trainen op lage intensiteit

    Het trainen in lage hartslagzones betekent ook trainen op lage intensiteit, zo’n 50-60% van je maximale kunnen of maximale hartslag. Zo blijf je laag in hartslag voor de optimale vetverbranding. Je lichaam verbrandt deze vetten met behulp van zuurstof, waardoor energie wordt gecreëerd. Voor sommige hardlopers, vooral als je nog beginnend hardloper bent, is stevig wandelen al genoeg om op de vetverbranding te zitten. Voor de wat meer gevorderde lopers, gebeurt dit pas voldoende bij rustig joggen. Daarom is het, nogmaals, goed om je hartslag in de gaten te houden of je op een genoeg lage intensiteit voor jezelf zit.

    Langer trainen voor meer vetverbranding

    Het energiesysteem in je lichaam heeft een enorme grote voorraad aan hoeveelheid vetten, bijna oneindig veel. Dit betekent dat je erg goed, maar vooral erg lang vetten kan verbranden. Voor de vergelijking: vetten kan je uren lang achter elkaar verbranden, koolhydraten tot 1,5 tot 2 uur en maar 15 tot 30 seconden op creatine en fosfaat. Om meer vet te verbranden is het daarom dus goed om op lagere intensiteit wat langer te trainen. Niet langer dan dat je gewend bent, maar wat comfortabel en makkelijk voor je voelt. 

    Vetverbranding na het hardlopen

    Het fijne is dat de vetverbranding in je lichaam al vrij snel op gang komt tijdens je training. Deze vetverbranding blijft zelfs na het hardlopen nog doorgaan, 10-12 uur na activiteit. Dit wordt ook wel het afterburn-effect genoemd. De vetverbranding wordt na activiteit wel minder dan dat deze was tijdens activiteit.

    Wat voor soort trainingen voor de ideale vetverbranding?

    Duurlopen

    Tijdens het doen van duurlopen vertrouwt het lichaam voornamelijk op vetten als energiebron, aangezien de intensiteit laag genoeg is om het gebruik van koolhydraten te minimaliseren. Tijdens duurlopen, loop je continu zonder te stoppen, waardoor het lichaam vetten blijft verbranden. Het is belangrijk om een tempo te kiezen waarbij je comfortabel kunt praten tijdens het hardlopen. Hoe lang de duurloop is, hangt af van wat je zelf aan kan en prettig vindt. Zo kan je ervoor kiezen om een duurloop van een half uur te doen en als je wat meer gevorderd bent een uur of langer.

    Wisseltempo’s

    Naast de langere rustige duurlopen, zijn wisseltempo’s ook goed geschikt voor een betere vetverbranding bij het hardlopen. Wisseltempo’s, zoals de naam al zegt, is een vorm van intervaltraining, waarbij je veel afwisselt in tempo tijdens het lopen. Zo kan je afwisselen in de lagere hartslagzones (zone 1 en 2) om continu op de vetverbranding te zitten of afwisselen met de hogere zones om tijdens de rustige momenten op de vetverbranding te zitten. Bij rustige momenten kan je denken aan de rustpauzes tussendoor of tijdens het lopen op lagere intensiteit.

    Voorbeeld 1
    Als je wil afwisselen binnen de lagere zones: 5 minuten zone 1, 5 minuten zone 2, 5 minuten zone 1, etc. Het aantal minuten en herhalingen kan jezelf bepalen.

    Voorbeeld 2
    Als je wilt afwisselen met de hogere zones: 2 minuten zone 2, 3 minuten zone 1, 2 minuten zone 3, 3 minuten zone 1, 2 minuten zone 4, 3 minuten zone 1, 2 minuten zone 5, en weer opnieuw of afbouwen. Belangrijk hierbij is dus om tussen de hogere zones door voldoende te herstellen. Dit kan je doen door een korte pauze te nemen of voor even op een lagere intensiteit te lopen. Hierdoor loopt de hartslag weer iets terug, waardoor je in de juiste zones zit voor de vetverbranding.

    Hardlopen met regelmaat

    Naast de lengte en intensiteit van de trainingen, is hardlopen met regelmaat ook ontzettend belangrijk. Veel vet verbranden en vooral kilo’s kwijtraken, is niet iets wat je zomaar met één keer hardlopen gedaan hebt. Het lichaamssysteem heeft de tijd nodig om zich aan te passen. Deze aanpassing kan je dus doen door regelmatig hard te blijven lopen. Dat hoeft niet per se veel te zijn, maar wel consistent.

    Zo kan je ervoor kiezen om twee, misschien drie keer per week te lopen en tussendoor rustdagen in te plannen. Stel je loopt drie keer in de week hard. Dan kan je ervoor kiezen om dit maandag, woensdag en vrijdag te doen. Dan neem je dinsdag, donderdag en het weekend rust. Als je dit als vaste planning blijft doen, dan zal je lichaam na een aantal weken zich hierop aan gaan passen. De vetverbranding heb je in de loop van een aantal weken op gang gebracht. Zo lang je voor jezelf consistent blijft, zal deze vetverbranding constant door blijven gaan, waardoor je veel vet kwijt zal gaan raken.

    Kortom, vet kwijtraken met hardlopen is een proces dat weken of zelfs maanden kan duren voordat je resultaat ziet. Geduld hebben en met regelmaat trainen gaat enorm helpen om dit vetverbrandingsproces op gang te brengen en om uiteindelijk resultaat te gaan zien.

    Verhouding vetten / koolhydraten

    Hierboven zien jullie een calorieverbranding, vetverbranding en koolhydraatverbranding van een sporttest uit oktober 2022. Tijdens het hardlopen is er altijd een verhouding tussen verschillende energiesystemen, voornamelijk tussen vetten en koolhydraten. Je hebt altijd een optimale hartslag voor het verbranden van een bepaalde brandstof. In dit geval was de optimale vetverbranding op hartslag 145 (zone 2). Hoe meer je je gaat inspannen, hoe minder vetten en meer koolhydraten je gaat verbranden. 

    Voeding voor ideale vetverbranding

    Naast trainen om af te vallen en vet te verliezen, is een gezond dieet net zo belangrijk. Maar wat bedoel ik met gezond dieet voor optimale vetverbranding? 

    1. Plantaardige voeding

    Plantaardige voeding, is kortweg een voedselbron afkomstig van planten (uit de natuur). Plantaardige voeding zit vol met proteïnen, vitaminen, koolhydraten, antioxidanten, vezels en mineralen. Het voordeel is dat plantaardige voeding in de meeste gevallen laag is in suikers, vetten en calorieën, terwijl je wel belangrijke voedingsstoffen binnen krijgt die je nodig hebt voor nieuwe energie. Kortom, na verloop van je tijd zal je met behulp van dit dieet snel af gaan vallen.

    Voorbeelden van plantaardige voeding zijn:

    1. Groenten en fruit
    Groenten en fruit zijn rijk aan vezels, voedingsstoffen en antioxidanten, en bevatten over het algemeen weinig calorieën. Ze vullen je maag en voorzien je lichaam van essentiële voedingsstoffen zonder een overmatige calorie-inname. Kies voor een verscheidenheid aan groenten en fruit om een breed scala aan voedingsstoffen binnen te krijgen.

    2. Peulvruchten
    Peulvruchten zoals bonen, linzen en kikkererwten zijn uitstekende bronnen van eiwitten, vezels en complexe koolhydraten. Ze bieden langdurige energie en helpen bij het behouden van spiermassa tijdens het afvallen. Daarnaast bevatten ze weinig vet en hebben ze een lage glycemische index, wat betekent dat ze de bloedsuikerspiegel stabiel houden.

    3. Volle granen
    Volle granen zoals quinoa, bruine rijst, havermout en volkoren brood zijn rijk aan vezels en complexe koolhydraten. Ze geven langdurige energie, bevorderen de spijsvertering en kunnen helpen bij het reguleren van de bloedsuikerspiegel. Het kiezen van volle granen in plaats van geraffineerde granen helpt bij het vermijden van snelle suikerpieken en crashes, waardoor je lichaam beter in staat is om vet te verbranden.

    4. Gezonde vetten
    Hoewel plantaardige voeding over het algemeen lager is in vetten, zijn er nog steeds gezonde bronnen van vetten beschikbaar. Deze vetten worden ook wel onverzadigde vetten genoemd en zijn in tegenstelling tot verzadigde vetten wel goed om binnen te krijgen. Daarom kan je verzadigde vetten goed vervangen door onverzadigde vetten. Denk hierbij aan avocado’s, noten, zaden, olijfolie en kokosolie.

    Onverzadigde vetten bieden essentiële vetzuren en kunnen helpen bij het verzadigingsgevoel, waardoor je minder snel honger hebt, een gezonde hersenfunctie, een gezond hart, het stimuleren van de absorptie van voedingstoffen en werken ontstekingsremmend.

    5. Plantaardige eiwitbronnen
    Naast peulvruchten kunnen plantaardige eiwitbronnen zoals tofu, tempeh, seitan en plantaardige eiwitpoeders (zoals erwten- of rijsteiwit) bijdragen aan het behoud van spiermassa en het stimuleren van de vetverbranding. Ze zijn vaak laag in verzadigde vetten en cholesterol, wat bijdraagt aan een gezonde samenstelling van het lichaam.

    6. Hydratatie
    Vergeet niet voldoende water te drinken om gehydrateerd te blijven. Water speelt een cruciale rol bij het metabolisme en kan helpen bij het verminderen van hongergevoelens.

    2. Magere producten

    Voor een betere vetverbranding kan je ook kiezen voor magere producten in plaats van volle producten. Magere voedingsproducten bevatten minder vet en calorieën vergeleken met volle voedingsproducten. Denk aan mager vlees, zoals kip(filet), kalkoen, vis en mager rundvlees.

    Maar ook magere zuivelproducten, zoals magere yoghurt, magere kwark en magere melk als bron van calcium en eiwitten. Verder kan je voor magere bronnen van koolhydraten kiezen, zoals  volkorenproducten (bijvoorbeeld volkorenbrood, volkoren pasta, bruine rijst) en magere granen (bijvoorbeeld havermout). Dit helpt je bij het handhaven van een stabiele bloedsuikerspiegel en het bevorderen van langdurige energie. Deze voedingsmiddelen bevatten vaak meer vezels en voedingsstoffen dan geraffineerde koolhydraten, zoals wit brood en witte rijst.

    3. Vermijd zoveel mogelijk toegevoegde suikers

    Toegevoegde suikers

    Toegevoegde suikers zijn suikers die zijn toegevoegd aan voedingsmiddelen en dranken tijdens de productie of bereiding. Ze dragen vaak bij aan een hoge calorie-inname zonder significante voedingswaarde. Je krijgt dan een grote hoeveelheid aan suikers binnen, die het lichaam niet allemaal kwijt kan om te verbranden. Deze overtollige suikers worden in je lichaam opgeslagen als vetten, waardoor je dus extra vetmassa aan het creëren bent. 

    Voorbeelden van voedingsproducten met toegevoegde suikers

    De meest bekende voedingsproducten met toegevoegde suikers zijn vooral snoep, chocola (vooral wit en melk), koekjes, cake, ijs, maar ook dranken, zoals frisdranken, vruchtensappen en sportdranken. 

    Alternatieven: Voedingsproducten zonder toegevoegde suikers

    Gelukkig zijn er veel gezonde alternatieven, waar eerder natuurlijke suikers inzitten, zonder dat er extra suikers zijn toegevoegd. Voorbeelden van deze gezonde alternatieven zijn vers fruit, kruiden en specerijen, honing, pure chocola en zelfgemaakte snacks met natuurlijk ingrediënten, zoals zelfgemaakte energierepen.

    4. Vermijd vettige hapjes

    Daarnaast heb je nog vettige voeding, en dan heb ik het over voeding met verzadigde vetten. Dit zijn vettige hapjes, zoals chips, pizza en gefrituurde snacks, zoals friet en bitterballen. Gelukkig zijn ook deze vettige snacks goed te vervangen. Denk hierbij aan vers of gedroogd fruit, groenten snacks, natuurlijke noten en zaden, rijstwafels met natuurlijk beleg, popcorn en volkoren crackers met natuurlijk beleg. Op deze manier vermijd je een grote hoeveelheid vet dat in je lichaam wordt opgeslagen.

    Overige factoren voor betere vetverbranding

    Naast training en voeding, spelen er nog andere factoren een rol bij de vetverbranding. De drie belangrijkste factoren die vaak over het hoofd worden gezien zijn, slaap, stress en de hormonale balans.

    1. Slaap

    Het belang van een goede nachtrust

    Een goede nachtrust speelt een cruciale rol bij het herstel en het verbranden van vet. Tijdens de slaap ondergaat ons lichaam verschillende herstel- en regeneratieprocessen die essentieel zijn voor een gezonde stofwisseling. Ten eerste wordt tijdens de slaap het hormoon ghreline, dat verantwoordelijk is voor het stimuleren van eetlust, onderdrukt, terwijl het hormoon leptine, dat een gevoel van verzadiging bevordert, wordt verhoogd. Dit helpt om eetlust en hongergevoelens onder controle te houden. Hierdoor krijg je tijdens het slapen dus geen honger.

    Urenlange vetverbranding

    Tijdens het slapen is je hartslag lager dan overdag als je wakker bent. Zoals eerder gezegd, helpt een lage hartslag bij een efficiënte vetverbranding. Je lichaam verbrandt dan met behulp van zuurstof vet, wat vetoxidatie wordt genoemd. Deze efficiënte vetverbranding duurt uren, waarbij je tussendoor niets eet. Dit verklaart ook waarom je ’s ochtends uit bed lichter bent dan overdag, omdat je lichaam urenlang vet heeft verbrandt zonder enige vorm van inname.

    Tips voor betere vetverbranding tijdens het slapen

    Om de voordelen van slaap voor vetverbranding te maximaliseren, is het belangrijk om te streven naar een consistente slaaproutine en voldoende slaapuren te krijgen. De meeste volwassenen hebben gemiddeld 7-9 uur slaap per nacht nodig, hoewel dit per persoon kan variëren. Het creëren van een slaapvriendelijke omgeving, het vermijden van stimulerende middelen zoals cafeïne en schermtijd voor het slapengaan, het toepassen van ontspanningstechnieken, zoals meditatie kunnen helpen om een goede nachtrust te bevorderen.

    Een andere tip is om twee uur voor het slapen gaan niets meer te eten. Op deze manier zorg je ervoor dat de vetverbranding voor het slapen gaan al op gang komt, waardoor de vetverbranding tijdens het slapen nog beter werkt.

    2. Stress

    Ook stress kan de boosdoener zijn van een mindere vetverbranding. Stress kan namelijk een negatieve impact hebben op lichaam en geest. Denk hierbij aan:

    1. Hormonale balans
    Langdurige of chronische stress kan leiden tot verhoogde niveaus van het stresshormoon cortisol in het lichaam. Hoge cortisolniveaus kunnen de stofwisseling vertragen en de vetopslag bevorderen, met name rond de buikstreek.

    2. Eetgedrag en hunkeringen
    Stress kan een negatieve invloed hebben op ons eetgedrag. Sommige mensen hebben de neiging om te overeten of ongezonde voedingskeuzes te maken als reactie op stress. Dit kan leiden tot een overschot aan calorieën en een verhoogde opslag van lichaamsvet.

    3. Kwaliteit van slaap
    Stress kan ook de kwaliteit van de slaap beïnvloeden. Slechte slaap kan leiden tot hormonale onbalans, verhoogde eetlust en verminderde energie. Dit kan de vetverbranding verstoren en het moeilijker maken om gewicht te verliezen.

    4. Minder goed herstel
    Ook zorgt teveel stress voor een verminderd of vertraagd herstel. Hierdoor is de kans op blessures groter als je weer wilt gaan trainen. Goed hersteld zijn voor een nieuwe training is cruciaal voor een optimale vetverbranding en om je lichaam een positieve trainingsprikkel te geven.

    Hoe kan ik deze stress verminderen?

    Gelukkig zijn er verschillende manieren om stress te verminderen. Denk hierbij aan ontspanningsoefeningen, zoals ademhalingstechnieken, yoga en meditatie. Maar ook voldoende tijd voor jezelf nemen, een gezonde leefstijl en effectief plannen, oftewel timemanagement.

    Als laatste speelt ook de hormonale balans een belangrijke rol bij het bereiken van een betere vetverbranding en gewichtsverlies. Ons hormonale systeem reguleert verschillende processen in ons lichaam, waaronder de stofwisseling, eetlust en vetopslag. Een optimale hormonale balans is essentieel voor een efficiënte vetverbranding. Hier zijn enkele belangrijke hormonen die een rol spelen bij het bereiken van een betere vetverbranding:

    1. Insuline
    Insuline is een hormoon dat verantwoordelijk is voor het reguleren van de bloedsuikerspiegel. Een hoge insulinespiegel kan de vetverbranding belemmeren, omdat het lichaam dan de voorkeur geeft aan het verbranden van glucose (koolhydraten) als energiebron. Het handhaven van een stabiele bloedsuikerspiegel door het vermijden van grote schommelingen in de bloedsuikerspiegel helpt om de insulinegevoeligheid te verbeteren en de vetverbranding te stimuleren.

    2. Leptine: Leptine is een hormoon dat betrokken is bij de regulatie van de eetlust en het metabolisme. Het geeft signalen af aan de hersenen wanneer we verzadigd zijn en wanneer het lichaam energie nodig heeft. Een gezonde leptinespiegel is belangrijk om overeten te voorkomen en het energieverbruik in balans te houden.

    3. Ghreline: Ghreline is een hormoon dat de eetlust stimuleert. Wanneer de ghrelinespiegels hoog zijn, ervaren we hongergevoelens. Het handhaven van een gezonde hormonale balans helpt om ghreline onder controle te houden en overeten te verminderen.

    4. Cortisol: Cortisol is het stresshormoon en speelt een rol bij de regulatie van de bloedsuikerspiegel en het metabolisme. Langdurige of chronische stress kan leiden tot verhoogde cortisolniveaus, wat de vetverbranding belemmert en gewichtstoename bevordert. Effectief stressmanagement is belangrijk voor het handhaven van een gezonde cortisolbalans.

    Hoe kan je een gezond hormonaal balans bevorderen?

    Om een gezonde hormonale balans te bevorderen, zijn er verschillende maatregelen die je kunt nemen:

    – Eet een gebalanceerd dieet dat rijk is aan voedzame voedingsmiddelen, zoals granen, magere eiwitten, gezonde vetten, groenten en fruit.
    – Vermijd sterk bewerkte voedingsmiddelen en voedingsmiddelen met toegevoegde suikers, omdat deze de bloedsuikerspiegel kunnen verstoren en de insulinerespons kunnen beïnvloeden.
    – Zorg voor voldoende slaap van goede kwaliteit, omdat slaaptekort de hormoonbalans kan verstoren.
    – Beheers stressniveaus door middel van ontspanningstechnieken, lichaamsbeweging en het creëren van een gezonde levensstijl.
    – Luister naar je lichaam en zorg voor voldoende rust en herstel tussen je hardloopsessies.

    09.02.2024 – Thermoregulatie

    Gaandeweg hebben we als mens onze thermoregulatie skills wat in slaap gewiegd. Thermoregulatie was in de oertijd een cruciale voorwaarde voor de overlevingskansen, maar is dat vandaag nog steeds – en dan zeker in topsport omdat spierarbeid nu eenmaal veel warmte produceert.

    Hoe werkt de regulatie van de lichaamstemperatuur?

    De hypothalamus is het regelcentrum van de lichaamstemperatuur. De hypothalamus bevat temperatuurgevoelige delen: de thermoreceptoren. Daarnaast zijn er thermoreceptoren in de huid en het ruggenmerg. Serotonine en dopamine zijn de belangrijkste neurotransmitters die bij temperatuurregulatie een rol spelen.

    Waarom kan mijn lichaam mijn lichaamstemperatuur niet goed regelen?

    Een verstoring in de regulatie van de lichaamstemperatuur kan voorkomen door  verandering van het zenuwstelsel. Iemand kan in dat geval het te koud hebben, of zich te warm voelen met een lichaamstemperatuur rond de 38°C. Iemand kan zelfs koorts hebben en ’s nachts wakker worden, nat van het zweet.

    Heeft zweten met conditie te maken?

    Je zweetproductie kan net stijgen doordat je beter in conditie bent. De reden hiervoor heeft alles te maken met de warmteregulatie van het lichaam. Zweten is de efficiëntste methode van het lichaam om overtollige warmte te verliezen. Het is een natuurlijk mechanisme dat ervoor zorgt dat je niet oververhit geraakt.

    Er zijn verschillende manieren om warmte op te nemen of af te staan, deels reguleerbaar :

    • geleiding of conductie : het direct opnemen van warmte van, of afgeven aan de omgeving, doordat warmte stroomt van warm naar koud; dit wordt versterkt als het materiaal stroomt, omdat er dan steeds weer nieuw warm of koud materiaal is
    • straling of radiatie : de opname van warmte door binnenkomende straling van voorwerpen, mensen en dieren die warm zijn, en afgifte van warmte door uitgaande straling door eigen warmte
    • stroming of convectie : opname en afgifte van warmte
    • verdamping of evaporatie : afgifte door het verdampen van water door zweten, hijgen

    Waarom heb ik het plots koud na mijn training?

    Hoewel je na je loopsessie wellicht goed bent opgewarmd, kan dit effect snel verdwijnen. Sommige lopers krijgen nadat ze een tijdje gestopt zijn met lopen te maken met een koud gevoel, waarbij ze zelfs beginnen te rillen en moeite hebben om opnieuw op te warmen. Hoe komt dat?

    Optimale temperatuur

    Het lichaam probeert altijd zijn eigen temperatuur rond de 37 graden te houden. Wanneer je loopt, stijgt je lichaamstemperatuur en zal je lichaam deze warmte proberen af te voeren om de optimale temperatuur van 37 graden te behouden. Dit doet je lichaam door te zweten en je bloedvaten in je huid te verwijden.

    Wanneer je eenmaal stop met lopen, stoppen je spieren ook met warmte genereren. Je lichaamstemperatuur blijft echter nog wel een tijdje verhoogd. Dat betekent dat het systeem van ‘warmte-afvoer’ nog wel steeds actief is: sommige lopers voeren de warmte te snel en effectief af, zodat ze te veel warmte verliezen en hun lichaamstemperatuur zelfs daalt tot voorbij het ‘normale’ punt. Dat veroorzaakt een gevoel dat je het ijzig koud hebt en het lichaam schreeuwt om opgewarmd te worden. Hierdoor treden ook lichaamsreacties in actie die voorkomen dat je lichaam nog meer warmte verliest. Denk hierbij aan rillen en bloedvaatvernauwingen (de bekende blauwe vingers).

    Hoe kan je dit voorkomen?

    Heb jij hier vaak last van? Pas volgende keer deze vier tips toe om een te felle daling in je lichaamstemperatuur te voorkomen :

    • Een cooling-down na je training helpt je lichaamstemperatuur opnieuw op een rustige manier naar een normaal punt te brengen.
    • Trek natte en bezwete kledij zo snel mogelijk uit na je loopsessie.
    • Neem een warme douche of warm bad om je lichaamstemperatuur indien nodig weer te verhogen.
    • Neem iets om te eten. Eten produceert warmte – ook bekend als voedsel-geïnduceerde thermogenese -, waardoor een simpele hap al kan helpen om niet te fel af te koelen. Een dampende kop warme chocolademelk of een tas melk met honing is de ideale after-run verwennerij om goed te herstellen van je inspanning.

    COOLING-DOWN

    • Een cooling down moet je eigenlijk sowieso doen na een intensieve training of wedstrijd (en liefst ook in de andere gevallen). Op die manier laat je de hoeveelheid circulerend bloed en je hartslag geleidelijk zakken.
    • Wat gebeurt er als je hier vierkant je voeten aan veegt en na een intensieve inspanning bruusk stopt? Dan bestaat de kans dat je duizelig wordt of zelfs flauwvalt omdat er heel veel bloed in je benen achterblijft. Extra voordeel van een cooling down: de afvoer van afvalstoffen uit de spieren. Daardoor heb je meer kans om spierstijfheid te voorkomen.
    • Wees dus verstandig en loop na je inspanning enkele minuten aan een heel rustig tempo uit. Vind je dit saai? Dan kun je kiezen voor bodyweight oefeningen op een lage intensiteit. Stretchen past eveneens perfect in een cooling down. Rekken en strekken helpt je rustig af te koelen, en is ook nog eens goed voor je flexibiliteit! Maar wat voor jou een goede cooling down is, is vooral afhankelijk van de sport die je beoefent, en waar jij je prettig bij voelt. Kies dus oefeningen die goed aanvoelen, en onthoud dat een cooling down niet langer hoeft te duren dan 10 minuten.
    • Ook bodyweight oefeningen als jumping jackslunges en squats passen, mits rustig uitgevoerd prima in een cooling down. Een laatste categorie oefeningen die je in je cooling down kunt opnemen, zijn rekoefeningen. Dit zijn enkele voorbeelden :

    1. Cobra stretch (onderrug)
    Ga op je buik liggen en druk jezelf met je armen omhoog, terwijl je heupen op de grond blijven.

    2. Cat cow stretch (gehele rug)
    Ga op handen en knieën zitten en maak je rug afwisselend hol en bol.

    3. Warrior pose (heupen, kuiten, rug)
    Zet een grote stap naar voren. Met je andere been druk je je heup naar voren. Tegelijkertijd strek je je handen boven je hoofd zo ver mogelijk uit.

    4. Knees pulled in stretch (heupen en onderrug)
    Ga op je rug liggen en trek je knieën naar je borst toe.

    26.01.2024 – Motivatie

    Natuurlijk ben je moe, maar trek gewoon je sportschoenen aan en ga dat rondje hardlopen. Ook wanneer jij je nog liever aan de bureaustoel vastniet dan dat je nóg één keer die presentatie naloopt… je hoeft er geen zin in te hebben om het gedaan te krijgen.

    “Wie zegt dat je moet wachten tot je ‘zin hebt’ om iets te doen? Het probleem is niet dat jij ongemotiveerd bent — jij denkt dat je gemotiveerd moet zijn.

    … dat hoeft dus niet, soms doe je ook gewoon dat loopje zonder op voorhand er veel zin in te hebben, achteraf ben je natuurlijk altijd tevreden het gedaan te hebben.

    Als je ergens voor gemotiveerd bent, gaat het je beter af dan wanneer de motivatie ver te zoeken is. Herken je dat zelf ook? Motivatie is een belangrijke bepaler voor het menselijke gedrag. 

    Motivatie is de drijfveer of reden van een individu om tot een actie of prestatie te komen. Het kan de persoon drijven tot een (gewenste) gedragsvorm. Motivatie bestaat uit een samenhang tussen verschillende factoren waaronder de biologische (aangeboren) en cultuurafhankelijke (aangeleerde) eigenschappen.

    De motivatie van een persoon wordt sterk beïnvloed door de verwachtingen die deze heeft over de eigen effectiviteit, de moeilijkheidsgraad van een handeling en de mogelijke uitkomst(en) van zijn handelen. Een persoon zal logischerwijs minder gemotiveerd zijn tot een handeling waarvan deze verwacht dat die nooit zal slagen of tot niets goeds zal leiden. De invloed van verwachtingen op de motivatie is uitgewerkt in diverse theorieën.

    Zelfeffectiviteit

    Zelfeffectiviteit is het vertrouwen van een persoon in de eigen bekwaamheid om met succes invloed uit te oefenen op zijn of haar omgeving, bijvoorbeeld door een bepaalde taak te volbrengen of een probleem op te lossen.

    Zelfeffectiviteit wordt als een belangrijk element gezien in theorieën over motivatie. Personen zijn sneller gemotiveerd voor een bepaalde handeling als zij het idee hebben dat zij over de bekwaamheid beschikken om deze met succes te verrichten. 

    Verwachtingstheorie

    Volgens de verwachtingstheorie hangt de sterkte van motivatie voor een handeling af van drie factoren: verwachtinginstrumentaliteit (een goede prestatie zal leiden tot de gewenste uitkomst) en valentie (binding). Als mensen de keuze hebben tussen verschillende handelingsopties, zullen zij kiezen voor de optie met de grootste motivatiesterkte. 

    Fantasie

    Als een persoon een doel wil behalen, zal het vaak zo zijn dat deze eerst een positieve fantasie over dit doel heeft. Iemand zal het meest gemotiveerd zijn als deze een positieve fantasie over het behaalde doel heeft en deze fantasie contrasteert met wat er gebeurt als de benodigde inzet niet wordt geleverd. Blijft het alleen bij de positieve fantasie, dan neemt de motivatie juist af, wellicht omdat de geest voor de gek gehouden wordt door de fantasie en denkt dat het doel al is behaald.

    Er zijn verschillende soorten motivatie

    • A-motivatie: Je bent niet gemotiveerd. Dit is het nulpunt, je gaat iets echt niet doen.
    • Extrinsieke motivatie: Je voert veranderingen door omdat iemand anders vindt dat dit moet. Bijvoorbeeld je partner of je dokter.
    • Intrinsieke motivatie: Je doet iets omdat je dat zelf wilt.

    Wat is intrinsieke motivatie?

    Intrinsieke motivatie is de heilige graal bij gedrag en gedragsverandering. Het staat symbool voor een drijfveer die uit de persoon zelf afkomstig is en in stand blijft. Het vergroten van intrinsieke motivatie is dan ook een veelgehoord doel. 

    Waaruit blijkt dat iemand gemotiveerd is? Als gedrag intrinsiek gemotiveerd is dan zie je dat gedrag herhaald wordt, zonder dat daar vanuit de omgeving iets voor nodig is.

    Zelfdeterminatie

    Volgens de zelfdeterminatietheorie van Canadese wetenschappers Richard Ryan & Edward Deci raken mensen uit zichzelf gemotiveerd als voldaan wordt aan drie voorwaarden:

    • autonomie: je hebt het gevoel dat je uit vrije wil iets doet.
    • competentie: je hebt het gevoel dat je vooruitgang boekt.
    • verbondenheid: je hebt het gevoel dat je ergens bij hoort.

    Hoe krijg je meer motivatie? Motivatie groeit op het moment dat je hier zelf de meerwaarde van inziet. Je ervaart dat iets werkt, het jou helpt. De mens houdt zich vaak vast aan dezelfde denkbeelden, totdat de mens iets nieuws ervaart. ‘Ik hou niet van reizen’, totdat je op een parelwit strand staat bij een azuurblauwe zee. ‘Sporten is niets voor mij!’, totdat je merkt hoe fit je je voelt als je meer dan gemiddeld bewogen hebt. Door dingen te ervaren die ze voorheen niet kenden, wijzigen mensen hun standpunt. Wil je intrinsieke motivatie stimuleren? Doe dan iets anders dan je gewend bent. Zorg ervoor dat hetgeen wat je ervaart, een goed gevoel geeft

    12 manieren om jezelf te (blijven) motiveren

    1. Zoek het gezelschap op van gemotiveerde mensen
    Zij geven je energie, en je kan jezelf spiegelen aan hun succesvolle strategieën.

    2. Stel doelen voorop
    Blijf wel flexibel, een plan is geen doel op zich.

    3. Conditioneer je geest
    Leer jezelf aan om positieve gedachten te hebben en om negatieve gedachten weg te duwen.

    4. Hou jezelf verantwoordelijk voor je resultaten
    Jij, en niet geluk, het lot of God, hebt het roer in handen.

    5. Conditioneer je lichaam
    Let op wat je eet en doe voldoende lichaamsbeweging.

    6. Vermijd negatieve mensen
    Ze verspillen je tijd.

    7. Verruim je horizon
    Doe niet elke dag hetzelfde op dezelfde manier.

    8. Wees niet (te) perfectionistisch
    Dat maakt je een piekeraar. Niet piekeren, maar doen! Dat is pas een goede leuze.

    09. Leer van je fouten
    Begrijp wat je tekortkomingen zijn.

    10. Relativeer succes
    Word niet zelfgenoegzaam, blijf ook ambitieus na een behaald succes.

    11. Formuleer doelen op een dwingende manier
    Dus niet: “Ik wil” of “Ik ga proberen om”, maar “Ik moet”.

    12. Passiviteit is de snelste weg naar falen
    Geen actie nemen, leidt altijd tot mislukkingen.

    18.01.2024 – Emo-eten

    Hoogoplopende emoties en stresslevels op ongeziene hoogtes … je probeert jezelf te kalmeren. Een “emo-eter” grijpt naar comfort food, iets ‘lekkers’.

    Lach emo-eten dus niet zomaar weg. In beperkte mate vormt het meestal geen gevaar, maar emo-eten kan een serieuze impact hebben op je leven.

    Wat is emo-eten?

    Negatieve gevoelens weg eten doen we vaak onbewust. Gebeurtenissen roepen bepaalde gevoelens op, die op hun beurt het emo-eten triggeren. Was het een stresserende dag op het werk? Vond er een woordenwisseling plaats tussen jou en iemand die je liefhebt? Voelde je je eenzaam? Dan is de verleiding groot om naar iets zoet, zout of vettig te grijpen. Je stormt je keuken in en schuimt de kasten en frigo af, zoekend naar iets dat jou op dat moment kan bedaren. Je hebt een craving naar troost of comfort en zoekt dit in eten.

    Het mag je soms geholpen hebben, emo-eten doet het lang niet altijd. Integendeel. Emo-eten kan op lange termijn uitmonden in een eetstoornis.

    38% doet regelmatig aan emo-eten

    Recent onderzoek zocht naar de link tussen stress en voedsel. Van alle deelnemers gaf 38% aan dat ze zich in de voorbije maand overeten hadden met ongezonde snacks. Van hen bevestigde ongeveer de helft dat dit wekelijks of meermaals per week gebeurde. 33% van de respondenten bleek zichzelf te overeten door stress of om hen af te leiden van hun stress. Eten door stress is iets dat zo’n 27% van de respondenten kon beamen.
    In datzelfde onderzoek werd ook bevraagd hoe de deelnemers zich voelden na emo-eten. Ongeveer de helft (49%) gaf aan dat ze teleurgesteld waren in zichzelf, 46% had een slecht lichaamsbeeld en 36% voelde zich lui.

    Ben je een emo-eter?

    Je bent niet alleen, heel veel mensen kampen ermee met als voornaamste redenen :

    1. Boosheid/angst
    Zeg jij je gezonde gewoontes vaarwel wanneer stress de overhand neemt? Of is die zak chips kansloos wanneer je bloed kookt van woede? Dan ben je waarschijnlijk een boze/angstige eter.

    2. Perfectionisme
    Kan je niets echt loslaten? Streef je ernaar alles perfect te doen, om perfect te zijn? Wil je altijd iedereen gelukkig maken ongeacht de implicaties voor jezelf? Dan is de kans groot dat situaties waarin je perfectionistisch kantje grondig op de proef wordt gesteld, je richting ongezonde snacks duwen.

    3. Comfort/beloning
    Voelt eten voor jou als een ontspanning? Brengt het een soort rust in je leven? Dan ben je misschien wel een comfort/beloningseter. Zowel wanneer je je terneergeslagen voelt als wanneer je in pure extase bent, geeft eten je een comfortabel gevoel.

    4. Moeheid
    Moeheid heeft een grote invloed op ons eetpatroon en levenskwaliteit. Eet jij extra snacks omdat je je moe voelt en je energielevel weer de lucht in wilt krijgen? Dan mag je jezelf tot de zombie-eters rekenen.

    Zodra zich een situatie voordoet waarbij de verleiding om te emo-eten groot is, kan je makkelijker ingrijpen.

    Is emo-eten gevaarlijk voor je gezondheid?

    Emo-eten is een complex gegeven. De gevolgen spelen zich zowel op fysiek als op mentaal vlak af. Zo kan je in een vicieuze cirkel terechtkomen waardoor je na verloop van tijd gewicht bijkomt. Het begin van een jojo-effect. Je komt bij door het emo-eten. Je wilt vermageren en gaat op dieet. Misschien laat je je zelfs verleiden door de mooie beloftes van een crashdieet. Je viel wat af en werd opnieuw getriggerd door je emoties. Je voelt je slecht omdat je denkt dat je dieet volledig naar de vaantjes is. Die gevoelens lokken op hun beurt opnieuw een eetbui uit. En zo blijf je in die negatieve spiraal hangen. Plots weeg je meer dan voor je op dieet ging. Het is een harde realiteit voor veel emo-eters.

    Op die manier kan emo-eten bijdragen aan overgewicht, obesitas, een verstoorde relatie met eten en mentale problemen.

    Hoe stop je met emo-eten?

    De vicieuze cirkel doorbreken kan. Met deze praktische tips help je jezelf stap voor stap.

    1. Stop met je schuldig voelen
    Schuldgevoelens brengen je helemaal nergens. Je slecht voelen na een eetbui gaat je heus niet helpen wanneer je opnieuw overmand wordt door emoties. Zoals al gezegd kan het je zelfs dieper duwen dan voordien.

    2. Laat verleidingen in de winkel liggen
    Wat niet in je kast ligt, kan je niet opeten. Laat dus al dat lekkers dat je zou opeten tijdens een eetbui in de winkel liggen. Met dit simpel truckje help je jezelf een heel eind vooruit. Op een moeilijk moment ga je zo minder snel iets in een opwelling opeten.

    3. Wacht 10 minuten voor je iets opeet
    Geef jezelf de kans om je te bedenken. Wacht dus even voor je soelaas zoekt in de frigo of de kast. Voel je de nood om te eten? Wil je getroost worden? Verplaats je naar een andere ruimte. Maak een korte wandeling, zet wat muziek op, lees een boek.

    4. Schrijf eerst je gevoelens neer voor je naar een snack grijpt
    Je gevoelens van je afschrijven is een veelgebruikte techniek om je gedachten te ordenen en jezelf te kalmeren. Er is geen nood om je gevoelens te verbloemen.

    5. Herken wat je triggert
    Weten wat jou aanzet om een doos koeken soldaat te maken is weten waar je op moet letten. Het identificeren van je triggers zorgt ervoor dat je ze kan managen en naast je neerzetten.

    6. Kies voor gezonde snacks
    Emo-eters kiezen haast altijd voor ongezonde snacks. Zorg ervoor dat er enkele lekkere, maar gezonde snacks in huis liggen. Denk aan rauwe wortelen, komkommer, radijzen, rozijnen, aardbeien, nectarines, peren, appelen, humus, …

    7. Slaap voldoende
    Een hardnekkig slaaptekort heeft een grote impact op je mentaal welzijn. Moe ben je gevoeliger aan triggers en lopen je emoties hoger op. Goed uitgerust daarentegen ben je meer bestand tegen invloeden van buitenaf.

    8. Stop met diëten
    Diëten werkt niet op de kern van het probleem, namelijk de emoties. Daarnaast heeft het woord ‘dieet’ een negatieve connotatie, sommige voedingsmiddelen worden zelf als slecht bestempeld. Daarnaast kent een dieet een begin en een einde waardoor na het einde vaak een herval komt omdat het dieet je niet leert omgaan met de periode erna.

    9. Samen sta je sterker
    Emo-eten aanpakken is een teamsport. Wie zich laat bijstaan door vrienden, familie of een professional is veel beter opgewassen voor een tegenslag. En ja een tegenslag zal en mag er zijn, dit hoort bij het proces. Dan is het belangrijk een sterk netwerk te hebben om het traject verder te zetten.

    10. Beweeg
    Geen betere manier om je hoofd leeg te maken en je gedachten naar eten te stoppen dan je schoenen aantrekken en een fixe wandeling te maken of dat kort of lang loopje.
    Je zal ook merken dat je achteraf veel minder zin hebt in eten.

    10.01.2024 – Goede voornemens

    De feestdagen zijn inmiddels achter de rug en voor velen is dat….

    Nieuw jaar, nieuwe doelen en nieuwe goede voornemens. En zelfs als je niet aan goede voornemens doet, dan zijn er vast dingen die je graag zou willen doen – of juist achterlaten in het vorige jaar.

    Komen gedachten als: ‘Ik zou echt vaker krachttraining moeten doen’, of; ‘Ik zou echt vaker moeten stretchen’, jou bekend voor? Lees dan snel verder. Ik zet namelijk een hoop tips voor je op een rijtje.

    Een gouden regel… stel haalbare doelen, begin met kleine aanpassingen, dat ga je langer volhouden!

     (Vaker) krachttraining doen

    Een lijstje afwerken met eentonige oefeningen is waarschijnlijk niet je grootste hobby. Maar krachttraining wil je als hardloper liever niet overslaan. Je wordt er niet alleen sterker van, krachttraining versterkt ook je immuunsysteem en je voorkomt er blessures mee. Maak het daarom leuk: Spreek wekelijks af met een trainingsmaatje, zet een foute playlist op, ga op zoek naar oefeningen die je wél leuk vindt, en wissel eens af met een groepsles in de sportschool, zoals bootcamp, cardio/core, HIIT of bodypump.

    Wil je je benen versterken? Dan zijn dit, zie onder, de beste oefeningen om de klus te klaren. Varieer met deze oefeningen en plan twee a drie krachttrainingen in de week. Voor lopers is het ook goed ze – zo mogelijk – met één been uit te voeren. 

    Voer de reeksen uit gedurende 40 seconden per oefening in 3 sets.

    1. SQUAT

    2. Kettlebell swing

    3. Single leg dead lift

    4. Side Lunge

    5. Box Jump

    6. Step up with kick back

    7. Curtsy Lunge

    8. Hip bridge

    9. Split Jump

    10. Dead lift

    11. Side step-up

    12. Jump squat

    13. Burpee

    14. Pistol squat

    15. Bulgarian squat

    (Vaker) stretchen

    Geen tijd, geen zin of niet eens aan gedacht. Stretchen is zoiets wat je makkelijk overslaat. Maar zeker als je urenlang achter je bureau hebt gezeten, is het belangrijk om de schade te beperken. Van urenlang zitten na een hardlooptraining kunnen je kuiten, heupbuigers en hamstrings namelijk strakker worden. Daarnaast zal je langzamer herstellen als je stretchen overslaat en loop je een groter risico op blessures.

    Houd in je planning daarom rekening met aantal dynamische stretchoefeningen voor je training en statische stretchoefeningen na je training. Op die manier voorkom je dat je geen tijd hebt voor stretchen. Ook zul je stretchen na je training minder snel overslaan. Want je weet; van uitstel komt afstel.

    Leg de dag voor je training iets klaar in de woonkamer dat je herinnert aan je stretchoefeningen, bijvoorbeeld een yoga mat waarop je de oefeningen uitvoert. Of plak een briefje op je spiegel in de badkamer.

    Statisch stretchen

    Statische stretchoefeningen zijn de traditionele old-school methodes die iedereen kent, zoals je tenen aanraken en dit 30 seconden volhouden. Statische stretchoefeningen kunnen het bewegingsbereik en de bloedstroom verbeteren, wanneer je deze doet na het hardlopen als je spieren warm zijn. Daarnaast helpt het bij herstel en mentale stress.

    Een voorbeeld van een statische stretch voor hardlopers is de ‘wall calf stretch’. Ga een tot twee meter van een muur staan, stap met je rechtervoet naar voren en plaats de bal van je voet tegen de muur terwijl je hiel op de grond staat. Plaats je handen op de muur ter ondersteuning. Houd deze positie 30 seconden tot een minuut vast en wissel dan van voet. Door de positie een tijdje aan te houden, maak je de spier losser en stimuleer je de bloedtoevoer naar het gebied.

    Statische stretchoefeningen kunnen echter schadelijk zijn voor je spieren als je ze voor het hardlopen doet. Je moet je voorstellen dat je spieren als een elastiekje zijn. Als je in één snelle beweging aan het elastiekje trekt en het vasthoudt, scheurt het aan de randen en beschadigt het de elasticiteit.

    Dynamisch stretchen

    De theorie achter dynamisch rekken is dat als je zachtjes aan dat elastiekje trekt in korte sets, het geleidelijk langer wordt zonder de elasticiteit te schaden. Je gebruikt korte, gecontroleerde herhalingen om je spieren geleidelijk losser te maken voor een activiteit. Vaak bootsen dynamische stretchoefeningen de beweging van die specifieke activiteit na.

    Een voorbeeld van een dynamische stretch voor je hardlooptraining is ‘beenzwaaien. Ga loodrecht tegen een muur staan en plaats je hand tegen de muur om je vast te houden. Zwaai nu je been in zijn natuurlijke bewegingsbereik naar voren en naar achteren. Zo’n stretch bevordert de natuurlijke beweging van je lichaam, waardoor je precies die spieren opwarmt die je tijdens het hardlopen gebruikt zonder ze te overbelasten en mogelijk te beschadigen.

    Wanneer moet je stretchen?

    Het maakt niet uit op welk moment van de dag je stretcht, zolang je maar dagelijks stretcht. ‘Wat mensen tegenhoudt om het te doen is dat het een grote tijdsinvestering lijkt’. ‘Maar echt, als je dagelijks 5 tot 10 minuten stretcht, kun je een hoop bereiken.’ Of je nu ’s ochtends stretcht om jezelf wakker te maken of voor het slapen gaan stretcht om te ontspannen, het zal een groot verschil maken.

    Als je die dag van plan bent om te gaan hardlopen, moet je zeker voor en na het hardlopen rekken en strekken. Dynamisch stretchen vooraf helpt je spieren op te warmen, waardoor de kans op blessures afneemt. Statisch rekken erna bevordert het herstel en de doorbloeding. Het is geen activiteit die je er even naast kunt doen, het is een noodzakelijk onderdeel van je trainingsschema.

    Welke spieren stretchen na hardlopen?

    Heupen

    Hamstrings / benen

    Bilspieren

    Rug

    Meer groenten eten

    Ga voor je favorieten
    Eet geen boerenkool als je er niet van houdt. Kies voor een groente die je graag wilt eten, ook als die net wat duurder is of niet bekendstaat als superfood.

    Voeg ze toe aan je menu
    Als je groente koopt, weet dan wat je ermee wilt doen. Doe je spinazie door een omelet, maak je er een post-training smoothie van of stop je de groente in een maaltijdsalade?

    Begin met de groenten
    Neem eerst de salade of andere gezonde bijgerechten, zodat je niet al vol zit voor je eraan toekomt. Bestel in een restaurant een groentesoep of salade als voorgerecht; dan krijg je waarschijnlijk in totaal minder calorieën binnen.

    Ga voor gezonde snacks
    Wissel chips en snoep in voor een combinatie van groenten en eiwitten: bijvoorbeeld worteltjes met hummus, of tonijn op plakjes komkommer.

    22.12.2023 – Rugklachten

    Heb jij ook wel eens last van (lage) rugklachten?

    Je bent jammer genoeg niet de enige, want 80% van de Belgen heeft ooit last van lage rugklachten gehad. Wanneer je een lange tijd achter elkaar staat of juist zit, verergeren de klachten vaak. Ook hardlopen kan de pijn verergeren. Maar met een goede opbouw en de juiste oefeningen hoeft rugpijn geen probleem te zijn! 

    Anatomie van de rug

    De basis van de rug wordt gevormd door de wervelkolom. Tussen de wervels in de wervelkolom zitten tussenwervelschijven. Deze schijven zorgen voor schokdemping en zijn daarnaast van belang voor de beweeglijkheid van de wervelkolom. Een van de functies van de wervelkolom is het beschermen van het ruggenmerg, een bundel van zenuwbanen.

    De stabilisatie van de rug wordt voor een groot deel verzorgt door ligamenten en banden. Ze zorgen er bijvoorbeeld voor dat de wervels niet te veel ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Tot slot omvat de rug enorm veel spieren. Er zijn zowel kleine spiertjes als hele grote spieren, ieder met eigen specifieke functie. Al deze spieren samen maken het mogelijk om verschillende bewegingen te maken met de rug.

    Oorzaak van rugklachten

    Meestal is een samenspel van factoren verantwoordelijk voor het ontstaan van rugklachten.

    Denk bijvoorbeeld aan houdingsafwijkingen (versterkte bolling bovenrug en/of een versterkte holling van de onderrug) of aan standsafwijkingen van het bekken, een beenlengteverschil, en/of hol- of knik-platvoeten. Dit kan in combinatie met een te snelle trainingsopbouw en/of een eenzijdige sport– (of werk!) belasting klachten in de hand werken. Berucht zijn met name heuveltraining en sprongkrachttrainingen. Ook hardlopen op harde ondergrond (asfalt, beton) met onvoldoende schokdemping kan uitlokkend zijn. Daarnaast kunnen verkorte en/of te zwakke spiergroepen lage rugklachten in de hand werken.

    Zorg dat je spieren goed op lengte zijn en zorg voor een krachtig spierkorset van rug- en buikspieren, alsook van sterke bil- en bovenbeenspieren. Daarbij is het belangrijk om te zorgen voor een juiste techniek wanneer spierversterkende oefeningen worden uitgevoerd.

    Wat te doen bij rugklachten?

    Indien de pijn tijdens het hardlopen acuut in de rug schiet, is het verstandig te stoppen met sporten en één tot twee dagen rust te nemen. Warmte en massage hebben vaak een gunstig effect, omdat de spierspanning daardoor afneemt. Bedrust is in het algemeen niet nodig en dient – indien nodig – zo kort mogelijk gehouden te worden (bijvoorbeeld een uurtje op bed liggen tot de ergste pijn gezakt is). Het beste is zo snel mogelijk de normale activiteiten weer op te pakken en met een oefenprogramma te starten.

    Laat bij ernstige klachten, bij twijfel, of indien de rugklachten vergezeld gaan van andere verschijnselen, zoals uitstralende pijn in het been tot aan de voet, tintelingen, gevoelsstoornissen of krachtverlies, de blessure beoordelen door de sportarts. Deze kan je persoonlijk advies geven en in een aantal gevallen doorverwijzen voor verder onderzoek of behandeling door een (sport-) fysiotherapeut.

    Hoe zorgen voor het beste herstel bij rugklachten?

    Op het moment dat de ergste pijn verdwenen is, kun je beginnen met de opbouw van de belasting. Bij deze opbouw mag je enige doffe of zeurende pijn voelen, maar is scherpe pijn het signaal om rust te houden. De opbouw verloopt in stappen.

    1. Verbeteren van de normale functie

    Zoveel als de pijn het toelaat, mag je de rug bewegen. De mobiliteit van de onderrug is te verbeteren door de volgende oefeningen:

    – Ga op je rug liggen met gebogen knieën en de voeten plat op de grond. Beweeg de knieën gecontroleerd afwisselend naar rechts en naar links.

    – Ga op je handen en knieën staan. Maak de rug zo bol mogelijk, als een kat. Maak vervolgens de rug zo hol mogelijk. De zijdelings beweeglijkheid wordt vergroot door de heupen van links naar rechts te bewegen.

    Rekoefening lage rug

    Met name ́’s morgens of na lang belasten is de rug vaak stijf en pijnlijk. Het rekken van de lage rugspieren kan verlichting van de pijn geven. De meest eenvoudige rekmethode is om ontspannen in hurkzit aan een tafel of stoel te gaan hangen. Houd dit 20 tot 30 seconden vast en herhaal dit twee tot drie keer met korte pauzes

    Coördinatietraining rugspieren

    Steun op handen en knieën. Strek de linkerarm en het rechterbeen. Herhaal dit voor de andere kant. Deze oefening kun je zwaarder maken door de arm en het been van dezelfde zijde te strekken

    2. Opbouw van de sportbelasting

    Zodra je in staat bent om alle boven beschreven oefeningen goed uit te voeren, kun je weer aan hardlopen gaan denken. Bouw dit rustig op en begin met hardlopen in rustig duurlooptempo, afgewisseld met stukjes wandelen. Ga tevens aan de slag met onderstaande oefeningen die helpen om op te bouwen bij de sportbelasting.

    Hoe kun je rugklachten proberen te voorkomen?

    Bouw het hardlopen rustig aan op en zorg er steeds voor dat je een goede warming-up en cooling down doet. Zorg voor goede hardloopschoenen die passen bij de soort ondergrond waarop je hardloopt. Probeer te werken aan een juiste looptechniek, maar denk ook na over een adequate houding tijdens dagelijkse activiteiten en werkzaamheden. Zorg voor een goede zithouding en wissel frequent van activiteiten (bureauwerk afwisselen met regelmatig even een stukje lopen). Daarnaast kan het goed helpen onderstaande spierversterkende oefeningen te doen:

    “Sterke buik- en rugspieren (een goed ‘spiercorset’) beschermen de rug en kunnen overbelasting van de tussenwervelschijven helpen voorkomen of beperken. Wel is het belangrijk dat de oefeningen goed uitgevoerd worden. Verkeerd uitgevoerde buikspieroefeningen kunnen rugklachten juist verergeren!”

    Spierversterkende oefeningen tegen/bij rugklachten

    Versterken rechte buikspieren (= rechte crunch)

    Ga op je rug op de grond liggen, met de benen gebogen en de voeten plat op de grond. Zet de vingertoppen achter het hoofd, waarbij de ellebogen opzij wijzen. Kijk recht omhoog en probeer het hoofd ontspannen te houden. Span je buikspieren aan en kom omhoog, tot de schouderbladen net van de grond zijn. Drie seconden vasthouden en herhalen tot uitputting.

    Versterken schuine buikspieren (= schuine crunch)

    Ga op je rug op de grond liggen, met de benen gebogen en de voeten plat op de grond. Leg de linkervoet over de rechterknie. Zet de vingertoppen achter het hoofd, waarbij de ellebogen opzij wijzen. Kijk recht omhoog en probeer het hoofd ontspannen te houden. Span je buikspieren aan en kom schuin omhoog; beweeg hierbij met de rechterelleboog naar de linkerknie, tot het rechterschouderblad net van de grond is. Drie seconden vasthouden en herhalen tot uitputting. Herhaal dit met de andere zijde.

    Versterken rug- en buikspieren (= bruggetje)

    Bij deze oefening train je tegelijkertijd je rug- en buikspieren. Ga op je rug op de grond liggen, met één been gebogen. Duw het bekken omhoog en strek het andere been, zodat been, bekken en romp een rechte lijn vormen. Deze oefening kan je zwaarder maken door op de ellebogen te steunen.

    Versterken rug- en buikspieren (= superman)

    Ga op je buik liggen, armen recht vooruit. Til je rechterarm gelijk met je linkerbeen omhoog. Drie seconden vasthouden en herhalen tot uitputting. Herhaal met de andere zijde.

    Verbeteren coördinatie (= skippybal)

    Ga goed rechtop op een skippybal zitten. Til je rechterbeen vijf cm van de grond en hou dit enkele seconden vast. Herhaal dit met de andere kant, minimaal vijftien keer per been. Je kunt deze oefeningen zwaarder maken door je been te strekken, je ogen te sluiten of door een gewichtje (1-2 kg) in een grote cirkel van je linkerhand aan je rechterhand achter je rug langs of boven je hoofd door te geven. Ook kun je met je rug op de skippybal gaan liggen en zo proberen je balans te bewaren.

    Neerwaartse hond

    Ga op je handen en knieën zitten
    De knieën staan een klein stukje uit elkaar, recht onder de heupen.
    De handen staan onder de schouders, de vingers zijn gespreid en de wijsvinger wijst recht vooruit.
    Krul je tenen op de grond en duw op een uitademing de billen omhoog en naar achteren, zodat je stuit ver omhoog reikt.
    Strek je armen en benen. Als dit onprettig voelt in je knieën, buig ze dan lichtjes.
    Duw de hielen in de richting van de grond; ze hoeven de grond niet per se te raken.
    Je hoofd is tussen je armen.
    Blijf één tot drie minuten in deze houding en ontspan daarna in de childpose.

    14.12.2023 – Skivoorbereiding

    Verruil je binnenkort je loopschoenen voor skilatten? Zorg dan dat je je lichaam goed voorbereidt om stijve spieren en eventuele blessures te vermijden.

    Bij het skiën gebruik je spieren die je anders niet, of toch in mindere mate, gebruikt. Vooral je bovenbenen en de voorkant van je onderbenen krijgen het zwaar te verduren. Ook je knieën worden extra belast als je op de latten staat.

    Wanneer je nu al aan de conditie (fietsen, lopen) begint te werken en ski oefeningen doet, heb je daar tijdens de winter profijt van. Ski oefeningen verminderen de kans op blessures, maken je minder gevoelig voor spierpijn en geven je meer zekerheid op de piste.

    Hierbij 12 oefeningen die je 2 x per week telkens in sets van 3 x 40 seconden kan uitvoeren

    1. Squats & jump squats

    2. One leg dead lift

    3. Zijwaartse plank – ster

    4. Mountain climbers – recht

    5. Mountain climbers – schuin

    6. Superman op de buik

    7. Lunges met uitdraaien

    8. Skaters – zijwaarts springen van 1 been op ander been

    9. Abductie been

    10. Downward dog – uit plank schouders naar achter, poep omhoog.

    11. Zijwaartse lunges – afwisselen van been

    12. Upward dog – uit buik lig je borstkas opduwen

    Hardlopen op wintersport, zo houd je het veilig

    Ook voor de niet-wintersporters die wel mee op vakantie naar een skigebied gaan, kan hardlopen een alternatieve manier zijn om van de bergen te genieten. Net als voor de doorgewinterde hardloper die het niet kan laten om nog voordat de skiliften opengaan een rondje te lopen. Maar hardlopen in de bergen en in de sneeuw vergt een andere voorbereiding dan een rondje thuis.

    Als de wegen goed schoon zijn en de straten niet te druk, dan kan je natuurlijk door de gezelligste skidorpjes lopen.

    Maar let op:

    Stoepjes kunnen soms verraderlijk glad zijn en je wilt natuurlijk allesbehalve onderuit gaan.
    – Houd er ook rekening mee dat automobilisten een langere remweg hebben, dus steek niet op het laatste moment de weg over.
    – Het kan verstandig zijn om je paslengte te verkleinen. Hiermee kun je jezelf makkelijker corrigeren als je dreigt uit te glijden.
    – Voor de veiligheid kan je daarom beter in natuur door de losse sneeuw lopen.

    Tips voor hardlopen in een skigebied

    – In veel skigebieden staan prachtige wandelroutes aangegeven op rood-witte borden, perfect voor een trail run met de mooiste uitzichten. Het geluid van de krakende sneeuw onder je schoenen werkt ook nog eens bijna meditatief. En wat dacht je van die frisse berglucht die je inademt?
    – Onthoud dat je training zwaarder kan aanvoelen omdat je op hoogte loopt. En ga je na de training de piste op? Doe het dan rustig aan. Ook skiën en snowboarden eist namelijk veel van je beenspieren.
    – Een goede opwarming voor je start is een aanrader.

    Dit neem je mee als je gaat hardlopen op wintersport

    Het laatste wat je wilt is dat je niet kan genieten van je training in winterwonderland omdat je het koud hebt. Net als op de piste is goede hardloopkleding daarom belangrijk voor een fijne training. Trek verschillende laagjes aan. Lucht isoleert namelijk, waardoor je het langer warm zult houden.

    Heb je geen sportlegging die geschikt is voor lage temperaturen? Doe dan compressiesokken onder je legging aan. Het is wellicht niet dé ideale oplossing omdat je bovenbenen en billen nog steeds koud zullen worden, maar het scheelt wel iets. Een hardloopjack kan de ijzige wind deels tegenhouden en is fijn wanneer het sneeuwt of als er sneeuw uit de bomen op je valt.

    De meeste warmte verdwijnt via je hoofd. Een hardloopmuts die je hoofd en oren goed bedekt moet daarom in jouw koffer zitten. Ook handschoenen of wanten en een buff of nekwarmer houden je lekker warm. Voor meer grip in de sneeuw en op gladde wegen, is het verstandig om trailschoenen aan te trekken. Loop je door de losse sneeuw? Ga dan voor een waterdicht paar schoenen om te voorkomen dat je voeten nat en dus koud worden.

    En last but not least; denk ook aan je gezicht. Je huid zal blij zijn met een laagje zonnecrème en lippenbalsem.

    07.12.2023 – Lopersknie

    Een runners knee, lopersknie of iliotibiale band syndroom (LBS), wat is dat nu precies, kan iedereenr daar last van krijgen en wat doe je er (proactief) aan?

    De iliotibiale band is een lange peesplaat die langs de zijkant van het bovenbeen loopt waar deze vast zit aan de zijbilspieren. Onderaan zit de band vast aan de knieschijf en het onderbeen. De iliotibiale band zorgt voor het zijwaarts bewegen van het dijbeen en houdt het bovenbeen en het bekken stabiel tijdens wandelen en hardlopen.

    Klachten

    Er ontstaat pijn doordat de achterkant van de band/peesplaat te strak zit en dus meer wrijving veroorzaakt over de knobbel van het dijbeen aan de buitenkant van de knie. Dit gebeurt met name als de knie licht gebogen is. Het onderliggende weefsel kan hierdoor geïrriteerd en ontstoken raken. Bij lang bestaande klachten kan verdikking van de peesplaat optreden.

    Oorzaken

    Afstand : uit onderzoek is gebleken dat met name redelijk onervaren lopers en atleten die veel kilometers maken een verhoogd risico hebben.
    Kracht : sporters met verminderde kracht en conditie van de kniebuigers, kniestrekkers en zijbilspieren hebben meer kans op het ontwikkelen van deze klachten. Ook als de spieren te strak zijn vindt er meer wrijving plaats.
    Platvoeten : in sommige gevallen hebben mensen met platvoeten meer risico op het ontwikkelen van de klachten. Het is niet altijd nuttig dit te corrigeren met een steunzool, soms kan dat de klachten verergeren (bijvoorbeeld bij O-benen). De sportarts zal dit met u doornemen.
    Benen : beenlengteverschil, O-benen, X-benen en het lopen op een bol wegdek zijn ook risicofactoren die tot een lopers knie kunnen leiden.
    – Lopen met versleten schoenen

    Behandeling

    Relatieve rust : activiteiten/sport verminderen. Bij een lopersknie moet je niet door de pijn heen lopen, vaak lukt dit ook niet! De pijnklachten nemen snel af bij rust.
    – IJsmassage: een massage met ijs van 10 minuten kan de pijn en ontsteking verminderen. Dit kan meerdere malen per dag toegepast worden als de pijn hevig is.
    Medicatie: ontstekingsremmers kunnen gebruikt worden als de pijn hevig is.
    Rekoefeningen

    [A] ga rechtop staan. De pijnlijke kant is het achterste been. Als u rek voelt over de zijkant van de bil, dan de oefening 20 seconden vasthouden. Als oefening A goed gaat dan kunt u oefening [B] doen met armen in de lucht of oefening
    [C] met de armen naar beneden proberen om meer rek te krijgen. Doe dit niet als u last krijgt van de rug.

    Oefeningen

    Voer deze reeks van oefeningen gedurende 6 tot 8 weken uit. Als je spieren/pezen soepel zijn en de pijn het toelaat, kan worden gestart met krachtoefeningen.

    Voor alle oefeningen geldt:

    – Begin met 1 keer 15.
    – Herhalingen moet u opbouwen tot 3 keer 20.
    – Altijd beide benen trainen.
    – Begin de eerste week met oefening 1. Voeg dan oefening 2 en 3 toe na 2 – 3 weken.
    – Begin daarna met de oefeningen 4, 5 en 6. Doe deze gedurende 3 – 4 weken.
    – U kunt weer beginnen met hardlopen vanaf week 4 op voorwaarde dat u geen pijn hebt tijdens de oefeningen.

    Oefening 1 – been heffen in zijligging

    Hef het been zijwaarts omhoog. Houd 1 seconde vast, daarna langzaam laten zakken.

    Oefening 2 – uitvalspassen (lunges)

    Zorg dat de knie niet verder buigt dan 90 graden en zorg dat de knie niet voor de voet komt. Zorg ook dat het bekken horizontaal blijft en denk aan een goede houding van de onderrug.

    Oefening 3 – kniebuigingen (squat)

    Begin de kniebuigingen met 2 benen. Als dit goed gaat, doe de kniebuigingen dan op 1 been. Hierbij is een goede houding van de rug belangrijk. Denk ook goed aan het bekken – het moet horizontaal blijven.

    Oefening 4 – bekkendipjes; links en rechts

    Ga op een trap staan. Het standbeen is gestrekt. U kunt de muur vasthouden voor balans in het begin. Laat het andere been ongeveer 5 – 8 cm naar beneden zakken. Kom langzaam weer omhoog.

    Oefening 5 – tegen muur tikken met bil (wall bangers)

    Ga 15 – 30 cm naast de muur staan. De armen reiken weg van de muur en tegelijkertijd gaan de heupen naar de muur toe. Tik de muur aan met de bil. Blijf niet hangen in deze stand maar keer direct terug naar beginstand. De afstand tussen de voeten en de muur moet veranderd worden zodat er iets rek komt in de bilspieren op het moment van contact met de muur.

    Oefening 6 – zijwaartse uitvalpassen (frontal plane lunges)

    Ga staan met de voeten schouderbreed. Houd de rug recht en de buikspieren licht aangespannen. Stap zijwaarts tot er lichte rek komt in de zijbilspieren. Buig iets door met de knie en kom dan direct weer omhoog. Blijf niet zitten in gebogen stand. Er moet sprake zijn van een elastische beweging.

    22.11.2023 – Type lopers

    We lopen allemaal graag en iedereen heeft hier zijn eigen redenen voor. Al komen deze redenen vaak wel overeen met andere. Zo kan je een aantal verschillende type lopers onderscheiden. Welk type loper ben jij, of ben je niet in een hokje te plaatsen en heb je zo je eigen redenen om te gaan lopen?

    Ga voor jezelf na wat voor type loper je bent.

    De verschillende profielen van lopers in hoofdzaak zijn:

    1. vitale loper : je loopt om fit te zijn
    2. sociale loper : je loopt om gezellig samen actief te zijn
    3. mentale loper : je loopt om je gedachten op orde te krijgen of je hoofd leeg te maken
    4. doelgerichte loper : je traint voor een afstand of event

    Daarnaast heb je 3 verschillende types:

    1. Compensatieloper

    Overgewicht. Burn-out. Diabetes type II. Slapeloosheid. Somberte.

    Mensen die veel zitten en veel stress hebben betalen een hoge prijs. Als je helemaal geen last hebt van welvaartskwaaltjes, hoor je tegenwoordig bij de minderheid. Niet-hardlopers hadden het snel in de gaten: hardlopers hebben minder last van overgewicht, vermoeidheid en somberte.

    Dus kwam er een golf aan lopers bij. Lopers die hardlopen inzetten als medicijn tegen welvaartskwaaltjes. Dit zijn compensatielopers Dat deze lopers zich vervolgens ook op (halve) marathons storten, had niemand eind jaren negentig verwacht, maar het gebeurt massaal. De compensatie-loper loopt in de eerste plaats om het effect van lopen op het brein en gezondheid, maar doet wel degelijk mee aan loopevenementen. Eerst als stok achter de deur om écht te blijven lopen, later wordt een compensatieloper vaak óók een beetje prestatieloper (type 2). Op verjaardagen zijn dit de lopers die aangesproken worden omdat ze er zo goed uitzien en dan gaat een compensatieloper een warm pleidooi houden voor hardlopen (en gezond eten).

    2. Prestatieloper

    Voor een prestatieloper staat de loopprestatie voorop. Snelle tijden. Intervallen op de baan. Een abonnement op een runners tijdschrift. Ze lopen niet, ze zijn loper. Het liefst loopt een prestatieloper voor snellere tijden en een nieuw PR. Een prestatieloper van boven de 50 vergelijkt zijn tijden met leeftijdsgenoten of probeert het verval zo klein mogelijk te houden.

    Het gaat een prestatieloper niet om met zo min mogelijk training een maximaal resultaat te halen, maar het gaat erom hoe je zoveel mogelijk kunt trainen zonder overtraind te raken. Op verjaardagen zoekt een prestatieloper altijd een andere prestatieloper op om over tijden en schema’s te praten.

    De prestatieloper raadpleegt regelmatig de calculator om tijden en trainingen te vergelijken.

    3. De avonturier

    Dan zijn er ook nog lopers die niet lopen om welvaartskwalen te bestrijden en die zich ook niet interesseren in tijden en afstanden. Het zijn lopers die willen verdwalen (soms letterlijk). Die willen lopen met vrienden en na afloop bij een kampvuur willen mijmeren over vroeger, boeken en avonturen.

    Op verjaardagen staat een avonturier vaak in de keuken. Op weg naar de koelkast raakt hij aan praat en het gaat al snel over bijzondere reizen, mooie boeken, bijna-dood-ervaringen en grote liefdes. Lopen is slechts één bron van verhalen, maar neemt een bijzondere plek in, in het hart van de avonturier.

    Deze verschillende types kan je ook nog onderbrengen in verschillende specifieke kenmerken:

    1. De die hard

    Deze doorzetter mist geen enkele training en gaat door weer en wind. Opgeven? Dat staat niet in het woordenboek!

    2. De ‘pro’

    Let vooral op de aanhalingstekens. Iedereen kent wel een praatjesmaker die denkt dat hij of zij Usain Bolt is…

    3. De fanatiekeling

    Gezellig samen een paar toertjes doen? No way! Deze loper wil zichzelf net iets té hard bewijzen en weet overal een wedstrijd van te maken.

    4. De ‘ik kan niet meeeer’

    Deze loper zaagt heel wat bomen om tijdens een loopsessie. Favoriete uitspraken: “Ik kan niet meeeer” en “Zullen we eventjes wandelen?”

    5. De excusemachine

    De excusemachine verzint altijd een excuus en moet echt meegesleurd worden. Buiten lopen? Het is wel erg bewolkt vandaag…

    6. De gezelligaard

    De onvermoeibare babbelaar die niet echt loopt om te lopen, maar wel om gezellig met vrienden samen te zijn. Een eeuwige socializer!

    7. De einzelgänger

    Deze loper loopt het liefst op zijn of haar eentje. Geen tijd om te babbelen, en iedereen die wil meedoen, loopt eigenlijk toch maar in de weg.

    8. De koning(in) van de blessures

    Dit is de pechvogel onder de lopers die tijdens elke loopsessie wel eens een enkel verzwikt, een knie blesseert of struikelt. Auwtch!

    9. De Instagrammer

    Onder het motto “Do it for the Gram” deelt deze hardloper foto’s van alle voorbereidingen, loopoutfits en landschappen enthousiast op sociale media. Alles voor de likes, toch?

    10. De functionele loper

    Conditie opbouwen? Spieren kweken? Deze loper heeft een duidelijk doel voor ogen. Met lopen verbrand je ook de meeste calorieën, toch?

    11. De loper die nooit groet. 

    Misschien wel de vervelendste loper van iedereen; de hardloper die niet groet. Zeg je mede lopers gewoon gezellig gedag. Is wel zo gezellig!

    Welk type ben jij?

    08.11.2023 – Loopafstand verlengen

    “Hurry slowly. Move ahead, but be patient.”  

    Wanneer afstanden makkelijker worden…

    Een doel stellen kan heel motiverend werken. Zo kun je binnen het hardlopen toewerken naar een bepaalde afstand. Maar hoe weet je of je klaar bent voor die afstand? Het hangt van meerdere factoren af. In deze post geef ik een aantal richtlijnen om te weten te komen of je klaar bent voor een bepaalde afstand.

    Wanneer je wilt weten of je klaar bent voor een bepaalde afstand, hangt dit vooral van jouw loopervaring af. Hieronder vind je een schema waarin de minimale ervaring, die je als loper moet hebben, wordt weergegeven. Daarnaast is aangegeven hoelang je non-stop moet kunnen hardlopen en hoeveel trainingen per week je daarbij doet. Met dit schema kun je een inschatting maken van waar je staat en waar je naar toe wilt.

    AfstandMinimale ervaringNon-stop hardlopenTrainingen/week
    5km12 weken30 minuten2
    10km24 weken1 uur3
    15km of 10 Miles36 weken1,5 uur3
    halve marathon1 jaar2 uur3-4
    marathon1,5 jaar3 uur3-4

    VOORBEELD
    Wanneer je een afstand wilt gaan lopen van 10 kilometer betekent dit dat je al ongeveer 24 weken hardloopervaring moet hebben, waarbij je iedere week drie keer traint. Tegen de tijd dat je aan de start staat van die 10 kilometer is het prettig als je ongeveer een uur achterelkaar kunt hardlopen. Dan mag je ervanuit gaan dat je klaar bent voor die afstand van 10 kilometer.

    Mentale component

    Natuurlijk is het niet alleen op deze manier te berekenen of je klaar bent voor een bepaalde afstand. Ook mentaal moet je hierop voorbereid zijn. Je moet klaar zijn voor een nieuwe uitdaging en ook zin hebben om te trainen voor een nieuwe afstand. Dit maakt het gemakkelijker om te gaan trainen en het vol te houden.

    Het mentale aspect tijdens het lopen van (lange) afstanden wordt heel vaak onderschat.  Hoe kan je jezelf mentaal trainen?  Hoe wordt je mentaal sterker en doorbreek je jouw grenzen?

    1. Mental coaching : speel mentale spelletjes met jezelf

    Tijdens het lopen van eender welke afstand kan je jezelf mentaal sterker maken.  Dit doe je door mentale spelletjes met jezelf te spelen.

    2. Slechte benen tijdens het lopen

    Wanneer je een slechte loopdag hebt en alles tegenzit moet je op jouw tanden bijten om de finish te halen.  Of je begint tijdens het lopen vanalles te voelen van kwaaltjes: pijn aan de knie, last van een teen die gekneld aanvoelt, een maag die niet wil meewerken,…
    Dit zijn de momenten waarop je het zogezegde karakter kan kweken door door te bijten.  Een ideaal moment om jouw mentale weerbaarheid aan te scherpen en jezelf te overtuigen dat je de finish zal halen.

    3. Goede benen tijdens het lopen

    Als je een goede loopdag hebt kan je jezelf mentaal ook verbeteren door bijvoorbeeld de finish lijn telkens 200 meter te verschuiven. De eerste keren dat je dit zal proberen is dit niet eenvoudig, maar eenmaal het lukt hou je er een zalig gevoel aan over.

    Als je start met het lopen van een training of een wedstrijd zorg ervoor dat je aan de finish een punt zoekt die je kan aantikken eenmaal je over de meet komt.  Bij een wedstrijd is dit gemakkelijk en heb je de finishboog.  Op looptraining kan je bijvoorbeeld de koffer van jouw auto gebruiken, een lantarenpaal, een voetbalgoal, een boom,…  Belangrijk is hierbij om dit punt in jouw hoofd te houden en jezelf te overtuigen dat je pas mag stoppen met lopen éénmaal je dit punt hebt aangetikt.  Loop je regelmatig hetzelfde toertje als looptraining, dan zal je merken dat deze mentale techniek zijn vruchten zal afwerpen als je eens een slechte loopdag hebt.

    4. Denk aan je geliefde

    Als je een wedstrijd loopt kan je jezelf inbeelden dat jouw geliefde aan de finish staat te wachten om jou een kus te geven.  Als je goeie benen hebt ga je op die manier misschien jouw beste tijd op een bepaalde afstand verbeteren.  Bij een slechte loopdag zal de gedachte aan jouw geliefde jou door de moeilijke momenten helpen.

    5. Afzien is er bij voor iedereen

    Soms krijg ik zelf de opmerkingen dat 10 of 21 km niks meer inhoud voor mij, omdat ik gewoon ben langere afstanden te lopen.  Maar niks is minder waar, ik zie soms ook af misschien niet altijd fysiek, maar mentaal is het afzien. Kijk maar naar de foto hieronder. Ik kan nog altijd afzien en dat is heerlijk!

    10 tips om langer te lopen

    1. Loop niet te snel

    Nu je consistenter loopt, ben je wellicht ook sneller geworden. Maar wanneer je langer loopt, is het best om in de eerste weken niet in de verleiding te komen om je langere training ook sneller af te werken. Het eerste doel van een lange training is om die volledig uit te lopen, nadien kan je je ook focussen op het verhogen van je snelheid.

    2. Voeg geleidelijk aan kilometers toe

    Let op: hoewel die 5 km ondertussen erg makkelijk aanvoelt, is het niet meteen de bedoeling om een 10 kilometer af te vinken. De meeste coaches en experts hanteren de 10%-regel, waarbij je je trainingsvolume wekelijks met niet meer dan 10% verhoogt. Voor een 5 km is dat in principe dus slechts 500 meter. Je kan ervoor kiezen om meer te doen, maar wees je ervan bewust dat het blessurerisico stijgt als je te snel te veel doet.

    3. Werk één lange training per week af

    Wanneer je de afstand verhoogt, hoef je ook niet elke keer dat je je loopschoenen aantrekt een langere training af te werken. Als je bijvoorbeeld 3 keer per week 5 km loopt, kan je dit 2 keer per week blijven doen, en 1 training langere training uitvoeren. Dat klinkt logisch, maar vaak is de verleiding van ‘langer, verder, beter’ erg groot.

    4. Neem wandelpauzes

    Ook al hoef je niet (meer) te wandelen tijdens je kortere trainingen, het kan heus geen kwaad om wandelpauzes in je langere loopsessie te integreren. Het kan helpen om je spieren én geest opnieuw op te laden voor die extra kilometers.

    5. Voorzie je lichaam van de juiste energie

    Zodra je de duur van je trainingen verhoogt, wordt het (nog) belangrijker om je lichaam voor en na je loopsessie juist te voeden. Afhankelijk van het type loop eet je dus op voorhand iets waar je je energie kan uit halen, bv een boterham met siroop of confituur. Tenzij je voor een vetloopje gaat in de ochtend dan eet je best niet voor je de schoenen aantrekt. Wel belangrijk om dan daarna een ontbijt te nuttigen. Vermijd koffiekoeken, deze bevatten veel vetten en suikers.

    6. Besteed aandacht aan je recuperatie

    Niet enkel wordt je voedingsstrategie belangrijker naarmate je trainingskilometers toenemen, ook je herstel vereist meer aandacht. Denk hierbij aan zowel algemene recuperatietips, zoals voldoende slapen en goed hydrateren, als aan specifieke recuperatiemethodes, zoals stretchen en foamrollen om sneller te herstellen en het blessurerisico te verkleinen.

    7. Breek het op

    Tegen het afleggen van een lange afstand kun je soms als een berg opzien. Dit effect kun je verkleinen door de lange afstand in je hoofd te verdelen in een paar kortere afstanden. Twintig kilometer is een berg, vier maal vijf kilometer zijn vier kleinere heuvels.

    8. Wees geduldig

    Als hardlopers willen we vaak graag snel resultaat zien. Een mooi streven, maar ook een valkuil. Want duurvermogen opbouwen zodat je langere afstanden kunt lopen kost nu eenmaal tijd.

    9. Het juiste gezelschap

    Loop de ene keer in een groep en de andere keer alleen. Als je een lange tocht voor de boeg hebt, loop dan met een groep voor de nodige steun. Ga je voor een kort rondje, ga dan alleen zodat je jezelf een tempo kunt aanleren en je eigen mentale strategieën kunt ontwikkelen.

    10. Varieer je route

    Een afstand kan extra lang lijken als je steeds dezelfde route loopt. Het is natuurlijk prima om te lopen in een bekende omgeving, maar schud de boel af en toe ook eens een beetje op. Doe een GPS-horloge om en neem eens een andere afslag. Loop je rondje een keer achterstevoren, van eindpunt naar begin; kijk eens op de heatmap van Strava om te zien waar plaatselijke bewoners lopen; of maak er een zoektocht van: pak de trein of bus en loop terug.

    02.11.2023 – Heupstabilisatie

    Last van terugkerende hardloopblessures in de lage-rug of de benen? De kans is groot dat je heupstabiliteit niet goed is.

    Een verminderde stabiliteit in de heup zorgt ervoor dat er tijdens het hardlopen een aantal foutieve patronen kan ontstaan. Onder andere het wegzakken van de heup, het naar binnen draaien van knie en voet. Dit kan overbelastingsblessures tot gevolg hebben. De verminderde stabiliteit kan als gevolg van spierzwakte zijn of door een probleem in coördinatie van de stabiliserende spieren.

    HIP DROP

    = passieve stabiliteit, je gaat als het ware “in de heup hangen” waardoor de structuren aan de buitenkant van de heup meer belast worden.

    Tijdens het hardlopen pendel je het ene been naar voren terwijl het andere been zich in de landings- en afzetfase bevindt. In de standfase balanceer je op 1 been waarbij heel vaak bij lopers een zogenaamde “hip drop” te zien is. Dat wil zeggen dat de heup van het vrij hangende been (zwaaibeen) lager gepositioneerd is dan de heup van het standbeen. Door het gebrek aan zijdelingse stabiliteit aan de heup kan het bekken zijwaarts zakken naar de niet-belastende kant en de knie en voet van het standbeen naar binnen draaien. Vaak zie je ook dat de wervelkolom scheef bovenop het bekken staat en het lichaam deze instabiliteit probeert te corrigeren door het bovenlichaam meer opzij te laten hangen.

    Vaak is de “hip drop” te wijten aan een niet goed ontwikkelde looptechniek en te weinig spierkracht en coördinatie vanuit de bil- en rompspieren. Gewoonlijk is de gluteus medius ( oftewel de middelste bilspier) een van de primaire spieren die voor deze laterale stabiliteit in de heup moet zorgen. Maar ook de schuine buikspieren en quadratus lumborum van de onderrug spelen een belangrijke rol.

    Wanneer de voet op de grond staat en ons op één been ondersteunt tijdens het rennen, moet de middelste bilspier hard werken om laterale stabiliteit rond de heup te creëren. Dit stelt ons in staat om het bekken in het frontale vlak effectief horizontaal te houden. Als er een probleem is in dit biomechanische proces, en de Gluteus Medius zwak of geremd is, dan zien we vaak de hip drop running-eigenschap die vaak gekoppeld kan worden aan blessures zoals de lopersknie (iliotibiale band syndroom / ITB-syndroom), patellofemorale pijn, piriformis-syndroom en pijn in de onderrug… om er maar een paar te noemen.

    HIP LOCK

    = actieve stabilisatie die geleverd wordt door de spieren rondom de heup.

    In feite hoort de heup van het zwaaibeen minstens even hoog of liefst iets hoger te staan dan de heup van het standbeen. Deze stand noemen we de hip lock en zorgt voor een stabiel geheel. Met behulp van specifieke oefeningen kun je de hip lock meer trainen. Door het bewust inzetten van verschillende ondergronden, elastieken, een foamroller of een aquabag kun je het systeem zo stabiel mogelijk maken onder allerlei omstandigheden.

    Laat je eens vanaf de achterzijde filmen tijdens het hardlopen en kijk eens of er sprake is van een “hip drop” of “hip lock”.


    Om de coördinatie van de heupstabilisatoren tijdens het hardlopen te verbeteren is het goed om regelmatig onderstand oefenprogramma te doen.

    1. Runners Step & turn

    – Sta op twee benen waarbij de voeten op heupbreedte staan (startpositie).
    – Stap uit met 1 been ongeveer 30 centimeter naar voren. Wikkel de voet hierbij af, van de hiel naar de voorvoet.
    – Breng je lichaamsgewicht volledig op je voorste voet.
    – Houdt de knie van het voorste been licht gebogen en je romp gestrekt. Het achterste been blijft met de tenen aan de grond en heeft een gebogen knie, dit is puur voor balans. – Draai vervolgens de heup en de romp in richting het standbeen en weer terug. Stap daarna weer terug naar de startpositie.

    2. Runners Step & reach

    – Sta op twee benen waarbij de voeten op heupbreedte staan (startpositie).
    – Stap uit met 1 been ongeveer 30 centimeter naar voren. Wikkel de voet hierbij af, van de hiel naar de voorvoet.
    – Breng je lichaamsgewicht volledig op je voorste voet.
    – Houdt de knie van het voorste been licht gebogen en je romp gestrekt. Het achterste been blijft met de tenen aan de grond en heeft een gebogen knie, dit is puur voor balans. – Buig vervolgens de romp naar voren vanuit het heup en reik met de contralaterale arm schuin naar voren. Kom vervolgens weer terug tot een staande positie.
    – Stap daarna weer terug naar de startpositie.

    3. Runners hop

    – Sta op twee benen waarbij de voeten op heupbreedte staan (startpositie).
    – Zet met een been af waardoor je een hupje maakt naar voren en je op één been landt. Tijdens de landing is het been waarop je landt licht gebogen in de knie. Let erop dat de knie gestabiliseerd blijft boven de enkel.
    – Stap vervolgens terug naar de startpositie.

    4. Runners twist

    – Sta op 2 benen.
    – Kom op 1 been staan waarbij de knie van het standbeen licht gebogen is.
    – Zwaai nu het geheven been naar achter, waarbij je romp iets voorover helt.
    – Tik met de voet van het zwaaibeen de grond tot ongeveer 1 meter achter het standbeen aan. De armen bewegen mee alsof je hardloopt.
    – Kom nu weer terug naar de hardlooppostitie.

    5. Dead lift

    – Sta op één been met een gestrekte knie waarbij de andere knie is geheven tot 90 graden in knie en heup. Schouders staan recht boven de heupen. De hand van het geheven been is naast je romp, de andere ter hoogte van je neus (startpositie / hardlooppositie).
    – Buig nu door de heup van het standbeen met de romp naar voren. 

    6. Runners step-up

    – Plaats een been op een verhoging (max. 20cm).
    – Verplaats je gewicht naar het been op de verhoging. Het been dat op de grond staat gebruik je voor je balans.
    – Kom omhoog (strek de knie en heup van het been op de verhoging) en eindig in de loophouding.
    – Blijf 2 seconden in deze positie staan. Laat je daarna zakken tot de startpositie.

    7. Pistol squat

    – Sta op twee benen waarbij de voeten op heupbreedte staan en verplaats je gewicht naar 1 been (startpositie).
    – Zak zo diep mogelijk door je heup en knie van dit been. Breng tijdens deze beweging je andere been naar voren.
    – Op het diepste punt van je beweging strek je je gebogen been weer uit tot de startpositie. NB dit is de zwaarste vorm van deze oefening!

    Voor eventuele extra veiligheid ga je voor een stoel staan en zak tijdens de neergaande beweging met je billen tot net boven de stoelzitting (niet gaan zitten!) en kom dan weer omhoog.

    8. Hip bridge

    – Ga plat op de grond liggen, zet je voeten in de yogamat met gebogen knieën.
    – Je armen rusten naast je lichaam.
    – Span je bilspieren aan en duw je heupen richting het plafond. Je lichaam is in een rechte lijn, en je rust op je schouders.
    – Laat je heupen zakken tot de beginpositie. Dat is één herhaling.

    24.10.2023 – Basistips

    “Een reis van duizend kilometer begint met één enkele stap“, schreef de Chinese filosoof Lao Tzu.

    Wat je oorspronkelijke motivatie ook is om de loopschoenen aan te trekken, het duurt niet lang voor je er plezier in hebt, fit wordt en vol vertrouwen naar je volgende doel toewerkt. Zoals al eerder gezegd is alles wat je nodig hebt… goede loopschoenen, een sterke geest, de wil om je lichaam in beweging te zetten… en een fijne club waarin je je thuisvoelt.

    Deze basis tips zijn en blijven voor iedereen belangrijk of je nog een startende of beginnende loper bent, maar ook zeker voor de al wat meer geoefende loper!

    1. Wees niet bang om te wandelen

    Als je nog nooit echt gelopen hebt (de lessen Lichamelijke Opvoeding buiten beschouwing gelaten), kan je beginnen met een gemakkelijkere vorm van cardiotraining. Begin bijvoorbeeld met 3 keer per week 20 minuten wandelen en bouw op naar 30-35 minuten. Hierna kan je het wandelen beginnen af te wisselen met lopen. Wandel-loopintervallen verkleinen het blessurerisico en kunnen het begin van je loopproces aangenamer maken. Door geleidelijk aan de loopintervallen te verlengen en de wandelintervallen in te korten, zal je progressie boeken en volledig kunnen overschakelen op onafgebroken lopen.

    2. Gebruik je ademhaling om je tempo te vinden

    Wellicht weet je wel hoe je moet lopen, maar weet je niet hoe snel je kan lopen. De meeste beginnende lopers beginnen hun loopsessie vaak aan een te hoog tempo, wat het risico op overtraining verhoogt. Ook werkt het demotiverend als je helemaal uitgeput weer thuiskomt. Om je tempo te controleren, kan je gebruik maken van de zogenaamde ‘babbeltest’: kan je geen gesprek voeren zonder naar adem te happen? Dan loop je te snel en is het beter om wat gas terug te nemen.

    3. Loop niet elke dag

    Met elke loopsessie belast je je spieren, gewrichten, botten en ligamenten, waardoor ze sterker en efficiënter worden. Maar te veel is nooit goed. Lopen is een impactsport en door dagelijks te lopen als beginner stijgt het blessurerisico aanzienlijk. Het is belangrijk om een goed evenwicht te vinden tussen voldoende lopen om progressie te boeken, maar je lichaam ook voldoende rust te gunnen om overbelasting te vermijden.

    4. Focus op tijd, niet op afstand

    Hoe je je loopsessie het liefst meet, is iets persoonlijks, maar beginnende lopers kunnen zich vaak beter focussen op de tijdsduur en niet op de gelopen afstand. Als je beslist om 30 minuten te lopen heb je meer ruimte om te vertragen op een mindere dag dan wanneer je per se die 5 kilometer moet lopen. Door je te focussen op tijd vermijd je een te grote focus op het aantal kilometers dat je gelopen hebt of nog moet lopen.

    5. Bouw geleidelijk en verantwoord op

    Bouw je afstand geleidelijk op. Zorg in het begin voor één lange duurloop per week, die je na een bepaalde tijd uitbreidt. De rest van je trainingen laat je hetzelfde. Een algemene vuistregel luidt om je trainingsvolume als beginner met niet meer dan 5 à 10% per week te verhogen.

    6. Varieer in je trainingen

    Eenmaal je comfortabel 30 minuten onafgebroken kan lopen, kan je intervallen beginnen toe te voegen aan je trainingsschema. Door je lichaam andere, snellere prikkels te geven, zal je een trainingsplateau vermijden en houd je je trainingen ook gewoon leuk en gevarieerd. Doe enkele sprintjes, loop eens een heuvel op of probeer een toffe fartlek-training.

    7. Zoek een trainingsschema

    Als je begint te lopen met een duidelijk (wedstrijd)doel voor ogen, kan het helpen om te werken met een trainingsschema. Een schema biedt houvast en geeft je mentale rust. Je weet exact wat nodig is om je doel te bereiken. Bovendien bouw je je volume op een verantwoorde manier op, waardoor je het risico verkleint om je looproutine te onderbreken door een blessure.

    8. Investeer in goed materiaal

    Het belangrijkste item voor een loper zijn natuurlijk loopschoenen. Er komen heel wat factoren bij kijken om het perfecte paar te vinden. Laat je daarom altijd adviseren in een loopspeciaalzaak. De adviseurs houden rekening met o.m. jouw voettype, gewicht, de ondergrond waarop je loopt, hoe vaak je loopt, blessuregeschiedenis, loopdoelen etc.

    Wat trek je aan? Beginnende hardlopers starten vaak in de lente, zomer of herfst en lopen dan buiten. Je hebt vast al sportkleding in de kast liggen. Losjes en comfortabel zittende kleding die je lichaam de ruimte geeft om te ademen doet het altijd goed. Luchtdoorlatende kleding geeft het lichaam de mogelijkheid om te ademen, wat leidt tot meer comfort. Veel lopers verbergen hun armen en benen, maar een korte broek en korte mouwen zijn de meest comfortabele opties.

    9. Denk aan je voeding

    Voeding voor en na het hardlopen is in dit stadium nog geen belangrijke factor, behalve als je te veel eet. Probeer een tot twee uur van te voren niets meer te eten en drink voldoende water als je terug bent. Als je ’s ochtends vroeg gaat lopen, kun je dat vaak zonder ontbijt doen. Als je liever wel wat eet, is een banaan of sneetje brood genoeg.

    10. Aanvullende sporten

    Een aantal trainers adviseert om twee of meer dagen aan core stability te doen, als aanvulling op de drie wekelijkse hardlooptrainingen. Core stabilty kan enorm goed zijn voor het verbreden van je basisfitheid. Het versterkt ook andere spiergroepen dan die je bij het hardlopen gebruikt.

    Af en toe een fietsritje tussendoor is dan weer goed om de spieren van je onderste ledematen los te maken.

    11. Zorg voor een stok achter de deur

    Een slim trucje om je looptrainingen vol te houden – en makkelijke manier om ze (nog) leuker te maken – is om je aan te sluiten bij een loopgroep. Samen lopen motiveert en zorgt ervoor dat je vaak nog net dat tikkeltje harder kan lopen.

    Gebruik een sporthorloge om je activiteit te meten, dit werkt zeker motiverend.

    Als je alleen loopt kan je ook met muziek lopen.

    12. Weet waarom je loopt

    En misschien nog wel het belangrijkste advies om een loper te worden én te blijven: onthoud altijd waarom je ooit begonnen bent met lopen. Er zijn tal van redenen om je loopschoenen aan te trekken. Of je nu loopt om een snelle 5 km-wedstrijd te finishen, om de stress van de dag te vergeten, je algemene gezondheid te verbeteren of om het sociale aspect van bijpraten met een vriend(in), … Plezier in het lopen komt voort uit het besef waarom je het doet. Houd dat dus steeds voor ogen. En trek altijd vol motivatie je loopschoenen aan.

    17.10.2023 – Lopen in de koude

    Als je ook in het koude jaargetijde fit wilt blijven en wilt gaan joggen, moet je een paar dingen in de gaten houden. Joggen in de de herfst en winter kan zeker gezond zijn wanneer je met de juiste voorbereiding en kennis de koude trotseert

    Wie ’s winters gaat joggen, versterkt zijn weerstand. ‘Gematigde, sportieve inspanningen van een half tot ruim een uur kunnen een positieve bijdrage leveren aan je vermogen om ziektes te voorkomen’. De nadruk ligt op ‘gematigd’. Wanneer je in een passend tempo loopt, verhoog je de weerstand van het lichaam tegen kwaaltjes zoals hoest en verkoudheid.

    Er is nog een tweede argument om ook in de winter te gaan joggen. Als je regelmatig aan sport doet, bouw je stress af en ook dat versterkt het immuunsysteem.

    Wie zich echter te zeer inspant, met andere woorden, in een te hoog tempo loopt of te grote afstanden aflegt, loopt vanwege de kou het risico op infecties van de ademwegen en bronchiën. Maar je kunt bij het lopen in de winter je gezondheid ook nog op een andere manier schaden. Als je de verkeerde kleding draagt, kan het risico op verkoudheid toenemen en bij een te korte opwarmtijd kunnen er zich spierverrekkingen voordoen. Vandaar dat je training en uitrusting op het koudere weer moet afstemmen.

    Wat je ’s winters moet veranderen aan je training

    1. Langere warm-up, kortere cool-down

    Om te beginnen moet je langer opwarmen. Plan voor de warm-up eerder vijftien minuten dan tien minuten, anders loop je het risico op spierverrekkingen of -verkrampingen.

    Het tegenovergestelde geldt voor de cool-down. Het uitlopen moet duidelijk korter duren dan inde zomer. En stretchen kun je het beste doen waar het warm is. Maar voor je begint de bezwete kleding verwisselen voor droge.

    2. De juiste ademhaling: om ademwegen en bronchiën te ontzien

    Voor de ademhaling bij het lopen in de winter geldt dat: je moet voorkomen dat je koude, droge lucht via de mond inademt. Anders koelen je ademwegen en slijmhuiden te sterk af en, afgezien van een onaangenaam branderig gevoel in de longen, is prikkelhoest een typisch gevolg. Als je toch al last hebt van astma, kan de koude lucht bovendien klachten bij het ademhalen veroorzaken (het zogenaamde inspanningsastma bij kou). Een dun doekje voor de mond dragen helpt: Op die manier wordt de ademlucht enigszins opgewarmd en bevochtigd voordat ze de longen bereikt.

    3. Lopen, ook bij koud weer

    Ook al is het op de sofa gezelliger, is er niets in te brengen tegen een rondje joggen bij temperaturen onder het vriespunt. In principe bestaat er geen bezwaar tegen joggen bij temperaturen tot -10 °C.

    De juiste uitrusting en kleding voor het lopen in de winter

    Van essentieel belang bij joggen in koud weer is de juiste uitrusting. In plaats van je lekker warm in te pakken, kun je beter de vertrouwde vuistregel volgen: als je naar buiten gaat, moet het een beetje koud aanvoelen, want je wordt snel warm wanneer je begint te lopen.

    Van zeer groot belang is dat je bij het lopen in de winter je borst goed beschermt, want dit deel van het lichaam is aanmerkelijk gevoeliger voor kou dan je armen en benen. Ideaal is het 3-lagen systeem.waarbij drie functionele lagen worden gecombineerd.

    1. Functionele laag: droog en warm blijven
    De eerste laag ligt rechtstreeks op de huid en houdt deze droog. Van doorslaggevend belang is dat het zweet niet op de huid verdampt, want daardoor zou je te sterk afkoelen. Of je de voorkeur geeft aan korte of lange mouwen, los of strak zittende truitjes, staat je helemaal vrij.

    2. Functionele laag: isoleren
    De tweede laag is bedoeld als warmteregeling: hierbij wordt een warm kledingstuk toegepast, bijvoorbeeld een fleecejack of een speciaal winterlooptruitje. Hoe dik moet de tweede laag zijn? Daarbij moet je uitgaan van de temperatuur. Over het algemeen geldt, hoe dikker de laag, hoe beter de isolatie.

    3. Functionele laag: bescherming tegen wind en regen
    Met de derde laag beschermt je je tegen wind en regen: Draag een vest of jack met wind- en waterdichte membranen.

    Softshell
    Softshell jacks zijn zacht, elastisch en zeer licht. Vandaar dat ze prettig dragen en je veel bewegingsvrijheid bieden. Terwijl het buitenmateriaal van softshell kleding ademactief en weerbestendig is, zijn de jacks aan de binnenkant voorzien van een opgeruwde en warmende stof. Een klein nadeel is dat softshell niet waterdicht is. Jacks van dit materiaal zijn dus niet geschikt om ermee in de stromende regen te gaan joggen.

    Hardshell
    Hardshell jacks zijn daarentegen wel waterdicht. Terwijl het water van buiten niet kan doordringen, zorgt het ademactieve materiaal ervoor dat transpiratievocht wordt afgevoerd. Als bescherming tegen slechte weersomstandigheden, zoals hevige regen of sneeuw, verdient hardshell kleding duidelijk de voorkeur boven softshell kleding.

    Hoofd en handen beschermen

    Je verliest vooral lichaamswarmte via de handen als die niet beschermd zijn. Het gerucht dat je de meeste lichaamswarmte via het hoofd verliest, klopt dus niet echt. Maar feit is wel dat er in de hoofdhuid en het gezicht veel zenuwuiteinden zitten en dat deze dus duidelijk gevoeliger zijn voor koude dan andere lichaamsdelen. Draag dus bij het joggen een muts en handschoenen om het ook bij lage temperaturen prettig te houden. Ideaal zijn loopmutsen van functioneel materiaal die het transpiratievocht naar buiten afvoeren, maar zelf geen vochtigheid opnemen.

    Bij temperaturen lager dan 10 graden is het aangeraden een lange loopbroek te dragen. Koude spieren en pezen zijn minder goed doorbloed en daardoor eerder overbelast en kwetsbaarder. Een lange broek, of een tight zoals de meeste lopers dragen, biedt een beschermend laagje tegen kou van buitenaf.

    Bij negatieve temperaturen kan je opteren om een thermische loopbroek te dragen.

    De juiste schoenen bij nat weer en ijs

    De loopschoenen die je in de zomer aantrekt, zijn minder geschikt in de herfst en winter: Deze schoenen bieden te weinig grip op glibberige blaadjes, bij nat weer en op ijs.

    Goede loopschoenen voor de winter onderscheiden zich door de volgende eigenschappen:

    • nog betere demping,
    • goede bescherming bij nat weer,
    • tegelijkertijd zeer ademactief,
    • goede grip van de buitenzool.

    In de zomer is een goed ventilerende joggingschoen belangrijk, maar ’s winters moet hij op de eerste plaats bescherming bieden tegen natheid.

    Looptraining

    Zelfs bij koud en nat weer staat je looptraining niets meer in de weg, zolang je maar de belangrijkste ‘regels’ voor gezond en veilig joggen in de winter ter harte neemt:

    • Alles met mate: loop in een matig tempo en waag je niet aan te lange afstanden.
    • Verleng de opwarming tot ongeveer 15 minuten.
    • Rek- en strekoefeningen binnen in de warmte doen.
    • Door de neus ademen, of een dun doekje voor de mond binden.
    • Kleed je volgens het 3-lagen systeem.
    • Loopschoenen dragen die geschikt zijn voor winterse omstandigheden.
    • Draag loopkleding met reflectoren en eventueel ook een hoofdlamp.

    11.10.2023 – Suikers

    Suikers. Weinig voedingstermen die zo veel weerstand oproepen. En al helemaal bij sporters, want hoewel je weet dat je energie nodig hebt tijdens inspanningen, wil je daarnaast ook gewoon gezond eten en je lichaam op de juiste manier voeden. Ik probeer hier uit te leggen hoe je slim met suikers omgaat en wanneer je ze precies inzet om beter te presteren.

    Snelle koolhydraten, waaronder suiker, worden snel omgezet in glucose. Daar weet je lichaam wel raad mee: glucose is makkelijk te gebruiken als energie en dus een goede brandstof voor hardlopers. Doordat suikers zo snel worden geabsorbeerd, schiet bovendien je bloedsuikerspiegel omhoog, die even later net zo snel weer keldert. Daardoor wil je blijven eten. Op den duur is het daardoor moeilijker om op gewicht te blijven.

    Voor een training of race

    Eet een kleine maaltijd die bestaat uit langzame koolhydraten en eiwitten, zoals ongezoete havermout, fruit zoals bessen, abrikozen, nectarines en grapefruit, toast met een spiegelei, of volkorenbrood met pindakaas. Zo’n maaltijd zorgt voor een constant energiepeil. Gebruik niet te veel toegevoegde suikers, zoals tafelsuiker, honing of ahornsiroop.

    Tijdens een intensievere training of race van langer dan een uur

    Toegevoegde suikers zijn toegestaan, of dat nou in de vorm van sportdrankjes of gelletjes is. Tijdens een intensieve training heb je snel gemakkelijk in te nemen suiker nodig. Probeer met grote regelmaat kleine porties te eten, zodat je bloedsuikerspiegel niet onnodig schommelt. Drink ook genoeg water.

    Tot twee uur na de training of race

    Het is zaak om de verbruikte glycogeen in je spieren te vervangen, maar ook om eiwitten binnen te krijgen voor spierherstel. Een snack met suiker mag, maar altijd in combinatie met eiwitten, zodat je bloedsuikerspiegel stabiliseert en je niet de hele dag honger hebt. Denk bijvoorbeeld aan een smoothie met kwark en een lepel notenboter.

    In rust

    Vermijd suiker. Tijdens het lopen van een marathon verbruik je de plotselinge toevoer van glucose onmiddellijk als je een snack met daarin suiker eet. In rust is de kans groter dat deze energieboost wordt omgezet in vet en gezondheidsproblemen veroorzaakt. Eet in plaats daarvan onbewerkte producten, zoals verse groenten, fruit, peulvruchten en vette vis.

    Let op… suiker die niet door je spieren wordt gebruikt of niet kan worden opgeslagen als reserve, wordt door je lichaam opgeslagen als vet.

    Dus algemeen, om snel energie te krijgen, bij een grote inspanning, is het opnemen van snelle suikers aan te raden, in het dagelijks leven is het beter om het gebruik van suikers te beperken, zeker naar gewichtscontrole toe.

    Dit gebeurt er met je lichaam als je stopt met suiker eten

    Als je stopt met suiker eten, zal je op korte en lange termijn verschillende veranderingen in je lichaam opmerken. De meeste veranderingen zijn prettig, maar sommige kunnen in het begin ook onprettig zijn. Als je van tevoren voorbereid bent op wat komen gaat, helpt het je om door te zetten.

    1. Je kunt je onrustig voelen

    Als je stopt met suiker eten, kan het zijn dat je ontwenningsverschijnselen hebt die lijken op die van bepaalde verslavende stoffen. Zo kun je je onrustig, prikkelbaar en moe voelen. Ook kan het zijn dat je rusteloos bent, meer ‘op scherp’ staat en moeilijker in slaap valt. Deze ontwenningsverschijnselen zijn niet fijn, maar ze verdwijnen zodra je lichaam eraan gewend is om geen suiker meer binnen te krijgen.

    2. Je humeur verandert

    Als je suiker eet, komen er in je lichaam hormonen vrij waardoor je je goed voelt. Denk aan dopamine en serotonine. Stoppen met suiker betekent dat je lichaam de gebruikelijke bron van dopamine en serotonine verliest. Hierdoor kun je je tijdelijk wat humeurig voelen. Na ongeveer een week zou je lichaam andere bronnen van gelukshormonen moeten gaan aanboren, zodat jij weer lekker in je vel zit.

    3. De gezondheid van je tanden verbetert

    Je tanden zullen blij zijn als je stopt met suiker eten. De bacteriën in je mond gebruiken het goedje immers om zuren te produceren die je tandglazuur aantasten.

    4. Je eetlust en stofwisseling verbeteren

    Suiker zorgt ervoor dat er minder van het verzadigingshormoon leptine in je lichaam circuleert. Daarnaast belemmert het goedje de onderdrukking van het hongerhormoon ghreline. Ook gaat je stofwisseling trager werken onder invloed van suiker.

    Stop je met suiker eten, dan komen je stofwisseling en hormonen in balans, zodat je weer een gezonde eetlust en dito stofwisseling krijgt. 

    5. Je bloedsuikerspiegel schommelt minder

    Als je suiker eet, schiet je bloedsuikerspiegel omhoog en moet je lichaam veel van het hormoon insuline aanmaken om al die suiker uit je bloed te krijgen. Vervolgens schiet je bloedsuikerspiegel weer omlaag.

    Je kunt je voorstellen dat zo’n schommelende bloedsuikerspiegel niet gezond is voor je lichaam. Op den duur kan je lijf hierdoor zelfs ongevoelig worden voor insuline, waardoor het niet meer goed reageert op dit hormoon.

    Deze vicieuze cirkel doorbreek je als je stopt met suiker eten. Hierdoor blijft je bloedsuikerspiegel beter in balans en dat is heel gezond voor je lijf.

    6. Je hebt een stabieler energieniveau

    Eet je suiker, dan krijg je een kortdurende stoot energie. Vervolgens zakt je energieniveau ook weer behoorlijk, waardoor je je moe en slap kunt voelen. Stop je met suiker eten, dan zakt je energiepeil niet zo snel. Als je daarnaast meer eiwitten en gezonde vetten gaat eten, draagt dat bij aan een stabiel energieniveau.

    7. Je gezondheid verbetert

    Als je stopt met suiker eten, zal je merken dat het vetrandje om je middel afneemt. Niet dat dit zo belangrijk is voor je uiterlijk. Voor je gezondheid is het echter cruciaal. Vet in je buikgebied kan namelijk leiden tot gezondheidsproblemen.

    Verdwijnt dit zogenoemde viscerale vet, dan neemt ook het risico op gezondheidsproblemen af. Zo zullen je cellen en hart je dankbaar zijn.

    8. Je huid is mogelijk strakker, soepeler en zuiverder

    Als je gewend was om veel suiker te eten, dan kreeg je lichaam regelmatig met een behoorlijke hoeveelheid insuline te maken. Als je lichaam hierdoor minder gevoelig werd voor dit hormoon, dan kan het zijn dat je hierdoor overal kleine ontstekingen had in je lijf, ook in je huid.

    Stop je met suiker eten, dan is de kans groot dat de ontstekingen verdwijnen en je huid gladder en gezonder wordt. Het stoppen met suiker heeft ook een positief effect op stoffen die je huid stevig en soepel maken.

    Het gaat om de stoffen elastine en collageen. Als deze stoffen weer rijkelijk aanwezig zijn in je lijf, kan het zijn dat je huid gladder is en de contouren van je gezicht duidelijker zichtbaar zijn.

    Reden genoeg dus om verstandig met suikers om te gaan.

    03.10.2023 – Fartlek / Interval

    Intervaltraining en fartlek-training zijn de sleutelwoorden wanneer je je prestaties wil verbeteren. Veel hardlopers hebben een hekel aan dergelijke trainingen omdat je redelijk kapot kunt gaan tijdens de korte loopjes op hoge snelheid. Maar beide trainingen helpen echt om een betere en snellere hardloper te worden en om je uithouding te vergroten.

    FARTLEK

    Een fartlek in je trainingsschema opnemen? Zeker! Zo houd je je trainingen gevarieerd en verbeter je je uithouding.

    Fartlek, Zweeds voor snelheidsspel, is een soort training die vooral in het hardlopen, maar soms ook in andere sporten wordt toegepast. In het Nederlands wordt het soms vertaald als vaartspel. Een fartlek-training is een gevarieerde training die bestaat uit wisselende snelheden en intensiteiten. De sporter bepaalt zelf waar en wanneer hij versnelt en vertraagt, vaak gebaseerd op de omgeving. Die beslissingen worden normaal pas tijdens de training gemaakt, zonder dat er gestopt wordt met bewegen. Er bestaat geen eenduidige definitie van de samenstelling van een fartlek-training, omdat er eindeloos veel mogelijke variaties op bestaan.

    GESCHIEDENIS

    In de jaren 30 van de 20ste eeuw ontwikkelde de Zweedse coach Gösta Holmér het principe van Fartlek. Holmér ontwikkelde deze training voor het Zweedse atletiekteam. Zijn idee van Fartlek was een training die zowel uithouding als snelheid combineerde. Veel atleten hebben hier hun voordeel aan gehad: zo zouden bijvoorbeeld de bekende middellangeafstandslopers Gunder Hägg en Arne Andersson het principe hebben toegepast in de periode dat zij tot de absolute wereldtop behoorden.

    Tegenwoordig wordt Fartlek door veel fysiologen en trainers gebruikt als trainingsvorm.

    VARIATIES

    Er bestaat geen eenduidige samenstelling van een fartlektraining. Sommige principes komen echter wel vaak terug, waaronder:

    – Versnellen op heuvels of aan de hand van andere landschapselementen
    – Sprinten van de ene naar de andere lantaarnpaal en rustig joggen tot de volgende lantaarnpaal (ook toegepast met bomen of brievenbussen)
    – Een aantal minuten of seconden sneller lopen dan normaal
    – Muziek gebruiken en tijdens het refrein of bepaalde liedjes versnellen
    – Versnellen in zand of modder

    Deze principes kunnen op zichzelf of gecombineerd worden toegepast, zolang ze maar relatief spontaan worden gedaan (anders kan er sprake zijn van een geplandeintervaltraining).

    VOORDELEN

    1. Conditie
    Aangezien een fartlek een soort intervaltraining is, is het logisch dat ook deze vorm wonderen doet voor je conditie. Een fartlektraining vergroot het uithoudingsvermogen dankzij de tempowisselingen die je spieren uitdagen op een manier die je bij traditionele cardiotrainingen niet doet.

    2. Afwisseling
    Als je steeds dezelfde trainingen doet, bestaat de kans dat de verveling toeslaat en je je loopschoenen sneller in de kast laat staan. Een fartlek verbreekt je monotone standaardtrainingen en zorgt voor een frisse wind doorheen je trainingsschema.

    3. Calorieverbruik
    Door de variëteit in de de intensiteit van je training, verbrand je meer kilocalorieën dan wanneer je steeds hetzelfde tempo aanhoudt. Je trainingen worden efficiënter, omdat je meer calorieën verbrandt zonder de afstand of tijd van je training daarvoor te moeten verhogen.

    4. Blessurepreventie
    Volgens The American Council of Exercise helpen intervaltrainingen met het voorkomen van blessures die ontstaan als gevolg van repititieve, aerobe inspanningen. Let er wel op dat je rustig met fartlektrainingen start als je er niet aan gewend bent.

    HOE DOE IK EEN FARTLEK?

    Voor je aan een fartlek begint, moet je minstens een opwarming van 10 à 15 minuten doen. Zo bereid je je spieren voor op de versnellingen. Doe ook een cooling-down na je training, zodat je pijn voorkomt en je herstel bevordert. Een goede manier om deze workout te doen, is om in de verte een object te kiezen, bijvoorbeeld een bepaalde boom op je pad. Sprint vervolgens naar die boom en jog een tijdje voor je een nieuw doel uitkiest.

    Hoewel de fartlek bekend staat om de flexibiliteit ervan, verkiezen sommige lopers toch liever een meer gestructureerde training. Als je niet goed weet hoe je dergelijke trainingen aanpakt of je schrik hebt om niet alles uit je training te halen – of om net te hard te trainen, geven we je twee voorbeelden mee:

    Voorbeeld 1
    Loop eerst rustig 10 à 15 minuutjes in om op te warmen, loop 2 minuten snel, 2’30” trager, 3 minuten snel, 2’30” traag, 4 minuten snel, 2’30” traag, 4 minuten snel, 2’30” traag, 3 minuten snel, 2’30” traag, 2 minuten traag en loop 10 à 15 uit als cooling-down. Onthoud dus volgende piramidestructuur: 2, 3, 4, 4, 3, 2 en neem tussen die minuten telkens 2’30” rust.

    Voorbeeld 2
    Als je op hartslag loopt, kan je wisselen tussen verschillende hartslagzones: je start in je 2de zone (traag), versnelt naar je 3de zone (tempo) en sprint in je 4de zone (snel). Loop bijvoorbeeld 20 minuten als volgt: 3′ traag, 5′ tempo, 2′ snel, 5′ tempo, 2′ hard, 3′ traag. Gevolgd door 15 minuten, opgedeeld als: 5′ traag, 2′ tempo, 1′ hard, 2′ tempo en 5′ rustig.

    Vorige twee voorbeelden kan je als leidraad gebruiken, maar met een fartlek kan je werkelijk alle kanten uit. Je maakt je training zo intensief als je zelf wil. Sprint van punt tot punt, verhoog je tempo gedurende enkele minuten of sprint een brug op. Jij bepaalt je training en doet waar je je die dag goed bij voelt. Wees niet te overmoedig en let op voor overtraining. Een beetje spierpijn kan geen kwaad, maar let erop dat die niet aanhoudt. Voor het overige: veel spelplezier!

    INTERVAL

    Intervaltraining is een trainingsmethode waarbij een periode van hoge intensiteit training wordt afgewisseld met een lage intensiteit training. Door een intervaltraining zal iemand op een hogere intensiteit trainen dan bij een standaard training waardoor de conditie snel verbetert. Het lichaam moet zich aanpassen aan de zware inspanning waardoor men de volgende keer harder kan trainen.

    Een voorbeeld van intervaltraining bij lopen kan er uit bestaan voor een beginnend hardloper dat de persoon start met 2 minuten joggen en daarna 1 minuut rust of juist een gevorderde hardloper die hardlopen op 15 km/h afwisselt met hardlopen op 10 km/h.

    Als je het goed doet, helpen intervaltrainingen je bij je volgende wedstrijd een razendsnel PR te lopen – als dat je ambitie is natuurlijk.

    7 voorbeelden van intervaltraining

    1. De Variabele Interval Tempo (VIT)-training

    – Jog rustig 3 kilometer als warming-up.
    – Loop 400 meter in marathontempo (als je nooit een marathon hebt gelopen, vermenigvuldig dan je 10-kilometertijd met 4,6).
    – Rust niet uit na deze 400 meter, maar loop wederom een 400 meter in het tempo van je huidige 5 kilometer.
    – Wissel deze tempo’s steeds met elkaar af, zonder rust te nemen, totdat je in totaal zes keer 400 meter hebt gelopen.
    – Herstel met een dribbelpauze van vier minuten.
    – Herhaal de sessie van zes keer 400 meter nog een keer.
    – Loop drie kilometer uit in dribbeltempo.

    Wat train je met deze intervaltraining : deze sessie verhoogt het maximale zuurstofopnamevermogen (VO2-max) en verbetert het uithoudingsvermogen, waarbij je het wedstrijdtempo leert beheersen.

    2. De Olga Bondarenko-interval

    – Jog drie kilometer als warming-up.
    – Loop 400 meter in een tempo dat twee tot drie seconden boven je 5-kilometertempo ligt, gevolgd door 400 meter dribbelen.
    – Doe daarna een 300 meter in je 1500-metertempo en herstel tijdens een rustige 300 meter.
    – Herhaal een vergelijkbare sessie over 200 meter in een iets hoger tempo.
    – Loop 100 meter bijna op topsnelheid, gevolgd door 100 meter dribbelen.
    – Herhaal deze serie van tweemaal 400, 300, 200 en 100 meter nog twee keer, zonder daarbij rust te nemen.
    – Na drie series volgt een herstelpauze van vijf minuten dribbelen; herhaal de reeks, maar dan twee keer.
    – Uitlopen: drie kilometer rustig joggen.

    Wat is het doel van deze intervaltraining : je leert onder vermoeidheid een hoog tempo te lopen. Hiermee ontwikkel je dezelfde verwoestende versnelling, die Olga Bondarenko gebruikte bij haar olympische overwinning op de 10.000 meter in 1988.

    3. De Lactaat Loop

    – Warming-up: drie kilometer joggen.
    – Leg driemaal 300 meter af, waarbij je bijna tot het uiterste gaat, met na elke 300 meter een dribbelpauze van 100 meter.
    – Loop een 400 meter, zes seconden sneller dan je huidige 5-kilometertempo, gevolgd door 400 meter joggen of wandelen.
    – Herhaal de 3 x 300 en 1 x 400 sessie.
    – Loop drie kilometer uit.

    Waar is deze intervaltraining goed voor : vergroting van de anaërobe capaciteit (trainen met zuurstofschuld) en verbetering van je 5-kilometertijd.

    4. De Blote Voeten Sprints

    – Ga naar een voetbalveld, trek je schoenen uit en loop als warming-up twee à drie kilometer op je blote voeten!
    – Sprint twaalf keer maximaal 100 meter (of de lengte van een voetbalveld) en neem niet meer dan vijf tot tien seconden rust tussen de sprints. Probeer sneller te lopen dan je tempo op de 5 kilometer.
    – Jog drie kilometer als cooling-down. Verhoog in een paar weken tijd het aantal van twaalf naar dertig sprints.

    Wat is het doel van deze intervaltraining : de voeten en enkels worden sterker, de VO2-max wordt verhoogd en de eindsprint verbeterd.

    Dit was de favoriete training van Ron Clarke, de Australiër die maar liefst zeventien wereldrecords vestigde.

    5. De Halve Piramide

    – Drie kilometer warming-up in een rustig tempo.
    – Leg 1600 meter af in een tempo van je beste 10-kilometertijd, gevolgd door twee minuten dribbelen of wandelen.
    – Loop nogmaals 1600 meter, maar dan zes seconden sneller, gevolgd door dezelfde pauze van twee minuten.
    – Leg voor de derde maal 1600 meter af en voer het tempo op door nog eens zes seconden (dus twaalf seconden sneller dan het 10-kilometertempo) sneller te lopen.
    – Uitlopen: drie kilometer joggen.

    Wat doet deze intervaltraining : deze training heeft een enorm effect op de conditie. Het verbetert zowel de VO2-max als de anaërobe drempel (het moment waarop je hevig begint te verzuren), hetgeen direct in wedstrijden te merken zal zijn.

    6. De Afzien Methode

    – Jog rustig drie kilometer.
    – Loop 800 meter in je huidige 10-kilometertempo en dribbel daarna twee minuten als pauze.
    – Loop 400 meter in je 5-kilometertempo, gevolgd door een dribbelpauze van een minuut.
    – Leg wederom 400 meter af, maar verhoog het tempo met drie seconden.
    – Neem geen rust en loop weer een 800 meter, maar dan in het 5-kilometertempo.
    – Doe een dribbelpauze van vier minuten en herhaal de serie van 800-400-400-800 meter.
    – Drie kilometer uitlopen.

    Wat werk je aan met deze intervaltraining : verbetering van de VO2-max. Je leert bovendien in een wedstrijd dieper te gaan.

    7. De Keniaanse Slag

    – Loop in twee à drie kilometer (als warming-up) naar je favoriete trainingsroute.
    – Loop afwisselend twee minuten hard, iets langzamer dan het 10-kilometertempo, en één minuut in dribbeltempo.
    – Verhoog in de loop van de training het tempo van de 2-minutenloopjes, totdat dit sneller is dan het 5-kilometertempo.
    – Loop in totaal 36 minuten (twaalf series van twee minuten).
    – Uitlopen: drie kilometer joggen.

    Wat is het doel van deze intervaltraining : je loopt met meer gemak een 5- en 10-kilometerwedstrijd.

    18.09.2023 – Lichaamsbeweging of gewichtsverlies?

    Wat is belangrijker voor je gezondheid: lichaamsbeweging of gewichtsverlies?

    Bewegen of gezonder eten? Als je wilt afvallen, dan is gezonder en minder eten het belangrijkste. Daarnaast is bewegen goed voor je gezondheid en het helpt bij het afvallen. Maar als je alleen meer gaat bewegen en hetzelfde blijft eten, dan zal je niet snel afvallen.

    Obesitascijfers zouden de voorbije vier decennia maar liefst verdrievoudigd zijn wereldwijd. Zwaarlijvigheid verhoogt het risico op hartaanvallen, diabetes type 2 en bepaalde types kanker. Om deze risico’s te beperken en de strijd tegen overtollig gewicht aan te gaan is de populariteit van diëten de laatste jaren sterk toegenomen, maar een nieuwe studie stelt dat de focus op gewichtsverlies de verkeerde aanpak is om gezond te zijn. Zo blijkt uit een recente studie dat mensen die zwaarlijvig maar wel fit zijn een kleiner risico hebben op vroegtijdig overlijden dan zij met een normaal gewicht die niet fit zijn

    Lichamelijke activiteit heeft behoorlijk wat voordelen als je gewicht wilt verliezen. Het draagt bij aan je totale dagelijkse energieverbruik (TDEE), oftewel de hoeveelheid calorieën (energie) die je in een dag verbrandt. JeTDEE is gebaseerd op een aantal factoren, zoals:

    – Leeftijd
    – Lengte
    – Gewicht
    – Geslacht
    – Activiteitsniveau
    – Lichaamsbouw

    Jouw TDEE is belangrijk, omdat je bij een teveel aan calorieën (wanneer je meer eet dan je nodig hebt) zult aankomen. Als je zorgt dat je minder calorieën binnenkrijgt dan je nodig hebt (door minder te eten of meer te verbranden), verlies je gewicht.

    Hierdoor gaan veel mensen ervan uit dat je gewoon meer moet bewegen om gewicht te verliezen. Maar dat is niet helemaal waar.

    Veel mensen sporten om gewicht te verliezen. De verwachting is meestal hoe harder je sport, hoe meer kilo’s je kwijt raakt, toch? In de realiteit zien we dit echter niet terug. Sommige hebben geluk en verliezen hier en daar een kilo en bij andere heeft het helemaal geen effect. Mensen met een zeer actieve leefstijl verbruiken per dag een vergelijkbaar aantal calorieën als mensen die minder vaak bewegen.

    Less is more!

    De actiefste mensen gebruiken dezelfde hoeveelheid energie als de matige bewegers. Meer is dus niet altijd beter en zeker niet als je beweegt om af te vallen.. Het gaat er eerder om de juiste balans te vinden: te weinig bewegen is ongezond, maar te veel helpt ons ook niet om een gezond gewicht te handhaven.

    Het bewijs stapelt zich op dat beweging belangrijk is om lichaam en geest gezond te houden. Wat het toevoegt, is dat we ons extra moeten richten op voeding, zeker als het gaat om gewichtsbeheersing en het voorkomen en terugdraaien van ongezonde gewichtstoename.

    Maar betekent dit nu dat je maar niet hoeft te bewegen, omdat het toch weinig tot geen effect heeft op je gewichtsverlies? Zeer zeker niet! Voldoende bewegen is namelijk onmisbaar in een gezonde leefstijl en draagt bij aan een gezond lichaam en geest. 

    6 redenen waarom je niet moet stoppen met bewegen

    1. Het maakt ons gelukkig
      Beweging zorgt voor de aanmaak van neurotransmitters (vooral onze geluk stofjes) waardoor we ons beter en gelukkiger gaan voelen.
    2. Bewegen werkt ontgiftend!
      Sporten zorgt ervoor dat ons lymfestelsel gaat stromen waardoor je gemakkelijker toxines kwijtraakt. 
    3. Bewegen is ontspanning (en verminderd stress)!
      Een wandeling in het bos, een loopje langs de velden of een fietstochtje door het park. Een betere ontspanning is er niet voor je lichaam. Als je niet voldoende ontspant en tijd voor jezelf maakt, heeft dit een negatief effect op je stresssysteem en je hormonen.
    4. Je krijgt sterkere botten en spieren!
      Met bewegen train je je spieren en gewrichten en hierdoor worden ze sterker. Dat maakt dat je mobieler wordt en vaak ook een gespierder en sterker lichaam krijgt!
    5. Bewegen geeft ons energie!
      Als je moe bent en gaat bewegen merk je vaak dat je opeens weer blaakt van de energie. Door te bewegen komt er namelijk energie vrij in de cellen zonder dat je daarvoor hoeft te eten of te slapen. Dat is nog eens een goedkope manier van energievoorziening!
    6. Je zult slapen als een roos!
      Sporten vereist een inspanning van het lichaam en hierdoor zal je lichaam ‘s nachts beter uit willen en kunnen rusten. Daarnaast gaat bewegen gepaard met stressreductie en ook dat is bevorderend voor je slaap!

    “Het lijkt erop dat beweging fitter maakt”. “Wanneer het aankomt op het verkleinen van het sterfterisico, doe je er beter aan om je activiteitenniveau en fitheid te verhogen, eerder dan je bewust te focussen op gewichtsverlies.”

    12.09.2023 – Heropstarten

    Na je vakantie weer opstarten met lopen? Je wilt er waarschijnlijk nog helemaal niet aan denken: het einde van je vakantie. Toch is de terugkeer naar de vertrouwde omgeving en de overvolle agenda onvermijdelijk. Voor veel hardlopers betekent het einde van de vakantie dat de regelmaat in de trainingen weer wordt opgepakt. En eerlijk is eerlijk, stiekem vinden we dat best fijn!

    Voel geen schuldgevoel over je trainingsstilstand. Je hebt net een leuke vakantie achter de rug. Eentje die je na een jaar stevig werken en ook een jaar met veel hardlopen hard nodig had. Koppel geen schuldgevoel aan je vakantie als het om hardlopen gaat. Zie je thuiskomst en de zin in lekker hardlopen als de start van een mooi nieuw seizoen.

    Door een paar weken vakantie lever je al snel enkele tientallen procenten aan conditie in. Hoe langer de stilstand hoe verder de achteruitgang. Een aardige vuistregel is dan ook dat je je afstanden en snelheden aanpast naar die achteruitgang. Bij een vakantie van 2 weken kun je ongeveer rekenen met 15 tot 25% conditievermindering. Loop dan de eerste paar weken ergens rond de 20% minder in afstand.

    Besteed meer tijd en aandacht aan de warming-up en stretching. Loop je normaliter rond de 40 minuten hard? Haal daar 10 tot 15 minuten van af maar vul die in met andere oefeningen. Zo ben je wel sportief goed bezig. Je hebt na afloop een goed gevoel over de training maar je hebt het allemaal beter verdeeld.

    Start verstandig

    Misschien train je in de zomer wel net zo fanatiek door als anders, maar misschien heb je je sportactiviteiten ook wel even op een lager pitje gezet en lekker vakantie gevierd. Heel gezond als je het hele jaar hard werkt! Met deze tips ga je gemotiveerd weer op pad en blijf je lekker hardlopen.

    1. Begin rustig aan

    Net als jezelf moet ook je lichaam na de zomer even op gang komen als je in juli en augustus niet zo veel gelopen hebt. Neem dus rustig de tijd om weer op te starten en bouw het aantal trainingen en de intensiteit daarvan geleidelijk op. Je hebt er immers niets aan als je in september al een blessure oploopt of je motivatie kwijtraakt.

    2. Houd het zomergevoel vast!

    Ook in het najaar kan het nog heel mooi weer zijn. Profiteer daarvan door lekker veel te lopen in de zon en bijvoorbeeld in de avond, het is nog steeds behoorlijk lang licht. Stel veel trainen in de sportschool dus nog even uit!

    3. Stel nieuwe doelen

    Niets werkt zo motiverend om het nieuwe seizoen te beginnen als het stellen van een doel. Dat kan betekenen dat je je inschrijft voor een loopevenement, maar het mag natuurlijk ook een persoonlijk doel zijn.

    4. Ga (weer) gezonder eten

    Samen met het sporten is ook gezond eten en drinken er misschien weleens bij ingeschoten tijdens de zomermaanden. Een ijsje halen of een drankje drinken op het terras hoort immers ook bij de vakantie. Kijk of je met de start van het nieuwe sportseizoen ook (weer) in een ritme van gezond eten en drinken kunt komen. Verdiep je eens in lekkere en gezonde maaltijden.

    5. Bereid je nu al voor op dipjes

    Wanneer lukte het in het afgelopen jaar goed om je vast te houden aan jouw hardloopgewoonten? Kijk eens terug naar wat er goed ging en wat er minder goed ging, en ook in welke periodes van het jaar je het lastig vond om het trainen vol te houden. Hoe heb je de draad daarna weer opgepakt? Zo kun je nu alvast een plan maken voor wat je gaat doen als je in een sportdipje terechtkomt.

    6. Geef jezelf een cadeautje

    Vroeger op school maakte je gloednieuwe agenda het toch net iets leuker om weer de schoolbanken in te gaan. Zo is het met sporten ook. Een sportshirt, een gadget zoals een wearable, schoenen of materiaal dat je nodig hebt wanneer het weer wat verandert: trakteer jezelf op iets nieuws zodat je nog meer zin krijgt in het begin van het nieuwe seizoen!

    7. Loop je nog op een manier die bij jou past?

    Sporten houd je het beste vol als het past in jouw dagelijkse routines. Heb je bijvoorbeeld een andere baan gekregen waarvoor je verder of juist minder ver moet reizen? Of gaan je gezinsleden een nieuwe opleiding doen of van baan veranderen? Dat kan betekenen dat je nu wel tijd hebt om op tijden te lopen die vroeger niet mogelijk waren. Zo vlak na de zomer is het ideale moment om de planning weer eens te bekijken en wellicht bij te stellen.

    8. En last but not least: blijf genieten van ons prachtig pajottenland

    Ook al valt er meestal meer regen en is de temperatuur beduidend lager dan op je vakantiebestemming.

    BrasserRunners Cardio/Core Summer Workout 2023

    SESSIE 1, VRIJDAG 04/08/2023

    1. Hip bridge

    Niveau 1 : 2 benen en heup laten zakken
    Niveau 2 : 1 been gestrekt in de lucht, afwisselen van been
    Niveau 3 : 1 been gestrekt houden en heup laten zakken, zelfde been

    2. One leg dead lift

    Niveau 1 : zonder gewicht
    Niveau 2 : met kettlebel

    3. Criss cross voeten voor kruisen en squatten

    4. Plank

    Niveau 1 : op knieën en handen
    Niveau 2 : op knieën en ellebogen
    Niveau 3 : op voeten en handen
    Niveau 4 : op voeten en ellebogen

    5. Dead bug

    Niveau 1 : afwisselend 1 been laten zakken
    Niveau 2 : gekruist 1 arm en 1 been laten zakken

    6. Loopladder

    7. Zijwaarts over BOSU, traag of goed tempo

    8. Achterwaartse & voorwaartse lunges

    Niveau 1 : met tussenstop en afwisselen van been
    Niveau 2 : van voor naar achter vloeiende beweging

    9. Russian Twist

    Niveau 1 : zonder gewicht
    Niveau 2 : met gewicht
    Niveau 3 : met benen los

    10. Kettlebel rond lichaam draaien

    Niveau 1 : 2 benen
    Niveau 2 : op 1 been

    11. V – zit

    Niveau 1 : stilzitten benen los van de mat
    Niveau 2 : gewicht onder benen doorgeven

    12. Op trap staan en 1 been laten zakken, tikken met teen en terug recht

    SESSIE 2, VRIJDAG 11/08/2023

    1. Hip thrust fitnessbal

    Ruglig op de bal, bekken laten zakken en terug omhoog brengen.

    2. Obliques, enkels tikken afwisselend

    Niveau 1 : Voeten dicht bij poep
    Niveau 2 : voeten verder weg van poep

    3. Plank jacks

    Niveau 1 :  op ellebogen, voeten naar rechts en linksuitstappen
    Niveau 2 :  op ellebogen, uitspringen zijwaarts 2 voeten tegelijk

    4. Burpees

    Niveau 1 : uitstappen, instappen, in squat laag blijven en handen naar voor
    Niveau 2 : uitspringen, inspringen, in squat laag blijven en handen naar voor

    5. Superman op de buik

    Niveau 1 : Links arm los, rechts arm los, rechts been los en dan links been los
    Niveau 2 : armen en benen gelijktijdig los van de mat

    6. Core weerstandsband

    Niveau 1 : Rek zetten op rekker, gestrekte armen houden
    Niveau 2 : Rek zetten op rekker en armen buigen naar lichaam en terug uitstrekken

    7. Abductoren

    Niveau 1 : zijwaarts been opheffen gestrekt
    Niveau 2 : zijwaarts been opheffen met elastiek

    8. Lunge en squat

    Squat, dan Li voet achter Re been zetten en door de knie buigen.
    Terug naar squat in het midden en dan Re voet achter Li been zetten.

    9. Kettlebel swing

    Kettlebel tussen benen brengen, heup buigen en terug heup krachtig naar voor brengen.
    Bilspieren aanspannen.

    10. Hip dips

    Niveau 1 : vanuit plank op knieën de heup naar links laten zakken en terug naar startpositie, dan naar rechts
    Niveau 2 : op de voeten

    11. Bosu

    Niveau 1 : opstap met 1 voet en knie van andere been omhoog brengen. Afstappen en opnieuw starten met andere been
    Niveau 2 : alternerend op en af springen, romp blijft boven de bosu

    12. Mountain climbers

    Niveau 1 : vanuit plank om en om een knie laten zakken tot tegen de mat.
    Niveau 2 : alternerend knie naar elleboog brengen
    Niveau 3 : zelfde been, 1 rechte mountain climber en onmiddellijk een schuine

    SESSIE 3, VRIJDAG 18/08/2023

    1. Klimrek
    Op en af, bovenste sport tikken en op de onderste trede blijven en de grond zijwaarts tikken.

    2. Board to leg stretch

    Niveau 1 : vanop knieën 1 been uistrekken naar boven
    Niveau 2 : vanuit plank 1 been uitstrekken naar boven
    Niveau 3 : vanuit plank knie naar elleboog brengen en datzelfde been uitstrekken

    3. Spiderman

    Niveau 1 : knie buigen en zo naast andere knie plaatsen
    Niveau 2 : Voet tot aan hand zetten
    Niveau 3 : Voet tot aan hand zetten en uitdraaien met de andere hand naar boven

    4. Walking lunges

    Niveau 1 : voet bijzetten
    Niveau 2 : in 1 beweging doorwandelen
    Niveau 3 : Met KB boven hoofd

    5. Tafelhouding

    Niveau 1 : Knieën los van de mat
    Niveau 2 : Knieën los van de mat en om en om arm uitstrekken
    Niveau 3 : knieën los van de mat en superman

    6. Muurzit quadriceps

    Met of zonder gewicht op de schoot

    7. Board to mountain

    Niveau 1 : hoofd tussen armen en terug naar plank, poep in de lucht steken
    Niveau 2 : schenen of voeten tikken

    8. Reverse handwalk

    Uit plank, handen wandelen naar voeten toe, dan voeten wandelen naar achter tot plank

    9. Weerstandsband triceps

    1 been voorwaarts, ellebogen 90° geplooid, onderarmen strekken

    10. Touwspringen of loopladder

    Niveau 1 : 1 been per keer
    Niveau 2 : 2 benen samen

    Loopladder = 1 voet per keer verplaatsen, voeten komen samen in en naast vakje

    11. Bosu buiklig

    Rug rechten, handen onder kin

    12. Pass the ball

    Niveau 1 : bal achter hoofd, been om en om uitstrekken
    Niveau 2 : bal achter hoofd, tussen voeten steken en benen laten zakken

    SESSIE 4, VRIJDAG 25/08/2023

    1. Voorwaarts lunge met 1 voet op bosu

    Niveau 1 : zonder gewicht
    Niveau 2 : met gewicht

    2. Kick through

    Niveau 1 : handen blijven allebei op de grond en been gaat onder buik door
    Niveau 2 : uit plankhouding, 1 arm los
    Niveau 3 : vanuit tafelhouding, knieën los van de grond

    3. Fitnessbal plank

    Niveau 1 : plank houden op ellebogen
    Niveau 2 : bal vooruit rollen tot plank, dan terug naar borst

    4. Squat

    De rand tikken met de poep en terug recht

    Niveau 1 : 2 benen samen
    Niveau 2 : 1 been vooruit uitsteken

    5. Op 1 knie gewicht rond hoofd draaien

    Niveau 1 : zonder gewicht
    Niveau 2 : met gewicht

    6. Shuttle run

    Tot potje lopen en achteruit terug lopen – telkens 1 verder

    7. Windmill

    Niveau 1 : zonder gewicht
    Niveau 2 : met gewicht

    8. Skaters

    Niveau 1 : zijwaarts springen, handen naar heup
    Niveau 2 : met gewicht naar heup

    9. Toe taps

    Niveau 1 : potje tikken alternerend met voet
    Niveau 2 : springend

    10. Crunches

    Gekruist voet tikken

    Niveau 1 : benen blijven gestrekt in de lucht, reiken naar voet
    Niveau 2 : benen na het tikken opnieuw laten zakken

    11. Pull up

    Niveau 1 : geplooide benen op de grond
    Niveau 2 : uit plankhouding

    of

    Biceps curl met weerstandsband

    12. Burpee met push up

    Niveau 1 : armen breed voor de push up
    Niveau 2 : armen meer naar elkaar toe

    23.06.2023 – Core zomerprogramma

    Of je nu aan een nieuw trainingsblok voor een marathon begint of nog geen enkele wedstrijd op de planning hebt staan: de zomer is een perfect moment om (weer) te gaan hardlopen. Langere dagen, vakantie én mooi weer geven je meer tijd om kilometers te maken.

    Naast het lopen is het best ook wat aan je core te gaan werken om bij de start van het nieuwe loopseizoen volledig fit met je groep mee te lopen.

    Meer bewegen draait immers om minder stil zitten!

    Lopen is je favoriete sport, dat weten we. Het liefst van al zou je altijd gaan lopen. Toch is het belangrijk om je volledige lichaam te trainen en ook regelmatig core stability oefeningen te doen.

    Core stability, wat zoveel betekent als rompstabiliteit, is een echte must voor lopers. Die ‘core’ wordt gevormd door je buik, je onderrug en je billen. Het centrum van je lichaam, zeg maar. Het gaat hier vooral over de dieper liggende spieren, dus niet enkel de spieren die je ziet liggen aan de buitenkant van je lichaam.

    Als je die spieren goed traint, ondervind je veel voordelen tijdens het lopen:

    – Verbeterde looptechniek: je loopt stabieler en comfortabeler, waardoor je het langer kan volhouden. Ideaal voor mensen die lange afstanden lopen!
    – Je haalt meer kracht uit je benen dankzij een sterke rompstabiliteit. Hierdoor kan je sneller en efficiënter lopen.
    – Volgens onderzoek heb je 30% minder kans op blessures. Dit komt doordat je steviger en stabieler op je benen staat en niet moet compenseren met de rest van je lichaam wanneer je loopt. Want het is vaak hierdoor dat er overbelasting optreedt van weefsels en gewrichten, wat dan weer leidt tot blessures.

    Kortom, het is zeer belangrijk om de nodige aandacht te besteden aan core stability. Zeker als je lichaam vermoeid is (bv. wanneer je volop traint voor een loopdoel) ben je extra vatbaar voor overbelasting en blessures. Op zo’n momenten komt core stability dubbel zo goed van pas. Zet het dus, naast lopen, zeker in je agenda. Misschien vind je het niet zo leuk, maar onthoud dat het ongetwijfeld z’n vruchten zal afwerpen!

    Deze 6 oefeningen maken een sterkere hardloper van je en verlagen je blessuregevoeligheid.

    De oefeningen helpen je bij de opbouw van sterke en krachtige spieren die niet snel geblesseerd zullen raken. Deze oefeningen zijn perfect als je wel wil werken aan je kracht, maar geen zin hebt om uren in de sportschool door te brengen. Probeer ze twee keer per week in je loopprogramma op te nemen, op dagen dat je niet of rustig hardloopt. Zo geef je je spieren de macht heuvels te trotseren, een eindsprint te doen en tijdens een duurloop kilometer na kilometer goed te blijven lopen.

    1. Squat

    – Ga rechtop staan en zet je voeten uit elkaar, op schouderbreedte.
    – Zak diep door de benen door je heupen naar achteren te duwen en je knieën te buigen.
    – Houd deze houding even vast en duw jezelf dan weer langzaam terug naar de beginpositie.
    – Doe drie sets van 10 herhalingen.

    Pas op: Je knieën moeten niet zo ver naar voren buigen dat ze voorbij je tenen komen. Houd je bovenlichaam gestrekt, de rug een beetje hol.

    Maak het zwaarder: Maak er een sprong bij. Verlaag je lichaam zo ver je kunt, spring van daaruit zo hoog als je kunt en land zachtjes.

    2. Lunge

    – Maak met je rechtervoet een stap naar voren.
    – Zak met je lichaamszwaartepunt zodanig, dat je linkerknie vlakbij de vloer is, maar deze niet aanraakt.
    – Laat je binnen twee tellen zakken en kom weer binnen twee tellen omhoog.
    – Herhaal dit met het andere been.
    – Doe drie sets van 10 herhalingen.

    Pas op: Je knie moet opnieuw niet zo ver naar voren buigen dat deze voorbij je tenen komt. Houd je bovenlichaam gestrekt en ‘lang’ – niet naar voren leunen.

    Maak het zwaarder: Maak er een sprong van. Stap naar voren met je linkervoet en zak in de positie van de uitvalspas. Spring recht omhoog van de vloer, zwaai je armen naar voren en switch je benen in de lucht, net als een schaar. Land in de positie van de uitvalspas met je rechterbeen naar voren.

    3. Brug

    – Ga op je rug liggen met voeten plat op de grond en je knieën gebogen.
    – Spreid je armen iets uit, handpalmen naar beneden.
    – Trek je navel in en til je heupen omhoog door je voeten op de grond te duwen.
    – Span je bekkengebied, bilspieren en hamstrings aan.
    – Houd de positie 3-5 seconden vast en laat je dan weer rustig naar de vloer zakken.
    – Doe drie sets van 10 herhalingen.

    Pas op: Houd de heupen aan beide kanten even hoog, zak niet weg aan een kant.

    Maak het zwaarder: Doe de brug op één been. Til een been van de grond (gestrekt en schuin omhoog). Terwijl je dat been in de lucht houdt, zet je kracht met je andere voet om je heupen en billen van de grond te tillen. Ga terug naar de beginpositie en herhaal. Doe dezelfde beweging aan de andere kant.

    4. Plank

    • Ga op je buik op de vloer liggen, voeten en knieën bij elkaar.
    • Houd je ellebogen onder je schouders en til je lichaam van de grond.
    • De romp heupen en benen zijn in een rechte lijn, alleen de tenen en de onderarmen steunen op de grond.
    • Trek je buikspieren aan het houd dit 60 seconden vast.
    • Als je 60 seconden niet redt, houdt de positie dan 5-10 seconden vast, neem 5 seconden rust, houd weer 5-10 seconden vast en maak zo de minuut vol.

    Pas op: Laat je heupen niet zakken en til je billen niet op.

    Maak het zwaarder: Doe een rollende plank. Begin in de plankpositie. Draai je dan op je linkerzij en doe een zijwaartse plank. Houd dit 10 seconden vast, draai dan naar rechts voor een zijwaartse plank op je rechterzij en houd dit weer 10 seconden vast. Keer terug naar de beginpositie en herhaal.

    5. Mountain climber

    .

    • Ga op je buik op de vloer liggen, handpalmen naast je schouders op de vloer.
    • Druk je omhoog als bij een push-up.
    • Breng je rechterknie naar voren en strek deze weer terug naar beginpositie.
    • Breng je linkerknie naar voren en strek deze weer terug naar beginpositie.
    • Wissel steeds van been en beweeg zo snel mogelijk.
    • Houd daarbij je lichaam in een rechte lijn.
    • Doe drie sets van 10 herhalingen, tel de bewegingen van rechter- en linkerbeen als 1 herhaling.

    Pas op: Je lichaam moet een rechte lijn vormen van je hoofd tot je enkels. Verander niets aan de positie van je onderrug als je je knie naar voren brengt.

    Maak het zwaarder: doe na elke herhaling een push-up.

    6. Superman

    – Ga op je buik op de vloer liggen, met je armen gestrekt voor je en de benen naast elkaar.
    – Til je hoofd, je linkerarm en je rechterbeen ongeveer tien centimeter van de vloer.
    – Houd dit drie tellen vast, laat dan je hoofd, arm en been zakken.
    – Herhaal dit met je rechterarm en linkerbeen.
    – Doe aan elke kant tot 10 herhalingen.

    Pas op: Til je schouders niet te veel omhoog.

    Maak het zwaarder: Til tegelijkertijd beide armen en benen op. 😉

    Voor extra oefeningen specifiek voor de loper verwijs ik naar volgende link:

    https://hmg-prod.s3.amazonaws.com/files/jpg2pdf-1541586792.pdf

    Veel succes en een hele fijne vakantie aan iedereen!

    09.06.2023 – High Intensity Intervaltraining (HIIT)

    De meesten van ons lopen veel en lang hard omdat je dat als duursporter nou eenmaal doet. Maar zelfs als je al fit bent kun je nog aantoonbaar voordelen behalen door HIIT aan je trainingsregime toe te voegen.

    Het gaat om mitochondriale capaciteit. Langdurige training met een lagere intensiteit verhoogt het aantal mitochondriën in je cellen. Daarom doen veel hardlopers lange, rustige duurlopen om hun basis te verbeteren. Maar training met hoge intensiteit kan die mitochondriën krachtiger maken. Onderzoek toont bovendien aan dat regelmatige, intensieve lichaamsbeweging, ook kan zorgen voor een toename in de productie van nieuwe mitochondriën.

    Wat is High Intensity Interval Training (HITT) en welke voordelen?

    Burpees, push-ups, sit-ups, squats, sprinten en door naar de volgende oefening! De zweetdruppels vliegen in het rond. Na een half uur ben je helemaal kapot! High intensity interval training (HIIT) is op dit moment enorm populair. Maar is deze trainingsmethode de beste manier om vet te verbranden?

    Een HIIT training is een interval training, die het uiterste van je vergt! Het is een combinatie van ‘explosieve’ cardio (op volle snelheid sprinten bijvoorbeeld) en pittige oefeningen (o.a. squats, push-ups en sit-ups). Lang pauze houden? Vergeet het maar!

    Wat doet HIIT met je lichaam?

    Volgens enkele wetenschappelijke studies kan HIIT een waardevolle toevoeging zijn aan een trainingsprogramma. Je wordt er fitter door, de conditie van je hart, bloedvaten en longen verbetert, bloedwaarden (zoals bloeddruk, cholesterol) verbeteren en HIIT kan je helpen om af te vallen.

    Beste manier om vet te verbranden?

    Uit onderzoek blijkt dat je door een HIIT training tot wel 50% meer vet verbrand dan wanneer je ‘normaal traint’ (low intensity training). Uit een ander onderzoek blijkt zelfs dat je 9 keer (!) zo snel vet verbrandt. Hoe dat kan? Doordat de training zo intensief is, de rust pauzes kort zijn en de hartslag hoog blijft. Daarnaast  verbrand je niet alleen vet tijdens de work-out, maar ook tot 48 uur erna. Extra voordeel door de combinatie met krachtoefeningen kweek je meer spieren, waardoor je lichaam standaard meer verbrandt in rust. HIIT training is dus wel degelijk één van de betere manieren om vet te verbranden.

    HIIT is een trainingsvorm waarbij het voornamelijk het cardiovasculaire systeem getraind wordt (uithoudingsvermogen / conditie in de volksmond) al kan dit ook gecombineerd worden met krachtoefeningen op hoge intensiteit of als actief herstel. HIIT training is gebaseerd op kortdurende hoge intensiteit intervaloefeningen, afgewisseld met kortdurende pauzes van actief herstel of volledige rust.
    Een HIIT sessie kan variëren qua tijd. Een HITT training kan bestaan uit intervallen van 10 seconden tot 5 minuten. De rustpauzes zijn relatief kort en kunnen bestaan uit actieve rust (oefeningen op een lage intensiteit) of complete rust.

    Een veel gebruikte vorm van HIIT sessies is een 2:1 ratio, waarbij de inspanning bijvoorbeeld 60 seconden is en de rust 30 seconden. Naarmate je beter getraind raakt kunnen de rust pauzes korter gemaakt worden en/of de inspanningsfase lager.
    Het grootste voordeel van High Intensity Interval Training is dat het minder tijd kost, en betere resultaten oplevert dan eindeloos op de loopband, hometrainer of crosstrainer te staan. Dit komt simpelweg doordat de intensiteit veel hoger is. Door de relatief korte pauzes blijft je hartslag hoog en verbrand je dus meer calorieën. Het is aangeraden om 2x per week een HIIT training te doen. Start wel elke keer met een goeie opwarming en vergeet ook niet te stretchen achteraf.

    Hoe zorg je voor een goede HITT Training?

    Net als bij voeding is het goed om de 80/20 regel aan te houden. 80% van de training doe je op een relatief lage intensiteit waarin je nog gewoon kan praten. Dus geen hartslag van 180, maar ergens tussen de 120 en 160. De overige 20% mag je vol gas gaan geven.

    Het is ook goed om bijvoorbeeld de ene dag voor duurtraining te kiezen van 20 tot 45 minuten en de andere dag voor een HITT training van 6 tot 8 blokken. Het is sowieso goed om cardiotraining toe te passen in je training. Uit onderzoek is gebleken dat duuratleten langer leven (4,3 tot 8 jaar) en minder kans hebben op ziektes.

    VO2 max

    Het is al langer bekend dat HIIT uitstekend is voor je cardiovasculaire systeem. Uit onderzoek blijkt dat HIIT je VO2 max (hoeveel zuurstof je maximaal kunt opnemen) binnen 24 weken tot 46 procent kan verhogen – afhankelijk van het beginniveau. Acht weken HIIT verhoogt het slagvolume van je hart (hoeveel bloed je hart per slag rondpompt) met 10 procent en verlaagt je rusthartslag aanzienlijk.

    02.06.2023 – Voeding : eiwitten

    Eiwitten zijn onmisbaar voor een goede gezondheid. Ze zijn namelijk belangrijke bouwstoffen en fungeren als fundament voor de opbouw van cellen, celstructuren en voor de groei en onderhoud van onder andere spiermassa. Eiwitten zijn een must in het dieet van elke hardloper om te helpen bij spierherstel na een zware training of wedstrijd.

    Een terechte vraag luidt dan ook: hoeveel eiwitten per dag heb je eigenlijk echt nodig? 

    Wat zijn eiwitten?

    Eiwitten zijn – net als koolhydraten en vetten – voedingsstoffen die energie leveren aan ons lichaam in de vorm van calorieën; 4 kilocalorieën (kcal) per gram om precies te zijn. Eiwitten kun je gerust als onmisbaar beschouwen, want het zijn belangrijke bouwstoffen. Ze fungeren als fundament voor de opbouw van cellen en celstructuren en voor de groei en onderhoud van spiermassa. Bovendien zijn ze een belangrijk bestanddeel van hormonen, enzymen en neurotransmitters. Óók hebben eiwitten een verzadigend effect, wat goed van pas kan komen als je bezig bent met afvallen. Je hebt namelijk minder snel honger of trek.

    Waar zitten eiwitten in?

    Je hebt dierlijke en plantaardige eiwitten. Dierlijke eiwitten zitten vooral in: vlees, vis, melk, kaas en eieren. Maar ook plantaardig voedsel kan eiwitten bevatten. Voorbeelden van plantaardige eiwitten zijn: vleesvervangers (tempeh, tahoe, tofu, seitan, vegetarische burgers of gehakt), zuivelvervangers (op basis van bijvoorbeeld soja), bonen, peulvruchten, noten en zaden. Maar ook (volkoren) brood en graanproducten, notenpasta, humus en zelfs bepaalde groentesoorten bevatten een flinke hoeveelheid eiwitten. Hierbonder vinden jullie een overzichtelijke lijst gemaakt met eiwitrijke producten om het zo gemakkelijk mogelijk te maken om eiwitbronnen te kiezen:

    De meest eiwitrijke fruitsoorten

    Rozijnen : 3,3 gram eiwitten per 100 gram
    Guave : 2,6 gram eiwitten per 100 gram
    Avocado : 1,9 gram eiwitten per 100 gram
    Jackfruit : 1,47 gram eiwitten per 100 gram
    Banaan : 1,1 gram eiwitten per 100 gram
    Kiwi : 1 gram eiwitten per 100 gram
    Kersen : 0,9 gram eiwitten per 100 gram

    Eiwitten in ons lichaam

    Wanneer we voeding eten met eiwitten, breekt het lichaam dit af tot losse aminozuren. Dit gebeurt in de maag en de dunne darm, onder invloed van enzymen. Enzymen zijn stoffen die stofwisselingsprocessen regelen. De aminozuren die door het afbreken van de eiwitten vrijkomen gaan vervolgens via het bloed naar de lever. Hier worden nieuwe eiwitten gemaakt die bruikbaar zijn voor bijvoorbeeld de opbouw van spierweefsel.

    De aminozuren die hierbij niet zijn gebruikt plassen we uit of gebruiken we als energie. Al die aangemaakte lichaamseiwitten breken continu af en worden weer opgebouwd; dagelijks wordt zo’n 200 à 300 gram eiwit vervangen. Vandaar dat we elke dag voldoende eiwitten nodig hebben.

    Hoeveel eiwitten heb je nodig?

    Hoeveel eiwitten je nodig hebt op een dag hangt af van een aantal factoren. Denk aan: leeftijd, gewicht, lichamelijk activiteit en persoonlijke doelen. De eiwitbehoefte is dus niet altijd gelijk. In deze voorbeelden hebben we een aantal profielen geschetst waarbij we zijn uitgegaan van een gemiddeld gewicht van 70 kilo.

    Persoon 1 : de niet-sporter
    De minimale hoeveelheid eiwitten voor een niet sportend persoon is 0,8 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht. Deze norm is geschikt voor gezonde volwassen mensen die niet of weinig sporten. Deze hoeveelheid heb je nodig om alles in je lichaam goed te laten functioneren. Voor iemand met een gewicht van 70 kilo komt dit neer op 56 gram eiwit per dag. De norm is hetzelfde tussen man en vrouw, al is de eiwitbehoefte bij mannen vaak groter, omdat ze meer wegen.

    Persoon 2 : de duursporter
    Als duursporter is de eiwitbehoefte lager dan wanneer je het vergelijkt met de krachtsporter. De nadruk ligt namelijk niet op extra spiermassa opbouwen, maar het behouden en versterken. Bij de duursporter is de hoeveelheid koolhydraten een stuk relevanter, omdat die voedingsstof nodig is om langdurige inspanning te kunnen leveren. De eiwitbehoefte bij een duursporter ligt tussen de 1,2 gram tot 1,6 gram per kilogram lichaamsgewicht.

    Hoe merk je dat je te weinig eiwitten binnenkrijgt?

    Wanneer je (dagelijks) weinig eiwitten binnenkrijgt kun je dat op de volgende manier merken:

    * Scheurende nagels
    * Afbraak spierweefsel
    * Langzamer herstel en/of wondgenezing na ziekte of operatie
    * Doffer haar of haarverlies
    * Kortademigheid
    * Zweet dat naar ammoniak ruikt
    * Lagere loopsnelheid

    Eiwitrijke ontbijtjes!

    Normaal krijg je voldoende eiwitten binnen als je een gevarieerd voedingspatroon volgt, maar als je intensief sport of vegan/vegetariër bent, kan het soms moeilijker zijn om aan de dagelijkse aanbevolen hoeveel eiwitten te voldoen. In dat geval is het toevoegen van eiwitpoeder een handig middeltje om aan de dagelijkse eiwitbehoefte te komen. Krijg je wel voldoende eiwitten binnen? Dan kan je het eiwitpoeder in onderstaande receptjes ook gewoon weglaten.

    1.     Plantaardige eiwitwafels

    Ingrediënten:

    • 150 g boekweitmeel
    • 110 ml havermelk
    • 40 g havermout
    • ½ tl bakpoeder
    • 1 tl ahornsiroop of honing
    • 1 scoop (vegan) eiwitpoeder
    • 1 tl olijfolie
    • 3 tl amandelpasta
    • 150 g diepvries bessen

    Bereiding:

    • Doe alle droge ingrediënten in een kom en meng door elkaar.
    • Voeg daarna rustig de havermelk toe en meng tot je een gladde massa hebt.
    • Zet het wafelijzer aan en wacht tot het de juiste warmte heeft. Lepel het beslag in het wafelijzer en bereid de wafels volgens de instructies van jouw machine.
    • Terwijl je wafels bakken, ontdooi je het fruit. (Je kan het fruit ook warm maken naargelang je eigen voorkeur).
    • Lepel je fruit(compote) over de wafels en werk het af met een lepel amandelpasta (of andere soort notenspread naar wens).
    2.     Aardbeien eiwitpannenkoeken

    Ingrediënten:

    • 170 g boekweitmeel
    • Snufje bakpoeder
    • 20 g vanille eiwitpoeder
    • 300 g havermelk
    • 5 g ollijfolie
    • Sufje zout
    • 15 g ahornsiroop (of honing)
    • 150 g aardbeien, fijngesneden

    Bereiding:

    • Mix alle droge ingrediënten.
    • Doe de natte ingrediënten en aardbeien bij het mengsel tot je een gladde massa bekomt.
    • Verhit een kleine koekenpan (10-12 cm) op een middelhoog vuur.
    • Doe een soeplepel van het beslag in de pan en bak tot de onderkant een goud klerutje heeft. Draai om en bak tot de pannenkoek klaar is.
    • Serveer de pannenkoek met extra ahornsiroop, verse aardbeiden en munt.
    27.05.2023 – Proprioceptietraining

    Wat is proprioceptietraining en waarom is het belangrijk voor lopers?

    Je kracht, snelheid en flexibiliteit verbeteren én al je lichaamsbewegingen onder controle houden.

    Proprioceptie of positiezin (ook wel kinesthesie genoemd) is het vermogen van een organisme om de positie van het eigen lichaam en lichaamsdelen waar te nemen. Het woord proprioceptie komt van de Latijnse woorden proprius en perceptie (zelfwaarneming). Oftewel, er gaan continue signaaltjes van je hersenen naar alles plaatsen in je lijf en weer terug om de positie te bepalen van je lijf. Dit is dus erg belangrijk bij het lopen.

    Een goede ‘proprioceptie’ of positiezin maakt van jou een efficiëntere loper en verkleint het risico op blessures.

    Sommige lopers zoeken met plezier de trails op en huppelen gezwind over boomwortels, rotsblokken en de meest steile, kronkelende paadjes. Anderen blijven het liefst met beide voeten op de verharde weg. Ze mijden bos- en bergpaden, doodsbang om een enkel te verzwikken of om languit op hun gezicht te gaan. Behoor je tot de laatste categorie en vraag je je soms weleens af hoe het komt dat je je zo onzeker voelt op ruw en verraderlijk terrein?

    Het geheim zit hem niet (alleen) in speciale schoenen of een buitenmaatse dosis aangeboren lef. Snelle berggeiten als Kilian Jornet en Courtney Dauwalter danken hun superieure voetenwerk op ruw terrein aan een extreem goed ontwikkelde en getrainde proprioceptie: het vermogen van een organisme om de positie van het eigen lichaam en lichaamsdelen waar te nemen. Proprioceptie wordt soms ook het ‘zesde zintuig’ genoemd, ons lichaam dat wordt aangestuurd door een innerlijk besef van ruimte, beweging en richting.

    Een goed of minder goed ontwikkeld dieptevermogen is natuurlijk voor een stuk genetisch bepaald. Gelukkig kunnen we het zelf ook stimuleren door gerichte oefeningen te doen. Dit soort training wordt vaak verwaarloosd of helemaal overgeslagen, wat jammer is, want niet alleen berggeiten halen er voordeel uit. Een geoefende positiezin zorgt er niet alleen voor dat je niet gaat struikelen, maar ook dat je sneller en efficiënter (dus langer) kan lopen, ook op vlak terrein en verharde weg.

    Wie veel struikelt, snel het evenwicht verliest of zich onzeker voelt tijdens het (trail)lopen, doet er dus goed aan om oefeningen te doen die specifiek de positiezin trainen. Het kan heel wat voordelen opleveren:

    – een verbeterde coördinatie
    – een verbeterde stabiliteit
    – een verbeterde balans
    – een versterking van je diepe spieren
    – een beter reactievermogen
    – een verkleind risico op vallen en blessures
    – en een snellere genezing na een blessure.

    Het resultaat is dat je meer controle krijgt over hoe je benen en voeten zich voortbewegen op glad of verraderlijk terrein. Wie zich zeker voelt op bos- en bergpaden durft sneller te lopen, raakt minder snel geblesseerd en beleeft meer plezier. En dat is misschien nog wel het belangrijkste voordeel.

    Ik leg graag in detail uit hoe je dit ‘zesde zintuig’ kan trainen.

    1. Eénbenige squat

    * Herhalingen : 8 – 12
    * Sets (aantal keer de herhalingen met pauze tussen) : 3 – 4

    Hoewel je met squatten voornamelijk je beenspieren aanspreekt, is squatten op één been ook goed voor je enkels. Je bent namelijk de gehele oefening aan het balanceren waardoor ook je enkels aan het werk moeten. De oefening voer je als volgt uit.

    Ga op de grond staan met je voeten op schouderbreedte uit elkaar. Til één been iets van de grond af. Buig nu langzaam het been dat op de grond staat zodat je naar de grond zakt. Zak zo laag als je kan. Duw jezelf daarna weer omhoog, naar de startpositie. Doe het gewenste aantal herhalingen en wissel dan van been.

    2. Calf raises

    * Herhalingen : 12 – 16
    * Sets : 3 – 4

    De calf raise is een oefening waarbij voornamelijk de kuitspieren worden aangepakt. Enkelstabiliteit train je in dit geval doordat de enkels worden aangesproken tijdens het balanceren. Ga met beide benen op de grond staan met je voeten op heupbreedte uit elkaar. Duw jezelf omhoog vanuit je tenen totdat je voelt dat je kuiten flink worden aangespannen. Houd deze positie een paar tellen vast en zak dan weer terug.

    Deze oefening kan je ook doen met je voeten naar buiten of juist naar binnen zodat de verschillende zones net even anders aangesproken worden. Als je de calf raise wilt doen met je voeten naar buiten, zorg dan dat je voeten ongeveer in een hoek van 45 graden naar buiten staan. Doe je de calf raise met je voeten naar binnen, zet dan je voeten zo naar binnen dat de tenen elkaar net niet raken.

    3. Lunges achterwaarts

    * Herhalingen : 4-15
    * Sets : 2-4

    Je techniek is erg belangrijk bij deze oefening, hoewel er minder spanning op je gewrichten komt dan bij de voorwaartse lunge, is de impact nog steeds aanzienlijk.

    Houd de beweging langzaam en gecontroleerd, zorg ervoor dat je rug recht blijft. Zorg ervoor dat je voorste knie in lijn blijf met je lichaam, en niet voorbij je tenen komt of naar links of rechts beweegt. Let er goed op dat je jezelf vanuit de hiel van de voorste voet weer omhoog drukt, en niet vanuit je achterste been. Doe je de oefening voor het eerst, begin dan met alleen je lichaamsgewicht, bouw dan op met dumbbells, tot je gevorderd genoeg bent om een halter in balans te houden. 

    4. Zijwaarts springen

    * Herhalingen : 8-10
    * Sets : 6 tot 8

    Spring vanuit een staande positie een meter naar rechts. Land op je linkervoet en laat je knie naar voren wijzen. Laat je linkerarm bewegen langs je zij, terwijl je je rechterarm in een hoek van 90 graden gebogen houdt. Spring ter plaatse en herhaal langs de andere kant. Je kunt de oefening verzwaren door de sprongen hoger te maken.

    5. Staan op 1 been

    Afwisselen van been

    Herhalingen : 5-6

    Eventueel op bosubal of balansmat:

    20.05.2023 – Fietsen als variatie

    Met het mooie weer dat er aan komt kan je al eens naast het lopen een fietsritje gaan maken, al dan niet in familieverband. Hieronder leg ik uit waarom de afwisseling met het lopen de loper ten goede komt.

    Lopers die op de fiets springen of fietsers die de loopschoenen aantrekken. Beide sporten worden wel vaker gecombineerd, zeker nu de zon wat harder schijnt en de dagen langer worden. Maar hoe pak je dat nu het best aan en wat zijn de voordelen? Een paar uur fietsen is ideaal voor het actieve herstel en de mentale weerbaarheid.

    Een loper wordt vooral sterker door te lopen en een fietser door te fietsen, daar bestaat absoluut geen twijfel over. Maar het kan nooit kwaad om af en toe over het sportmuurtje te kijken en te profiteren van de voordelen die andere sporten in petto hebben. Zo kan je door lopen en fietsen op een weldoordachte manier te combineren op termijn ook een betere loper worden.

    Een groot voordeel van fietsen is dat fietsen helpt om typische overbelasting blessures bij lopers te vermijden. Lopen is een impactsport en dat brengt de nodige risico’s met zich mee. Elke keer dat je voet contact maakt met de grond ontstaat er een kortdurende spanning op je knieën en andere gewrichten. Dat kan op termijn leiden tot typische loperskwaaltjes als achillespeesblessures, een lopersknie, shin splints, hielspoor of zelfs een heupblessure. Om die risico’s te beperken is fietsen een waardig alternatief. Tijdens het fietsen maak je een circulaire beweging, zonder de impact op botten en gewrichten. Bij bepaalde loopblessures kan je daardoor zelfs gewoon blijven fietsen.

    Ook de kans op overbelasting van die spieren is kleiner bij fietsen. Zo heb je bij hardlopen een excentrische spierbelasting (de spieren worden langer) en bij fietsen een concentrische spierbelasting (de spieren worden korter). Het herstel van de concentrische spierbelasting verloopt sneller dan bij een excentrische belasting.

    Wel opletten, want ook bij het fietsen liggen blessures op de loer als je zonder voorbereiding op je fiets springt. Als je beide sporten wil combineren en blessures wil vermijden, zorg er dan voor dat je goed op je fiets zit. Een slechte afstelling van je schoenplaatjes kan voor een overbelasting van je knieën zorgen, net als een verkeerde fietspositie. Zit je te laag, dan is de inspanning wat zwaarder, maar dat is geen trigger voor blessures. Een te hoge fietspositie kan wel een aanleiding zijn voor knieproblemen.”

    Voordelen van fietsen voor de loper

    1. Het helpt je VO2 max te verbeteren

    VO2, ook wel ‘aëroob vermogen’ genoemd, geeft de maximale hoeveelheid zuurstof aan die een persoon kan verwerken, gemeten in milliliter per kilogram lichaamsgewicht per minuut. Hoe hoger je VO2 Max, hoe meer zuurstof je spieren bereikt en hoe sneller of langer je zult kunnen lopen. Olympische atleet Chema Martínez raadt hardlopers aan om naast hun hardlooptrainingen hun VO2-Max te verbeteren met fietsen.

    2. Het brengt je geest in balans

    Hoewel bijna elk type lichaamsbeweging goed is voor je algemene gezondheid, is fietsen ook heel goed voor je geestelijke gezondheid. Van een rondje fietsen word je blij, dat wordt de ‘cycling high’ genoemd. Het lijkt op de bekende ‘runner’s high’, die je misschien wel kent. Fietsen zorgt ervoor dat het bloed sneller door het lichaam wordt gepompt, waardoor endorfine en andere gelukshormonen zoals dopamine, noradrenaline en serotonine vrijkomen.

    3. Je knieën worden er sterker van

    De knieën zijn een van de zwakste plekken van veel sporters, niet alleen hardlopers. Fietsen zal je helpen je beenspieren te versterken zonder je gewrichten te belasten.

    4. Het verlaagt slechte cholesterol

    Fietsen op een matige intensiteit (65-70 procent van de maximale hartslag) en op regelmatige basis (drie tot vijf sessies per week) verhoogt HDL (goede cholesterol) en verlaagt LDL (slechte cholesterol). Ook gaat je triglyceridengehalte ervan naar beneden, een type vet dat bijdraagt aan het ontstaan van slagaderverkalking.

    5. Je prestaties zullen verbeteren

    Door als hardloper te gaan fietsen, verbeter je je uithoudingsvermogen en je conditie zonder je beenspieren te beschadigen. Het is namelijk veel minder blessuregevoelig dan hardlopen. Door fietsen aan je trainingsschema toe te voegen, kun je meer trainen met minder impact op je lichaam en zullen je hardloopprestaties dus verbeteren.

    6. Versterkt je complementaire spieren

    Wanneer je fietst, moet je rompspieren in je bovenlichaam in een vrij statische positie houden. Om dat te kunnen, maken je spieren gebruik van isometrische contracties (je spieren staan onder constante spanning en leveren wel kracht, maar hun lengte verandert niet). Als hardloper is het belangrijk om aan de kracht van je core te werken en fietsen is gewrichtsvriendelijke oefening die goed is voor dit deel van je lichaam.

    Je beenspieren, met name je quadriceps, hamstrings en kuitspieren voeren daarentegen concentrische contracties uit (je spieren worden dan korter). Dit is anders dan bij hardlopen, waar de meeste contracties excentrisch zijn (de spier wordt langer tijdens de inspanning).

    7. Het vermindert verveling

    Als je fietsen toevoegt aan je trainingsschema, dan heb je meer afwisseling en zul je minder snel verveeld raken. Je zal namelijk minder routinekilometers hoeven te lopen, waardoor je jezelf kan sparen voor een belangrijk ding: meer genieten. Hierdoor behoud je je motivatie.

    8. Het bevordert je herstel

    Na een zware wedstrijd of training kunnen je benen zo pijnlijk zijn dat hardlopen het laatste is wat je de volgende dag wilt doen. Fietsen kan voor hardlopers een voordeel zijn voor zowel herstel als training. Het helpt bij het herstel door je benen te ontlasten. Een lage-intensiteit fietstocht heeft geen impact op je lichaam, want je verplaatst bloed door de spieren.’

    Trappen verhoogt namelijk de bloedtoevoer naar je kuiten, bilspieren, hamstrings en quads, de belangrijkste spieren die je nodig hebt om te kunnen hardlopen. Fietsen bevordert het herstel door de bloedtoevoer naar je benen te verhogen, het melkzuur af te voeren en het herstel ervan te bevorderen. De beweging zelf vermindert ook de stijfheid van spieren en gewrichten en zorgt ervoor dat je veel sneller weer kunt hardlopen dan wanneer je rust zou nemen.

    9. Het verbetert je immuunsysteem

    Fietsen kan de gevolgen van veroudering vertragen en je immuunsysteem verjongen. Uit onderzoeksresultaten blijkt dat fietsers hun spiermassa en -kracht behouden als ze ouder worden. Ook blijft het testosterongehalte bij mannen redelijk hoog.

    10. Het onthult nieuwe emoties

    Op de fiets kun je op een andere manier van de buitenwereld genieten. De pijn van het klimmen naar het hoogste punt, genieten van het uitzicht en dan nog meer genieten van een duizelingwekkende afdaling terug naar huis, of je hotel als je op vakantie bent.

    11. Verken nieuwe routes voor je hardlooptrainingen

    Ontdek de vrijheid op de fiets en ervaar de ontdekkingsreiziger in jezelf. Met hardlopen ben je vaak bang dat je kilometers te ver loopt als je zomaar een pad in slaat dat je niet kent. Op de fiets maakt dat allemaal wat minder uit en kun je dus op zoek gaan naar de gaafste paden voor je hardlooptrainingen.

    12. Verhoogt je cadans

    Door te werken aan je fietscadans, kan je ook werken aan een kortere pas en een hogere omloopsnelheid bij het hardlopen. En dat verbetert je snelheid en efficiëntie bij het, evenals je hardloopcadans in het algemeen. Begin met drie sets van 5 minuten boven de 110 omwentelingen per minuut.

    13. Je kunt trainen met een blessure

    Wat ons soms het meest pijn doet aan een blessure is de tijd die we verliezen. De periode waarin we ons lichaam moeten laten herstellen, zien we onze fysieke vorm achteruitgaan. Dat is super vervelend, maar fietsen kan dan van pas komen. Aangezien het een niet-belastende manier van trainen is, is het vaak mogelijk om zonder pijn te trappen en dus van de blessure te herstellen zonder te stoppen met sporten. Het helpt ook om de quadriceps, het buitenste deel van de heup en je billen te versterken.

    14. Het maakt je slimmer

    Beweging kan je hersenfunctie verbeteren en je geheugen en denkvermogen beschermen. Hoe? Op drie manieren. Ten eerste verhoogt fysieke activiteit je hartslag, wat voor een betere bloedstroom en zuurstof naar je hersenen zorgt. Ten tweede stimuleert beweging de productie van hormonen die de groei van hersencellen kunnen bevorderen. Ten derde is aangetoond dat lichaamsbeweging veranderingen in de hersenen vermindert die psychische stoornissen kunnen veroorzaken. Fietsen helpt bij de aanmaak van nieuwe hersencellen in de hippocampus, het gebied dat verantwoordelijk is voor je geheugen, dit gebied gaat na je dertigste levensjaar achteruit.

    15. Je zal efficiënter vet verbranden

    Ja, met hardlopen verbrand je meer calorieën per uur dan met fietsen, maar zolang je hart werkt op 60 tot 70 procent van zijn maximale hartslag, berekend volgens de Karvonen-formule, kun je fietsen heel lang volhouden en dus heel veel calorieën verbranden. Als je een hardloper bent die gewicht wil verliezen, overweeg dan om een paar loopjes te ruilen voor een fietstochtje om je lichaam op een nieuwe manier uit te dagen en een hogere verbranding te creëren.

    16. Je zult buiten je comfortzone treden

    Het uitproberen van een nieuwe sport kan voor minder eentonigheid zorgen, ongeacht hoe comfortabel je daar ook mee bent. Het is niet alleen een fysieke uitdaging, maar door je hersenen op deze manier te trainen, worden nieuwe neurale paden gecreëerd en verbetert je mentale gezondheid. Wanneer je iets nieuws probeert, komen ongemak en twijfel op je pad. Maar zodra je in de nieuwe activiteit slaagt, groeit ook je zelfvertrouwen. Hoe vaker je nieuwe dingen probeert, hoe normaler dat voor je is en hoe groter je comfortzone dus wordt.

    17. Verbetert de proprioceptie

    Je proprioceptie, ofwel je positiezintuig meet de spanning en de stand van je spieren, pezen en gewrichten. Het geeft je dus informatie over je eigen lichaam en dat is belangrijk voor je motoriek. Uit een onderzoek onder Parkinsonpatiënten, bleek dat fietsen met een hoge cadans en op een hoge intensiteit de proprioceptie kan activeren waardoor de motoriek kan verbeteren. En daar heb je als hardloper zeker baat bij.

    Nog extra redenen nodig?

    11.05.2023 – Motivatie

    Geen zin om te lopen? Ga!

    Dat klinkt makkelijk, maar wat ik bedoel: twijfel niet te lang. Van uitstel komt afstel en dat wil je voorkomen. Plof niet in de zetel, maar doe alvast je loopkleren aan. Als je eenmaal onderweg bent voelt het vast heerlijk. Met deze 10 simpele trucs blijft hardlopen leuk!

    1. Elke hardlooptraining telt

    Er zijn geen slechte kilometers. Natuurlijk, als je flink geblesseerd bent, of zo ziek dat je je veel rotter voelt na het hardlopen dan ervoor, dan kun je beter op de bank blijven zitten. In alle andere gevallen: ga lopen, want je wordt er beter van. Zelfs als je denkt dat een training je fitheid niet verbetert, geeft het je andere voordelen. Het stimuleert de doorbloeding van de spieren, het maakt je geest vrij, het haalt je weg van de computer, je verbrandt calorieën, je bent even lekker buiten, je brengt tijd door met je loopmaatjes, je houdt het trainingsritme erin, je seksleven verbetert, helpt dementie voorkomen enzovoorts, enzovoorts.

    2. Je weet dat je geen spijt krijgt

    Het is niet uniek dat je ‘s avonds als je naar bed gaat denkt: verdorie, niet gaan hardlopen vandaag! Maar zeg eens eerlijk: hoe vaak komt het voor dat je naar bed gaat en denkt: Ik had niet moeten hardlopen vandaag! Vind dus een moment op de dag waarop je alles even opzijzet en gaat hardlopen. Gegarandeerd dat je daar geen spijt van krijgt.

    3. Geheime bron van energie

    Als je je wat slap en lusteloos voelt is een korte, snelle hardlooptraining vaak de beste remedie. Een langere, langzame duurloop van tien kilometer of meer kan het gevoel van lusteloosheid alleen maar vergroten. Doe dus liever een paar korte pittige versnellingen, of plak een serie versnellingen aan het eind van je duurloop. De korte, snelle stukjes helpen om de sloomheid uit je lijf te verdrijven. Plus: het is gebeurd, dus je zult je snel beter voelen.

    4. Afwisseling is de smaakmaker van het leven

    Tempotrainingen met wisselende snelheden zijn natuurlijk de sleutel tot topprestaties, welke wedstrijdafstand je ook voor ogen hebt. Maar dat is niet de enige reden om regelmatig allerlei verschillende soorten training te doen, van lange duurlopen en tempotrainingen tot relaxte herstelloopjes en harde intervaltrainingen. De beste manier om het hardlopen interessant te houden, is om je trainingsweken te vullen met pieken en dalen van snelheid en afstand.

    5. Mini-workouts na duurloop

    Een stevige training hoeft niet meteen een ‘killer’-sessie te zijn. Je kunt je gewone trainingen upgraden met iets meer kwaliteit zonder helemaal tot het gaatje te gaan. Doe wat snelheidswerk na je gewone duurloop op de atletiekbaan, een heuvel of de weg. Een paar tempolopen over 200 tot 800 meter volstaat.

    6. Loop als de toplopers

    Je leest over de trainingen van toplopers en wilt een paar trainingen uit hun programma lenen, maar dan moet je hun inspanningen wel eerst vertalen naar jouw niveau. Zet hun snelheden af tegen de wedstrijdtijden die zij kunnen lopen. Bijvoorbeeld: een toploper heeft een duurloop van 32 kilometer in zijn programma staan. De laatste 13 kilometer loopt hij met een snelheid van iets meer dan 20 km/uur. Dat klinkt als supersnel, en dat is het ook. Maar omgezet naar jouw niveau is het een rustige lange duurloop met aan het einde 40 minuten in je marathontempo.

    7. Hersteldagen

    Het is ook nuttig om te begrijpen met welke snelheid de toplopers hun hersteltrainingen doen, afgezet tegen hun wedstrijdsnelheid. Een vrouw van nationaal niveau loopt die super rustige trainingen met een snelheid van pakweg 13 km/uur. Dat is zo’n 3,5 km/uur langzamer dan haar wedstrijdsnelheid op een 10 km. Dit betekent dat jij je hersteltrainingen dus ook flink langzamer moet lopen dan jouw 10 km tempo. Ook al voelt dat als kruipen, het is belangrijk dat je niet sneller loopt. Het wordt tenslotte niet voor niets een hersteltraining genoemd.

    8. Snelheidswerk na je duurloop

    Beëindig je langere duurlopen steevast met een paar snelle loopjes over 200 of 300 meter. Je zult aangenaam verrast zijn over hoe snel je die korte stukken af kunt leggen als je er na de duurloop – dus volledig opgewarmd – aan begint. Wie weet trakteer je jezelf op een persoonlijk record.

    9. Loop zonder klok

    Loop minstens een paar keer per maand een vaste ronde zonder technische hulpmiddelen. Op de andere dagen kun je waar dan ook hardlopen, en onderweg alle info over snelheid, plaats, hartslag, pasfrequentie en wat al niet meer checken. Waar het om gaat is dat je niet élke keer jezelf klokt op je vaste hardlooproutes. Je voorkomt daarmee dat je trainingen gaat vergelijken en dat je jezelf elke keer weer wilt overtreffen. Of dat je jezelf oplegt dat je moet versnellen omdat je bij een tussentijds controlepunt zes seconden langzamer bent dan een paar dagen geleden. Je moet voorkomen dat je een slaaf van de getallen wordt.

    10. Crosstraining helpt

    Je bent geblesseerd en veroordeeld tot alternatieve trainingsvormen – crosstraining. Trek voor die trainingen meer tijd uit dan je voor je hardlooptrainingen gewend bent te doen. Je kunt in een half uur een prima hardlooptraining afwerken, maar als je dat vervangt door een fietstraining dan volstaat het niet om je stalen ros te bestijgen voor zo’n miezerig half uurtje. Wielrenners zullen dat zeker niet doen, behalve als het een warming-up betreft. Breng dus meer tijd door op de fiets, op de Elliptigo of in het zwembad. Organiseer de weken die je vult met crosstraining op eenzelfde manier als je hardloopweken, met variatie in trainingsduur en intensiteit. Daarmee voorkom je dat het saai wordt. Bovendien maakt de afwisseling je blessureperiode korter.

    Extra motivatie:

    1. Ren met een vriend of in een groepje
    2. Prik een vaste dag om te gaan lopen
    3. Schaf een nieuwe outfit aan
    4. Track je voortgang, vier je prestatie en beloon jezelf
    5. Loop met muziek
    6. Kudo’s ontvangen op Strava
    7. Schrijf je in bij een loopclub 😊

    20.04.2023 – Opwarming & cooling down

    Schoenen aan en gaan! Direct starten met rennen zodra je de deur dichttrekt is heerlijk, maar is het ook verstandig? Inspanning leveren zonder je spieren op te warmen vergroot de kans op hardloopblessures en dat wil je natuurlijk voorkomen. Maar dat weten jullie al aangezien we net daarom een tijdje geleden gestart zijn met onze groepsopwarming op zondagochtend!

    Zo goed als iedere week is er wel ergens een wedstrijd te lopen deze periode. Met het oog op de Antwerp 10 Miles, de Hyacintenjogging komend weekend en vele andere joggings willen we nog even het belang van ‘opgewarmd aan een wedstrijd te starten’ onder de aandacht brengen. De meeste opwarmingsoefeningen hebben we al op zondagen samen gedaan. In afwachting van de start van de wedstrijd kan je deze zelf even uitvoeren.

    Het is geen geheim dat een goede opwarming en cooling down belangrijk zijn, zowel op een wedstrijddag als bij je trainingen. Maar hoe ziet de ‘ideale’ opwarming en cooling down er nu precies uit? Hieronder zetten we de voordelen ervan op een rijtje en geven we je tips en voorbeelden mee om zelf makkelijk mee aan de slag te gaan.

    Waarom je moet opwarmen?

    1. Verhoging van de lichaamstemperatuur
    Een dynamische warming-up verhoogt de lichaamstemperatuur doordat je spieren het warmer krijgen. Het geeft ook je metabolisme een boost en zorgt ervoor dat je spieren sneller van energie worden voorzien.

    2. Verbeteren van de spierfunctie
    Door op te warmen stroomt er meer bloed naar de spieren en daalt de viscositeit. Hierdoor zullen je spieren sneller samentrekken en kunnen ontspannen.

    3. Verbeteren van de hartfunctie
    Opwarmingsoefeningen verhogen onder meer het hartminuutvolume, wat een positieve invloed heeft op je VO2-max (het maximale zuurstofopnamevermogen van je lichaam).

    4. Versterken van de gewrichten
    Zelfs erg korte oefeningenreeksen, zoals je doet bij een opwarming, kan kraakbeen helpen opbouwen. Hoe dikker het kraakbeen, hoe beter je gewrichten de impact van de loopbeweging kunnen opvangen en landingskrachten evenwichtiger over het lichaam kunnen verdelen.

    5. Verkleinen van het blessurerisico
    Het is bewezen dat een juiste opwarming het risico op blessures vermindert. Een opwarming verhoogt het weefsel en de spierflexibiliteit en bereidt je lichaam voor op snelle en explosieve bewegingen. Ook zal je minder kans hebben om een spier te verrekken of te scheuren.

    6. Verbeteren van coördinatie
    Door op te warmen zal je je mentale focus vergroten en je reactietijd versnellen.

    Opwarmgingstips

    – Focus op de spieren die het meeste werk zullen verrichten, zoals de hamstrings, quadriceps, kuiten en heupflexoren.
    – Het effect van een opwarming is van korte duur, dus zorg ervoor dat je opwarming duurt tot (net voor) de start van je training/wedstrijd. Onderzoek heeft aangetoond dat je lichaamstemperatuur na slechts 10 minuten alweer daalt en dat het effect van je opwarming na 45 minuten zelfs volledig weg is.
    – Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar hoe korter de wedstrijdafstand, hoe langer je opwarming moet zijn.
    – Begin je warming-up nooit met sprintjes of explosieve bewegingen. Verhoog de intensiteit van je opwarming geleidelijk aan.

    Daarnaast zijn er verschillende factoren om mee rekening te houden wanneer je bepaalt hoe lang en intens je opwarming kan zijn: de afstand van je wedstrijd/training, het tijdstip van de dag, het weer, je leeftijd en conditie.

    Opwarmingsroutines

    Een goede warming-up bestaat uit rustig inlopen (10 – 15 minuten) en enkele dynamische stretchoefeningen. Het specifieke gedeelte kan bestaan uit looptechnische oefeningen, zoals skippings, hakken-billen en loopsprongen. Enkele versnellingen tijdens je opwarming kunnen ook nuttig zijn voor wedstrijden van korte tot middellange afstand. Hierbij is het de bedoeling dat je rustig start en je tempo geleidelijk aan verhoogt tot je een submaximale snelheid bereikt hebt (zo’n 90% van je maximale sprintsnelheid).

    Cooling down

    Heb je je training netjes afgewerkt? Proficiat! Maar je work-out is nog niet helemaal afgerond. Een juiste cooling down kan het recuperatieproces versnellen en de effectiviteit van je training verhogen.

    Om een extra trainingsstimulans te krijgen, moet je vaak uit je comfortzone treden en je lichaam een ‘stressprikkel’ geven. Hoe intensiever de training, hoe meer tijd je lichaam nodig heeft om te herstellen. Tijdens het herstelproces zullen je spieren zich heropbouwen en sterker worden. Om het grootste effect te krijgen, moet je recuperatie net zo belangrijk vinden als de training zelf. Oefeningen na je training zijn een eerste stap in het herstelproces. Hoe zwaarder je training of wedstrijd was, hoe belangrijker de cooling down wordt.

    Net zoals een warming-up je lichaam voorbereidt op een intensievere inspanning, helpt de cooling down je lichaam terug te keren naar een toestand van rust. De cooling down ontspant je spieren, vertraagt je hartslag en ademhaling. Het helpt je lichaam het opgebouwde melkzuur en andere afvalproducten van de inspanning sneller afvoeren en microscheurtjes sneller herstellen. Ook levert het je spieren zuurstofrijk bloed, wat het herstelproces bevordert en spierpijn voorkomt.

    Cooling Down : jog of wandel

    Een cooling down moet je eigenlijk sowieso doen na een intensieve training of wedstrijd (en liefst ook in de andere gevallen). Op die manier laat je de hoeveelheid circulerend bloed en je hartslag geleidelijk zakken.

    Wat gebeurt er als je hier vierkant je voeten aan veegt en na een intensieve inspanning bruusk stopt? Dan bestaat de kans dat je duizelig wordt of zelfs flauwvalt omdat er heel veel bloed in je benen achterblijft. Extra voordeel van een cooling down: de afvoer van afvalstoffen uit de spieren. Daardoor heb je meer kans om spierstijfheid te voorkomen.

    Wees dus verstandig en loop na je inspanning enkele minuten aan een heel rustig tempo uit.

    Je cooling down mag je lichaam geen stress bezorgen, dus zorg een voor comfortabel en rustig tempo. Na intensieve intervallen kan je hartslag misschien opnieuw de hoogte ingaan na enkele meters joggen. Is dat het geval? Wandel dan eerst een paar minuten uit en probeer hierna opnieuw te joggen tot je hartslag weer dezelfde is als van voor je training.

    Hoelang je cooling down mag duren, hangt voornamelijk af van je fitnessniveau en de training die je net hebt voltooid. Hoe beter je vormpeil is, hoe langer je cooling down mag zijn.

    Een goede cooling down bestaat erin om de laatste 5 tot 10 minuten uit te lopen aan een verminderde intensiteit, gevolgd door stretchings van de grote spiergroepen. In tegenstelling tot bij de opwarming, probeer je best de stretchings voor minstens 30 seconden aan te houden.

    Denk bij je cooling down vooral aan de stretchoefeningen die in vorige tips al aan bod gekomen zijn voor de voornaamste beenspieren.

    14.04.2023 – Quadriceps

    Als je tijdens het lopen meer kracht wil ontwikkelen, moet je focussen op het versterken van je quadriceps. Wanneer deze goed functioneren, zal je je loophouding gedurende een lange afstand kunnen aanhouden. Maar zelfs al loop je geen lange afstanden, elke loper is gebaat bij sterke quadriceps om comfortabel te lopen en gespaard te blijven van blessures.

    De quadriceps – de spieren aan de voorzijde van je bovenbeen – spelen een belangrijke rol in je looppas en loopsnelheid doordat ze het lichaam vooruit stuwen. De bovenbeenspieren dragen onder meer bij aan een goede heupflexie (het buigen van de heup) en de knie-extensie (= het strekken van de knie). Je kan kniepijn verzachten en zelfs voorkomen door deze spiergroep te versterken. Door regelmatig krachtoefeningen te doen waarmee je je quadriceps traint, verbeter je je loopefficiëntie, looptijden en maximale snelheid. Kortom, door je quadriceps te versterken word je een fittere, snellere loper die beter bestand is tegen blessures.

    Quadriceps anatomie

    De musculus quadriceps femoris of vierhoofdige dijspier is een vierkoppige skeletspier aan de voorzijde van de dij. Zij is de belangrijkste spier voor de extensie van het been, en vormt een grote, vlezige massa die de voor- en zijkanten van de dij bedekt.

    Ze bestaat uit 4 delen zoals de naam al doet vermoeden:

    Musculus Rectus femoris
    Musculus Vastus medialis
    Musculus Vastus lateralis
    Musculus Vastus intermedius

    De rectus femoris heeft zijn oorsprong vanuit de heup terwijl de vastus medialis, lateralis en intermedius hun oorsprong hebben vanuit het bovenbeen. De vier spieren hechten wel allen op dezelfde plek aan. Ze hebben namelijk een gezamenlijke pees welke ze verbindt met het scheenbeen waarin ook de knieschijf zicht bevindt.

    Quadriceps blessures ontstaan meestal bij een plotselinge explosieve versnelling of krachttoename en dus vooral:

    Bij het begin van een warming up wanneer de spieren nog niet goed warm zijn.
    of
    Aan het einde van een wedstrijd wanneer de hamstrings vermoeid raken.

    Versterkt lopen de quadriceps?

    Je zou denken dat de loopbeweging je quadriceps automatisch sterker maakt. Helaas is dit slechts gedeeltelijk zo. Daarom is het aangeraden om deze spiergroep te versterken met specifieke oefeningen.

    Lopen is een repetitieve beweging die continu druk – een vorm van chronische stress – op het lichaam uitoefent (het gaat hier om een inspanning van gemiddelde moeilijkheid gedurende een langere periode), terwijl weerstandstraining eerder een vorm van ‘acute’ stresstraining is (het betreft inspanning van een hogere moeilijkheidsgraad gedurende een kortere periode). Ons lichaam reageert op de chronische stress van het lopen door de spieren te trainen op aeroob niveau, terwijl het lichaam op de acute stress van intense quadricepsoefeningen reageert door de spieren te versterken. Met andere woorden: als je sterker wil worden, doe je er goed aan om je lichaam meer intense, korte stressprikkels van weerstand te geven in plaats van lange, matige stressprikkels, zoals die van de loopbeweging.

    Oefeningen om de quadriceps te versterken

    1. Door de quadriceps te isoleren, waarbij je oefeningen uitvoert die enkel de quadricepspieren trainen.
    2. Door samengestelde oefeningen uit te voeren die de quadricepspieren erbij betrekken.

    Als je vaak gespannen quadriceps hebt en ze sterker wil maken, kunnen geïsoleerde oefeningen helpen. Wil je in het algemeen sterker worden en je loopefficiëntie verhogen, dan ben je gebaat bij samengestelde oefeningen.

    De oefeningen kunnen met gewicht worden uitgevoerd om nog meer spierkracht en bijgevolg spiervolume te gaan creëren.

    De beste oefeningen voor de quadriceps zijn (+ mijn andere posts over squats/lunges):

    Squat + varianten

    Front squat

    Single leg squat

    Muurzit squat

    Deadlift

    Leg press (fitnesstoestel)

    Leg extension (fitnesstoestel)

    Lunges + varianten (zijwaarts, jumping lunges)

    Step ups

    31.03.2023 – Voeding : eetpatronen

    Als je van plan bent om regelmatig te gaan sporten, dan is het zinvol om eerst je dagelijkse eetgewoonten tegen het licht te houden. Waarschijnlijk voel je je beter tijdens het sporten (en voorkom je ongewenste toiletstops) als je dat op orde hebt. Als je straks toe bent aan kilometerslange duurlopen, wil je graag dat je voldoende brandstof hebt, zodat je niet moe wordt of een zijsteek krijgt.

    Het wijzigen van je eetpatroon is geen eenvoudige opdracht, daarvan zijn we ons terdege bewust. Daarom geven we je enkele eenvoudige tips die de overstap naar betere eetgewoonten vergemakkelijken. We geven aan hoe beginnende hardlopers gezond kunnen eten en hoe ze een energietekort tijdens de training kunnen voorkomen.

    Houd het simpel

    Hoe kies je de juiste voedingsmiddelen? Maak het niet te ingewikkeld, veel dingen doe je al goed. Je weet waarschijnlijk al wat je wel en niet moet eten voorafgaand aan het hardlopen. Het zijn bekende voedingsmiddelen, met weinig vet en vezels en veel koolhydraten. Je weet dat je maag en darmen die gemakkelijk verteren. Ze bieden je energie zonder je maag en darmen te verstoren.

    Ben je op zoek naar een snack tussendoor, kies dan voor verse in plaats van verpakte producten. Pak een appel en notenboter of wortels en hummus in plaats van een zak chips. Je houdt zo langer een gevuld gevoel en heb je meer power voor je kilometers.

    Focus op vers

    Maak een boodschappenlijst voordat je naar de supermarkt gaat, zodat de winkelschappen langs kunt gaan zonder je te laten verleiden om ongezonde producten in je mandje te leggen.

    Beperk voedsel met veel suiker of veel vet. Vul je winkelwagen met fruit, groenten en volle granen, en leg ze thuis voorin je koelkast zodat je ze als eerste kunt pakken als het etenstijd is. Door die voedingsmiddelen blijf je je goed voelen tijdens het sporten. Bovendien houden ze je hart gezond, je cholesterol laag en je bloedsuikerspiegel stabiel. Probeer ook bij de samenstelling van de hoofdmaaltijden zoveel mogelijk verpakt voedsel te vermijden en kies in plaats daarvan voor vers voedsel. Als je niet om verpakt voedsel heen kunt, kijk dan hoeveel het is bewerkt voordat je het koopt.

    Drank

    Hydratatie is belangrijk en niet alleen tijdens het sporten. Het vocht in je lichaam is van invloed op je lichaamstemperatuur, ze verplaatsen afvalproducten van je lichaam, zorgen ervoor dat je gewrichten voldoende worden gesmeerd en helpen de beschadigde cellen die tot ontstekingen kunnen leiden te verwijderen. Als je vochtbalans op orde is, heb je misschien wat minder hunkering naar snel vet- en suikerrijk voedsel.

    Hoewel er geen algemene regels zijn voor de dagelijkse vochtinname, is er wel een goede vuistregel. Drink elke dag dertig keer je lichaamsgewicht (in kg) in gram. (Dus als je 70 kg weegt, drink je 2100 gram vocht). Dat betekent niet dat je elke dag ruim twee liter water moet drinken. Groenten en fruit kunnen je ook helpen om goed gehydrateerd te blijven. Bovendien zitten ze boordevol antioxidanten, die spierherstel bevorderen en het immuunsysteem versterken.

    Blijf in balans

    Of je nu hardloopt om af te vallen, of om een andere reden, je hebt je de juiste mix van voedingsstoffen nodig om je energiek te voelen en blessurevrij te blijven. 55 tot 60 procent van je dagelijkse energie-inname (in calorieën) zal afkomstig moeten zijn van koolhydraten (behalve bij het keto-dieet), 25 procent moet afkomstig zijn van eiwitten en nog eens 15 tot 20 procent moet je halen uit onverzadigde vetten.

    Het is echter niet nodig om hier heel krampachtig mee om te gaan. Reserveer bij elke maaltijd gewoon iets meer dan de helft van je bord aan koolhydraten en groenten, een kwart van je bord aan eiwitten en iets minder dan een kwart aan gezonde vetten.

    Goede timing

    Als het gaat om de energievoorziening tijdens het hardlopen, dan is timing heel belangrijk. Voordat je gaat trainen, wil je iets eten dat je een boost van energie geeft zonder dat onderweg je maag of darmen van streek raken. Dus focus op koolhydraten en houdt voedingsmiddelen met veel vezels en/of veel vet op afstand.

    Houd er rekening mee dat grotere maaltijden meer tijd vragen om te verteren dan kleinere. Ondanks dat er grote individuele verschillen zijn, is het verstandig om in het laatste half uur voor je training niet meer te eten, zodat je onderweg geen maag-darmproblemen hebt. Eet binnen 20 minuten na het beëindigen van je training een eiwitrijk tussendoortje om het spierweefsel te herstellen, aangevuld met koolhydraten om de verbruikte energie aan te vullen. Daarmee bevorder je het herstelproces zodat je voor een volgende training voldoende energie hebt.

    Nuchter trainen

    Wat je het best kunt eten voordat je gaat trainen hangt af van wanneer je gaat sporten en wat voor soort training je van plan bent. Veel mensen hebben niet de tijd – of de maag – om te eten voor een training die in de vroege ochtend plaatsvindt.

    Voor een rustige training die minder dan een uur duurt kan het waarschijnlijk geen kwaad om er zonder eten of drinken aan te beginnen. Zorg er wel voor dat je gehydrateerd blijft. Duurt een training langer dan een uur, of wil je training doen met hoge intensiteit, dan is de intake van voldoende brandstof van cruciaal belang. Als je die trainingen nuchter (zonder inname van koolhydraten vooraf) doet, dan zal je sneller moe zijn en is het zal een stuk moeilijker om je doelen te bereiken.

    Wat is een vetloopje?

    Een vetloopje is een zeer rustige duurloop waarbij je in hartslagzone 70-75% loopt (volgende week meer hierover!). Je gaat dus allesbehalve voluit en dat is maar goed ook, want zeker in het begin zal je dat lopen op een nuchtere maag niet makkelijk vinden. Dat is evenwel de essentie van het vetloopje: zo vroeg mogelijk, zonder eerst te ontbijten.

    Al betekent dat natuurlijk niet dat je voor je loopsessie niets mag drinken. Laat de sportdrank wel achterwege en kies gewoon voor een groot glas water. Speel je wel suikers of koolhydraten binnen net voor of tijdens je run, dan schakelt je lichaam immers automatisch een tandje lager voor de vetverbranding. En dat wil je hier net vermijden.

    Is sporten op een nuchtere maag beter?

    Als je vooral vet wil verbranden, is een nuchter vetloopje absoluut een aanrader. Doordat je de (nachtelijke) uren voor je loopje geen koolhydraten meer opgenomen hebt, zijn je glycogeenvoorraden zo goed als leeg. Je lichaam gaat tijdens je training noodgedwongen op zoek naar een alternatieve brandstofbron en doet een beroep op je vetvoorraad

    Uit onderzoek is gebleken dat mensen die in nuchtere toestand lopen tot 20% meer vet verbranden dan lopers die vooraf eten. Verder is gebleken dat ook het uithoudingsvermogen van mensen die gedurende zes weken consequent nuchter trainen flink verbetert. Spring dus je bed uit, doe je sportschoenen en favoriete sportkleding aan en gaan!

    Hoe lang en hoe vaak ga je lopen?

    Vetloopjes hoeven niet lang te duren. Je loopt bij voorkeur 45 minuten tot maximaal een uur aan een tempo dat je zelfs nog langer zou kunnen volhouden. Je mag uiteraard met minder beginnen en langzaam opbouwen naar die 45 minuten, want ook work-outs van minder dan 45 minuten geven resultaat.

    De reden daarvoor? Bij kortere, maximale inspanningen zal je vooral suikers verbranden, terwijl je hier net de vetverbranding wil opstarten. En daarvoor laat je jouw lichaam best een tijdje werken onder die piekzone. Ook langeafstandslopers sporten op een nuchtere maag, maar dat doen ze om gewend te raken aan het feit dat ze tijdens het lopen hun vetreserves moeten aanspreken. Je hoeft dus niet op dieet te zijn om je aan een vetloopje te wagen.

    Besluit je dat vetloopjes wat voor jou zijn? Dan kan je een heus loopschema opbouwen in functie van die runs. Hoe vaak je een ochtendrun inlast kies je uiteraard zelf, maar best hou je je aan een weekschema waarbij je maximaal drie keer loopt op een nuchtere maag. Voorzie ook zeker een rustdag tussen twee runs.

    Wat eet je best na het sporten?

    Na het sporten is het belangrijk dat je je lichaam en spieren de nodige tijd én voeding geeft om te herstellen. Tijdens het sporten ontstaan namelijk kleine scheurtjes in je spierweefsel die moeten herstellen om nieuw spierweefsel aan te maken. Je eet best binnen 1 tot 2 uur na je inspanning, zelfs wanneer je dan nog geen honger hebt. Je lichaam zal dan makkelijker koolhydraten opnemen, die je weer energie geven. Drink ook voldoende water en blijf dat doen tot 6 uur na je activiteit. Vocht is echt essentieel. Tijdens het sporten zweet je en al dat verloren vocht moet je gewoon weer aanvullen.

    Lekker gezond ontbijten en snacken

    Ochtendlijke loopsessies hebben natuurlijk weinig tot geen effect als je ze combineert met een ongezond voedingspatroon. Stort je na je ochtendloopje dus niet op al te suikerrijke ontbijtgranen, maar kies voor een gezond ontbijt vol eiwitten, koolhydraten en mineralenTrakteer jezelf bijvoorbeeld op een komhavermoutmet (warme) magere melk. Of kies voor Griekse yoghurt, aangevuld met wat bosbessen en/of frambozen. Een banaan geeft ook heel snel een gevuld gevoel.

    Doorheen de dag combineer je kleine, gezonde snacks – denk een handvol noten, een appel, een wortel of tomaat – best met lichte maaltijden. Hoe later op de dag, hoe lichter je de maaltijd houdt. Begin dus gerust met een stevig ontbijt – volkorenbrood is altijd een topper! – gevolgd door een gezond middagmaal, en sluit af met een lichte avondmaaltijd. Een slaatje met wat vette vis doet het bijvoorbeeld altijd goed. Al zijn de mogelijkheden uiteraard eindeloos en de basisregels simpel.

    17.03.2023 – Enkelversteviging

    Tijdens het hardlopen, loop je altijd het risico om je enkels te verzwikken. Dat kun je goed voorkomen met oefeningen die de kracht, coördinatie en stabiliteit van de enkel verbeteren. Zeker als je zwakke enkels hebt of als je eerder enkelblessures hebt gehad, is het belangrijk om onderstaande oefeningen regelmatig te doen.

    Deze oefeningen hebben zelfs tot een jaar na de verstuiking nog zin om te doen, want ook als je het gevoel houdt dat je enkel niet volledig stabiel is kunnen deze oefeningen helpen. De kuitspieren spelen trouwens een belangrijke rol bij het stabiliseren van de enkel.

    Het is verder ook belangrijk dat je op tijd je loopschoenen vervangt, anders heb je veel meer kans op blessures. Wat zou het fijn zijn als je hardloopschoenen altijd lopen alsof ze net nieuw zijn. Voor zowel beginnende als ervaren hardlopers is een paar hardloopschoenen met goede demping en veerkracht onmisbaar voor tijdens het hardlopen. Maar of je nu 5K, 10K, een halve marathon of verder loopt, je schoenen bieden na een tijdje niet meer de juiste ondersteuning en moet je eens in de zoveel tijd vervangen.

    Wanneer moet je je hardloopschoenen vervangen?

    Een precies aantal kilometers of tijdstip om schoenen te vervangen is er niet. Hoe snel een schoen slijt en op welke manier hangt namelijk af van verschillende factoren als loopstijl, hoeveel kilometers je maakt, maar ook je gewicht.

    Een hardloper die 1.80m lang is en 85 kg weegt zal zijn schoenen minder snel slijten dan iemand die 1.80m lang is en 120 kg weegt. Ook wanneer je 3 keer in de week 10 km loopt, zal je je schoenen sneller moeten vervangen dan iemand die eens in de week 5 km loopt.

    Maar hoe weet je wanneer het tijd is voor een nieuw paar? Er zijn een aantal (uiterlijke) kenmerken en symptomen die je in de gaten kunt houden:

    Zichtbare slijtage

    Bij zichtbare slijtage zie je duidelijk dat de schoen op verschillende plekken kapot is. Je tenen komen door het bovenwerk heen, de stof aan de binnenkant van de hiel is stuk of er is minder tot geen profiel onder de zool. Je kunt ook de schoenen even plat op tafel zetten. Zie je dat de schoenen niet meer rechtop staan, maar naar de binnen- of buitenkant hellen dan zijn ze aan vervanging toe.

    Minder bouncy gevoel

    Hardloopschoenen horen over het algemeen in bepaalde mate energie terug te geven bij elke stap. Je kent het wel dat verende gevoel als je neerkomt en de afzet naar de volgende stap maakt. Ervaar je geen bouncy gevoel meer, maar voelt het steeds meer als stampen op platte schoenen dan weet je dat je hardloopschoenen ver op zijn.

    (spier)pijn

    Doorgewinterde lopers herkennen vaak dat hun schoenen op zijn wanneer ze opeens weer last krijgen van dat kleine pijntje in de knie of in de rug. Nieuwe schoenen bieden nog perfecte demping en schokbescherming, maar na een tijdje begint deze demping te slijten en daar kun je last van krijgen. Voel je ineens een onverklaarbaar pijntje vanaf het begin van je rondje of heb je zonder enige reden langer spierpijn dan normaal? Dan kan het wel eens zo zijn dat je demping versleten is.

    Hoelang gaan hardloopschoenen mee?

    Er is dus geen precies aantal kilometers of tijdstip om aan te geven wanneer jij je schoen moet vervangen, want dit hangt af van de schoen, de drager, het type ondergrond waarop de schoen gebruikt wordt en je loopstijl. Over het algemeen is de richtlijn 750 km of twee jaar. Heb je 750 km gelopen met de schoenen, dan zal de demping ver op zijn en ook de zool zal ver versleten zijn. Na twee jaar is de demping uitgehard, waardoor de schoen geen impact meer opvangt.

    Ga je hardlopen op schoenen die weinig tot geen demping meer bieden, dan ga je dat merken tijdens je run en vergroot je de kans op blessures.

    Anatomie van het enkelgewricht

    Oefeningen voor enkelversteviging

    1. One leg deadlift

    – Ga rechtop staan met je voeten naast elkaar op schouderbreedte en je armen naast je lichaam.
    – Verplaats je gewicht naar je rechterbeen en beweeg naar voren vanuit je heupen.
    – Terwijl je naar voren beweegt, buig je je rechterknie lichtjes en breng je je romp parallel aan de grond terwijl je linkerbeen achter je omhoog komt.
    – Beweeg zo ver mogelijk naar voren, maar zorg ervoor dat je rug recht blijft.
    – Houd beide heupen naar de grond gericht.
    – Keer vervolgens gecontroleerd terug naar de beginpositie.
    – Herhaal bij het andere been.

    Deze mag ook uitgevoerd worden met een gewicht in de hand aan dezelfde kant als het gestrekte been naar achter.

    2. One leg calf raises

    – Sta met de bal van je voet op een verhoging en zoek een punt om met je vrije hand de balans te bewaren. Het been is bijna gestrekt. …
    – Laat je rustig zakken tot je bijna een volledige rek op de achillespees voelt.
    – Duw jezelf zover mogelijk omhoog.

    3. Bulgarian split squat

    Start positie :

    – Zet een bankje, plyobox of andere verhoging achter je neer (en pak twee dumbbells vast of leg een stang op je rug neer.)
    – Neem een actieve houding aan, borst naar voren en schouders naar achteren.
    – Plaats één voet op de verhoging en zet de andere plat op de grond.

    Uitvoering & aandachtspunten :

    – Plaats je voorste voet naar voren zodat je knie in een hoek van 90 graden staat als je naar beneden zakt.
    – Zak dus net zoals bij de lunges in een rechte lijn naar beneden.
    – Houd je bovenlichaam recht, dit is super belangrijk!
    – Duw jezelf weer vanuit je platte voet omhoog.
    – Laat de knie, wanneer je doorzakt, nooit veel verder dan je tenen komen.
    – Wil je meer stabiliteit? plaats je voorste voet dan iets meer naar buiten.

    4. Staan op 1 been

    – Ongeveer 40seconden blijven staan, focus de ogen op 1 punt om het evenwicht te bewaren.
    – Afwisselen van been

    5. Around the world, stabiliteitsoefening

    – Deze oefening mag ook op 1 been uitgevoerd worden.
    – Wisselen van been na 40seconden.
    – Let er op dat het gewicht kort bij het lichaam gehouden wordt!

    6. Squats – zie eerdere post over squats voor meer detailinformatie

    Basis squat

    Stretchoefening vooral voor de kuiten na de oefeningen

    07.04.2023 – Hartslagzones

    Vorige week heb ik al even aangehaald dat je voor een vetloopje op 70-75% van je max hartslag (HS) mag lopen.

    Deze week gaan we op deze hartslagzones wat dieper in.

    Door te trainen op basis van je persoonlijke hartslagzones ben je in staat om de intensiteit van je inspanning goed te bewaken. Hierdoor zul je niet over je grenzen gaan maar ook niet te licht trainen. Op die manier kan je elke training optimaal benutten.

    Tijdens het hardlopen is het controleren van de hartslag heel belangrijk. Onze hartslag is een nauwkeurige indicator van hoe ons hart en ons lichaam werkt.

    Door het meten en evalueren van onze hartslag kunnen we de hardlooptraining optimaliseren.

    De meest voorkomende éénheid voor het meten van de hartslag is het aantal slagen per minuut. Dit wordt meestal weergegeven als BPM, wat staat voor ‘beats-per-minute’ of in het Nederlands HSP ‘hartslagen per minuut’.

    Trainen met hartslagzones

    Door je hartslag tijdens het trainen goed in de gaten te houden, heb je meer inzicht in je inspanningen, vooruitgang en herstel. Tijdens een fysieke inspanning gaat je hartslag omhoog. Je kan je verhoogde hartslag opdelen in vijf zones waarbij elke zone aangeeft hoe intensief je inspanning is. De duurzones geven aan waarvoor je nu optimaal aan het trainen bent.

    Let wel op dat de maximale hartslag en hartslag in rust verschilt per persoon.

    Maximale hartslag (HR-max) berekenen

    Wil je weten wat jouw maximale hartslag is? De meest nauwkeurige en betrouwbare manier om je HR-max te berekenen is door een sportmedisch onderzoek aan te vragen bij een sportarts. Hier zijn – afhankelijk van jouw verzekering – wel kosten aan verbonden.

    Ben je op zoek naar een manier om zelf jouw maximale hartslag te berekenen zonder kosten? Bereken jouw maximale hartslag dan niet met de bekendere formule die gebaseerd is op leeftijd en geslacht, deze is om meerdere redenen niet betrouwbaar. Een betere manier is om met behulp van een nauwkeurige hartslagmeter het volgende te doen:

    (1) versnel na een duurtraining, aansluitend en dus zonder te stoppen, maximaal met de duur van 1 minuut.
    (2) Stop met sprinten, wacht circa 5 tot 15 seconden en meet je hartslag. De hartslag die je op dat moment meet kun je beschouwen als je HR-max.

    De meest gebruikelijke methode – Karvonen methode – om de maximale hartslag te krijgen, is door de volgende eenvoudige berekening te volgen:

    Mannen : HR-max = 220 – leeftijd
    Vrouwen : HR-max = 226 – leeftijd

    Rusthartslag (HR-rust) berekenen

    Jouw rusthartslag berekenen is heel simpel: meet je hartslag in rust ’s ochtends, als je net wakker bent, met een hartslagband en sporthorloge. Doe dit het liefst nog voordat je opstaat uit bed.

    Er zijn vijf hartslagzones

    Hardlopers kunnen hartslagzones aanhouden om meer uit hun training te halen zoals het verbeteren van de conditie of meer focus op het verbranden van vet. Hartslagzones zijn per persoon wel verschillend en moeten dan ook individueel worden bepaald. De zones zijn afhankelijk van de maximale hartslag (HR-max).

    Trainen met hartslagzones doe je het meest nauwkeurig met een sporthorloge en een borstband. Sporthorloges die hartslag via de pols meten kan ook, maar zijn over het algemeen genomen minder precies.

    Trainingen kunnen worden verdeeld in ‘5 hartslagzones’:

    Hartslagzone 1 (Z1) = Warming-up / Cooling-down
    Intensiteit % van maximale hartslag = 50% – 60%

    Deze hartslagzone is effectief voor warming-up / cooling-down, bevordert het herstel en heeft een minimale vetverbranding. De hartslagzone wordt meestal bereikt bij wandelen of licht joggen en moet ook voelen als een lichte inspanning. Hardlopers die goed getraind zijn hebben over het algemeen een hogere maximale hartslag, zij zullen dus ook harder kunnen lopen in deze hartslagzone. De minimale vetverbranding in deze zone noemen ze ook wel aerobe inspanning.

    Hartslagzone 2 (Z2) = Vetverbranding & verbetering basisconditie
    Intensiteit % van maximale hartslag = 60% – 70%

    Deze hartslagzone moet prettig en relatief eenvoudig aanvoelen, maar je bent al wel duidelijk inspanning aan het leveren. Hoewel je ademhaling tijdens het hardlopen hierbij iets korter wordt, is het nog wel mogelijk een gesprek te voeren. Als het goed is kan je dit tempo aardig lang volhouden zonder te verzuren. Een goede zone als je voor vetverbranding gaat!

    Hartslagzone 3 (Z3) = Verbetert algemeen trainingstempo / efficiëntie
    Intensiteit % van maximale hartslag = 70% – 80%

    Train je in hartslagzone 3 dan zal je al iets meer buiten adem gaan raken en kan het best worden omschreven als een ‘constante beheerste snelle ademhaling’. Het gesprekje dat je in hartslagzone 2 kon voeren, wordt hier toch al lastiger. Trainen in deze hartslagzone is effectief als je als doel hebt je prestaties te verbeteren voor – bijvoorbeeld – een hardloopwedstrijd.

    Hartslagzone 4 (Z4) = Beter in staat tot langdurig hoge snelheden
    Intensiteit % van maximale hartslag = 80% – 90%

    Deze is pittig. Hartslagzone 4 bereik je als je een zware inspanning levert. Ademen wordt moeizamer en de training voelt als erg intensief. Vanaf deze hartslagzone ga je ook meer melkzuur produceren en heb je dus kans op verzuurde benen. Ze noemen dit ook wel de ‘anaerobe fase’. Door vaker met deze intensiteit te trainen kun je jouw conditie verbeteren en daarmee ook de drempel tot verzuring vergroten. Een goede hartslagzone als je jouw prestaties wilt verbeteren, maar hou er rekening mee dat je dit tempo niet lang vol kan houden. Zo kun je denken aan een intervaltraining waarbij je bijvoorbeeld afwisselend steeds 2 minuten in deze zone loopt.

    Hartslagzone 5 (Z5) = Maximale inspanning voor ademhaling en spieren (uithouding)
    Intensiteit % van maximale hartslag = 90% – 100%

    Hartslagzone 5 is de zwaarste zone. Je bereikt hierbij je (vrijwel) maximale inspanning voor ademhaling en spieren. Hardlopen met een hartslag tussen de 90% en 100% van HR-max voelt als uitputtend en je zal snel buiten adem raken. Het is niet aan te raden lang in deze zone te trainen. Meestal wordt deze hartslagzone voor ervaren atleten in een training in de laatste fase voor een hardloopwedstrijd verstopt. De atleten trainen dan in deze zone door middel van korte intervallen. Trainen in hartslagzone 5 is bedoeld voor het verbeteren van je uithoudingsvermogen en spierkracht.

    Stel je gaat een uur sporten in Z1. Dan verband je misschien 200 kcal waarvan 100% dan 200 kcal is, dus je verbrand 100% vet. Dat klinkt goed, maar als je een uur gaat sporten in Z3, dan verbrand je misschien wel 800 kcal, waarvan 50% vet. Dat is dan dus al 400 kcal vet. Veel effectiever dus voor je vetverbranding.

    Je kan ook variëren met wat intensievere trainingen. Dat vind je lijf lekker. Train minimaal 50% in Z3 en de overige trainingstijd vul je in met Z2 en Z4, dan val je  makkelijker af en bouw je goed op.

    24.03.2023 – Ademhaling

    Je ademhaling tijdens het hardlopen: voor veel lopers is het een uitdaging. Zeker beginners raken vaak al gauw buiten adem en besluiten dan dat hardlopen niets voor hun is. Hoe haal je goed adem tijdens het hardlopen? Hoe houd je je ademhaling onder controle?

    Bij het inademen vult eerst de buik zich, daarna het onderste deel van je borstkas en ten slotte het bovenste deel. De uitademing legt de omgekeerde weg af. Als je zo ademt, haal je bij elke ademhaling meer lucht naar binnen. Dit is niet alleen efficiënter, het vermindert ook de spanning in je bovenlichaam.

    Een goede ademhaling is rustig en ontspannen en komt vanuit je buik. Daarnaast adem je door je neus als je op de juiste manier ademhaalt. Een gezonde ademhaling ligt onder de tien keer per minuut. Een optimale ademhaling is zelfs 5,5 keer per minuut.

    Wat is de juiste manier van ademhalen?

    Over het algemeen halen we heel slecht adem. We lopen rechtop, houden onze buik in, praten veel en zijn gehaast. Hierdoor ga je hoog adem halen en dat doe je eerder via je mond dan via je neus. Als je via je mond ademhaalt, werk je voortdurend koolstofdioxide naar buiten. Blijft er meer koolstofdioxide in je bloed, dan zal er makkelijker vanuit de rode bloedcellen zuurstof worden afgegeven aan de weefsels die ertoe doen. In het geval van lopers: aan de spieren. Dus ik adviseer om via je neus te ademen.

    Recht naar achteren ademen

    Je hebt het vast gemerkt als je een keer een coronatest hebt ondergaan: je neusholte loopt niet omhoog, maar recht naar achteren ‘je hoofd in’. Probeer daarom recht naar achter te ademen, richting je rug. De zuurstof komt dan beter in het best doorbloede gebied van je longen, aan de onderkant, en daardoor heb je veel meer aan de zuurstof die je binnenkrijgt en kun je deze beter gebruiken. Maak hierbij gebruik van je middenrif. Je wilt dat deze over de hele lengte naar beneden trekt, zodat je longen ook naar beneden worden getrokken. Dan creëer je een vacuüm wat de lucht naar binnen zuigt.

    Hoe krijg je je ademhaling onder controle bij hardlopen?

    Beginners, maar ook ervaren lopers, kunnen snel buiten adem raken. Wat helpt dan? Vaak moet je een stuk langzamer gaan lopen. Ben je gewend om altijd naar zuurstof te happen, dan vergt het training om daar van af te stappen. Wen jezelf aan om minder vaak adem te halen. Soms zit je ego je daarbij in de weg. We willen allemaal mooie tijden op Strava zetten. Houd je je mond dicht en adem je door je neus, dan zit je in Zone 1. Dat is precies de zone waarin je uithoudingsvermogen opbouwt en uiteindelijk zal dat je sneller maken. Je zult merken dat je VO2-max omhoog gaat. In eerste instantie zul je daarvoor waarschijnlijk flink moeten vertragen.

    Hetzelfde geldt voor beginnende hardlopers. Bij hardlopen denk je misschien dat dat zo snel mogelijk lopen betekent. Veel beginners starten meteen met sprintjes trekken. Dan raak je inderdaad buiten adem. Begin liever met heel rustig op je gemakje joggen, zodat je nog rustig kan ademen.

    Ademhaling trainen

    Je kunt je ademhalingsspieren trainen door ze extra weerstand te geven. Daarvoor zijn apparaatjes in de handel, die je een paar minuten gebruikt om in en uit te ademen (één of twee keer per dag). Bijvoorbeeld de AiroFit luchtwegtrainer.

    Door de weerstand in het apparaatje op je eigen, individuele vermogen in te stellen, wordt het lastiger voor je ademhalingspieren in je romp om te ademen. Die weerstand is een ware training voor je ademhalingsspieren en levert verbeteringen op, zodat je later in training en wedstrijd meer aan kan. Onderzoek heeft aangetoond dat het oefenen met je ademhalingsspieren echt werkt.

    In deze houding kom je het snelste weer op adem

    Hoe kom je na een snel tempoloopje zo snel mogelijk weer op adem zodat jij weer aan je volgende set kunt beginnen? Uit studies blijkt dat je het snelst herstelt als je je handen op je knieën laat rusten. Twintig proefpersonen moesten vier keer vier minuten sprinten op een loopband. Tussen deze sessies mochten ze drie minuten rusten: of met hun handen achter het hoofd, of met hun handen op de knieën. Zo ontdekten de onderzoekers dat de proefpersonen in de hand-op-knie-positie veel sneller een lagere hartslag hadden dan de proefpersonen met hun handen achter het hoofd.

    Als je je handen op of achter je hoofd legt, is de achterkant van je lichaam recht, oftewel in extensie. Hierdoor komen je longen in een opgeblazen toestand. Je kunt dit vergelijken met een ballon opblazen waar al genoeg lucht in zit – dit gaat moeilijk. Het gevolg hiervan is dat je ademhaling minder efficiënt is, waardoor je minder snel herstelt.

    Wat gebeurt er als je je handen op je knieën legt?

    Je middenrif kan beter functioneren als je je handen op je knieën legt, omdat je lichaam een betere houding heeft. De spieren rondom je borst zijn in deze houding meer ontspannen, waardoor je makkelijker kunt ademen. Daarnaast is je middenrifspier verbonden met je zenuwstelsel. Als je buiten adem bent, kan je lichaam een vecht- of vluchtreactie aannemen. Als je je handen op je knieën legt, heb je een ontspannen houding. Hierdoor kan je lichaam de vecht- of vluchtreactie loslaten en zal je ademhaling vertragen.

    Buikademhaling kan je aanleren

    Basistechniek

    1. Ga zitten of liggen, en leg één hand op je borst en één op je buik.
    2. Adem in door je neus en laat je buik opbollen.
    3. Adem rustig uit door je mond en voel hoe je buik weer ruimte geeft aan je hand.
    4. Leg eventueel een boek op je navel en probeer die bij het inademen met je buik omhoog te duwen.

    Probeer tijdens het hardlopen te trainen met een constant ademhalingsritme!

    Bij een rustige duurtraining wordt ook de ademhaling getraind. Wanneer de vermoeidheid als eerste in de benen toeslaat dan heb je al enige loopcondities (= voorwaarden om te kunnen hardlopen) verworven. Bij intervaltrainingen blijft het ademhalingsritme ook gelijk. Als het goed is, is het ritme na 5 minuten nog hetzelfde als na 2 minuten. Wanneer je voelt dat er niet genoeg zuurstof binnenkomt en je gaat snakken naar meer lucht, ga je te hard. Dan loop je in de verzuring en boven de anaërobe drempel.

    Tijdens het klim gaat je ademhalingsritme omhoog

    Bij korte klimmetjes,  zoals bij viaducten gaat het ademhalingsritme omhoog. Een klim is dan ook inspannender dan een afdaling. Tijdens de afdaling erna herstel je van het klimmetje. Bij rustige trainingen zoals duurloopjes kun je voor een groot deel via de neus inademen. Wanneer het tempo wordt opgevoerd zoals bij intervaltrainingen moet er ook door de mond worden ingeademd.

    De inademing vindt plaats door je buik naar voor te duwen

    Hierdoor ontstaat er aan de onderkant van de longen meer ruimte. Bij een hoger trainingstempo wordt na het uitzetten van de buik ook de borstkast vergroot. De buikademhaling is de meest ontspannende manier van ademhalen. Het uitzetten van de borstkas kost energie. Tijdens herstel na inspanning ben je dan ook eerder hersteld m.b.v. de buikademhalingstechniek. Probeer in het herstel rustig adem te halen. Maak de ademhaling cyclus volledig af, en zorg er zo voor dat de zuurstof ook daadwerkelijk de longen bereikt.

    Een kleine test: 
    Leg je handen op je buik en probeer je handen weg te duwen. Bij schaatsers kun je de buikademhaling heel duidelijk zien. De buik wordt dan richting ijs  gedrukt.

    Deze techniek is tijdens een duurloop makkelijk aan te leren. Wanneer je tijdens trainingen of wedstrijden voelt dat er ‘gespannenheid’ in je lichaam optreedt, kun je door middel van bewuste buikademhaling de ontspanning weer terug krijgen. Wanneer ik de laatste kilometer van een wedstrijd in ga,  probeer ik net als de tekenfilmheld ‘Roadrunner’ te lopen.  Een volledig ontspannen bovenlijf en glimlach met daaronder hele snelle benen.

    Diep uitademen is belangrijker dan diep inademen

    Het ritme van de ademhaling hangt af van de loopsnelheid. In ieder geval mag het inademen niet langer duren dan het uitademen. Diep uitademen is belangrijker dan diep inademen. Bij een te hoog ademhalingsritme komt de zuurstof niet of nauwelijks aan in de longen. De zuurstof gaat dan heen en weer in de luchtpijp en vertakkingen daarvan maar kan niet bij de longblaasjes komen. De zuurstof en de lucht circuleren dan in de ‘dode ruimte’.

    De ingeademde zuurstof/lucht  wordt gedeeltelijk benut

    In de longen wordt het zuurstof aan hemoglobine gebonden en via rode bloedcellen naar de spieren vervoerd. Na de warming-up stijgt de temperatuur van het bloed, en neemt de zuurgraad van het bloed iets toe. Daardoor wordt de hechtcapaciteit van zuurstof aan hemoglobine vergroot. Wanneer na enige tijd het zuurstofsysteem op gang is gekomen, neemt de zuurgraad weer af. Je komt dan in je ‘tweede adem’ wat wil zeggen dat de warming-up z’n werk heeft gedaan.

    Last van steken in je zij tijdens het hardlopen

    Lopers klagen wel eens over steken in de zij. Het middenrif zou hier de oorzaak van kunnen zijn. Deze ademhalingsspier zou onvoldoende doorbloed kunnen zijn wanneer je vlak na een maaltijd gaat trainen. Ook kan de spier geïrriteerd zijn door een verkeerde beweging of rekoefening of vanwege druk van het middenrif tegen de darmwand. Wanneer je het looptempo (tijdelijk) verlaagt,  zou de pijn kunnen verdwijnen. Maar het meest waarschijnlijk komt de pijn van een te volle maag. De maag trekt dan aan het middenrif dat vermoeidheid en pijn in het middenrif veroorzaakt. Adem dan uit door een klein mondje. Hierdoor spannen de buikspieren zich aan en geeft dat extra ondersteuning. Zo zouden steken in de zij kunnen verdwijnen. Met een volle maag sporten is daarom af te raden. Met een volle energietank sporten is wel verplicht. Een goede planning van eten voor een training/wedstrijd is daarom aan te raden.

    Voordelen op lange termijn

    Lopen terwijl je rustig ademt, is dus de basis van je training. Aan deze snelheid verbrand je meer vetten, ontwikkel je je netwerk van kleine bloedvaatjes en verbeter je de capaciteit van je spieren om de zuurstof uit je bloed op te nemen. Tijdens de intense momenten waarbij je sneller ademt, ontwikkel je de capaciteiten van je hart en longen, zodat ze tijdens de activiteit meer zuurstof in je bloed en dus naar je spieren brengen. Dankzij deze aanpassingen zal je je loopsnelheid langzaam maar zeker kunnen opvoeren terwijl je in de babbelzone blijft.

    03.03.2023 – Heupbuigers

    Pijn in je voet? Een kraakje in je knie? Stijve hamstrings? Misschien komen de klachten voort uit je heupen. Versterk de juiste spieren en loop vrolijk en gezond door.

    Worden blessures veroorzaakt door verkeerde schoenen? In een onlangs gehouden onderzoek zeiden veel lopers daarvan overtuigd te zijn. Je zult zeker niet de eerste zijn die met een hele verzameling schoeisel en inlegzolen de wachtkamer van de fysiotherapeut betreedt om van die ene hardnekkige blessure af te komen. De blessure wordt echter meestal niet veroorzaakt door verkeerde of versleten schoenen en ook niet door de manier waarop je op je voeten landt. De oorzaak die gemakkelijk over het hoofd wordt gezien, is in veel gevallen te vinden bij je heupen.

    Deskundigen denken dat het opsporen en corrigeren van een disbalans van je heupen niet alleen de remedie is om te herstellen van blessures, maar ook om ze te voorkomen.

    Doe de onderstaande oefeningen om je heupen en de spieren er omheen te versterken. Voor het beste resultaat kun je de oefeningen het beste elke dag doen. Doe van elke fase één setje oefeningen (van meestal tien herhalingen).

    Voordelen van deze oefeningen!

    * Spiergroei
    * Strakke benen en billen
    * Versterken benen en billen
    * Evenwicht en coördinatie

    * Oefeningen kunnen overal uitgevoerd worden

    A. Hip bridge

    1. Leg een matje neer en ga op je rug liggen.
    2. Pin je schouderbladen vast in de mat en breng je heup omhoog.
    3. Span je buik- en bilspieren aan en adem in.
    4. Breng je heup omhoog en span je bilspieren zo goed mogelijk aan.
    5. Adem uit en kom terug in de uitgangspositie en herhaal.

    B. Step up

    1. Ga tegenover een verhoging staan.
    2. Plaats je linkervoet op de verhoging stap vervolgens omhoog zodat je op de desbetreffende verhoging komt te staan.
    3. Breng nu je rechter voet omhoog naast de knie van je linker been.
    4. Stap met je rechtervoet weer naar beneden, gevolgd door je linker.
    5. Start opnieuw maar deze keer met je rechtervoet.

    C. Lateral leg raises

    1. Ga op je zij liggen, op de grond of een matje.
    2. Steun met je hoofd op je linkerhand of leg je onderarm op de grond.
    3. Breng je rechterbeen gestrekt opzij en zo hoog mogelijk vanuit je bil- en heupspieren.
    4. Houd die positie één seconde vast terwijl je de bilspier zo strak mogelijk aanspant.
    5. Laat het been rustig terugzakken. Zorg ervoor dat de benen elkaar net niet raken;
    6. Ben je klaar met het ene been? Ga dan meteen door met de andere kant.

    D. Single leg deadlift

    1. Ga staan met de voeten op schouderbreedte.
    2. Buig een beetje door de knieën, en verplaats je gewicht naar je rechterbeen.
    3. Je scharniert in de heupen als je linkerbeen gestrekt naar achter zwaait en de romp voorover kantelt tot je lichaam geheel horizontaal is.
    4. Houd deze positie enkele tellen vast en keer terug naar de beginstand. Doe met elk been 3 series van 12 herhalingen.

    Om de moeilijkheidsgraad van deze beweging te vergroten, houd je een handhalter of kettlebell in de hand aan de kant van je vrije been.

    E. Single leg squat

    1. Ga voor een 30 tot 40 cm hoge bank, kist of stoel staan, de voeten op schouderbreedte.
    2. Verleg je gewicht naar je rechterbeen en beweeg je gestrekte linkerbeen naar voren zodat je linkervoet een paar centimeter boven de grond komt.
    3. Ga langzaam zitten tot je billen de kist raken en kom terug omhoog tot de staande positie. Je houdt daarbij constant spanning op je rechter bovenbeen.
    4. Doe met elk been 3 series van 12 herhalingen.

    Dit is een pittige oefening: hoe lager de stoel of kist, hoe moeilijker het is. Begin dus met een hogere bank. Naarmate je sterker wordt en deze beweging gemakkelijker gaat, kun je een lagere bank kiezen om de oefening uitdagend te houden.

    F. Leg swings

    Forwards-backwards

    Sideways

    Stretchoefeningen voor de heupbuigers

    1. Pigeon on back

    Rechtervoet rust op je linker bovenbeen
    – Linker been naar je toetrekken tot je rek voelt

    2. Camel

    3. Lage lunge

    Houding gedurende 20sec vasthouden

    4. Child pose

    Op de hielen gaan zitten en zo ver mogelijk naar voor reiken met de handen

    5. Quadriceps

    of

    6. Kuiten

    23.02.2023 – Slaapkwaliteit

    Als loper heb je er alle baat bij om voldoende te slapen. Een goede slaapkwaliteit zorgt dat je beter kan lopen en makkelijker herstelt na een loopsessie.

    Misschien doe jij je training altijd pas laat op de avond, omdat het je ervoor niet lukt (je bent pas laat terug van je werk, je moet je kinderen eerst in bed leggen, …) of misschien loop je gewoon liever als het donker is, wanneer het volledig stil is op straat. Maar heeft die avondtraining een (negatieve) impact op je slaap?

    Een recente studie, gepubliceerd in The Journal of Sports Medicine, stelt van niet. Althans: als je je training minstens een uur voor je gaat slapen afrondt. Wetenschappers analyseerden 23 eerdere studies die de overgang van waak- naar slaapmodus onderzochten. Ze stelden vast dat het slaappatroon bij volwassen die ’s avonds gingen lopen gelijkaardig was aan dat van volwassen die niet liepen. Lopen bleek zelfs de slaap te bevorderen, doordat de lopers langer en dieper sliepen. Maar er is wel een kanttekening: zij die naar bed gingen nadat ze nog geen uur gestopt waren met lopen, hadden wél meer tijd nodig om in slaap te vallen en sliepen ook minder goed.

    Focus ook niet te hard op de regel van minimaal 8 uur slaap, maar weet dat een extra uurtje in bed heus geen kwaad kan in de aanloop naar een belangrijke training of wedstrijd. Het is niet voor niets dat ’s werelds beste marathonloper, Eliud Kipchoge, 10 uur per dag slaapt, of althans 8 uur ’s nachts en nog eens 2 uurtjes overdag.

    Waarom slapen voor de loper zo belangrijk is!

    1. Herstel van het lichaam

    Wanneer je gaat slapen, doorloop je meerdere fasen van slaap. De meest bekende fase is de REM-slaap fase. Toch is voor hardlopers een fase daarvoor minstens zo belangrijk. De pre REM-slaap is namelijk de fase waarin spieropbouw en herstel aan de orde is. Door middel van eiwitsynthese worden beschadigde spieren hersteld. De pre REM-slaap begint 20 tot 40 minuten nadat je in slaap valt en duurt ook circa 20 tot 40 minuten. Je lichaamstemperatuur en je hartslag daalt en er wordt tijdens deze fase het meeste groeihormoon en testosteron geproduceerd. Daarom is deze fase ook zo belangrijk voor het herstel van het lichaam.

    2. Betere regulatie van het hongergevoel

    Indien je te weinig slaapt, wordt de spijsvertering ontregeld. Vanwege de aanmaak van cortisol heeft men de neiging om meer te gaan eten. Uit onderzoek blijkt dan ook dat mensen die te weinig slapen vaker aankomen in lichaamsgewicht. Het blijkt moeilijker te zijn om eetimpulsen onder controle te houden. Dit zal geen positief effect hebben op je hardloopprestaties.

    3. Weerbaarder

    Door voldoende te slapen, voel je je meer weerbaar. Hierdoor heb je niet alleen fysiek, maar ook mentaal het gevoel dat jij jouw looptrainingen beter aankunt. Dit helpt in de trainingen, maar ook bij een wedstrijd. Marathon? Gaan we doen.

    4. Betere concentratie

    Ook jouw concentratievermogen is beter wanneer je een nacht voldoende hebt geslapen. Dit is niet alleen prettig in je dagelijks leven, maar zeker ook binnen de sport. Met een betere concentratie kun je meer uit je training halen en dus uiteindelijk betere prestaties neerzetten.

    5. Minder kans op blessures

    Voldoende slaap zorgt ervoor dat je minder kans hebt op blessures. Het lichaam is weerbaar en kan meer trainingsintensiteit aan. Daarnaast zal voldoende slaap ook van toegevoegde waarde zijn voor je weerstand. Je zult minder snel ziek worden.

    6. Verbetering van de prestaties

    Tot slot zorgt een goede nachtrust voor betere prestaties. Uit onderzoek blijkt dat mensen die acht uur (of meer) per nacht slapen een verbetering lijken te hebben in kracht en uithoudingsvermogen. Uiteindelijk zou dit dus ook kunnen leiden tot betere hardloopprestaties.

    Genoeg redenen dus om naast je trainingen ook voldoende nachtrust te pakken.

    Interne klok

    Lopen op eender welk tijdstip van de dag kan bijdragen aan een goede slaaphygiëne, maar je vermijdt dus best intensieve loopsessies laat op de avond (dichtbij bedtijd). Lopen verhoogt namelijk je lichaamstemperatuur en beïnvloedt je interne klok. Deze klok is zo ingesteld dat je lichaamstemperatuur normaal daalt voordat je in slaap valt. Bovendien maakt je lichaam met sporten adrenaline aan, wat je alertheid verhoogt en waardoor je ook dus moeilijker de slaap kan vatten.

    Als je écht niet anders kan dan voor bedtijd te gaan lopen, is het belangrijk om je hart en ademhaling geleidelijk aan weer tot een rusttoestand te brengen. Een warme douche na het lopen kan helpen om je lichaamstemperatuur opnieuw te reguleren en tot rust te komen. Ook ademhalings- of ontspanningsoefeningen doen voor je naar bed gaan kunnen helpen om je hartslag en stressniveaus weer te doen dalen.

    Enkele tips voor een goeie nachtrust

    1. Alcohol zorgt ervoor dat je slecht slaapt. Ga er dus verstandig mee om.
    2. Beperk het aantal kopjes koffie dat je drinkt op een dag. Drink best geen koffie meer vanaf de late namiddag.
    3. Zorg dat je je laatste (hoofd)maaltijd eet ten minste drie uur voordat je naar bed gaat. Zware maaltijden belasten je spijsvertering, waardoor je slechter slaapt.
    4. Beperk het gebruik van je smartphone op het einde van de dag. Dit geldt ook voor tablets of andere beeldschermen. Gun je ogen en je hoofd wat rust voor je gaat slapen, bijvoorbeeld door een boek te lezen (misschien over lopen?).
    5. Maak je niet te veel zorgen en probeer niet te piekeren. Stress is nefast voor je slaapkwaliteit. Don’t worry, be happy!
    6. Zorg voor een goede slaapomgeving: slaap enkel in je slaapkamer in een degelijk bed met een dito matras en hoofdkussen en niet in de zetel tijdens het TV-kijken.

    Probeer deze 3 ontspanningsoefeningen voor het slapen

    1. Ademhalingsoefening
    Met deze oefening komen je lichaam en je geest tot rust.

    * Sluit je ogen en leg je handen op je buik. Voel je buikademhaling op en neer gaan.
    * Adem 4 tellen langzaam in door je neus. Hou je adem 1 seconde vast en blaas in 4 tellen opnieuw uit via je mond.
    * Pauzeer 1 seconde en herhaal de oefening een paar keer.

    2. De 5-4-3-2-1 oefening
    Deze oefening werkt nog steeds op je ademhaling maar vergt iets meer concentratie en zal je vanzelf moe worden.

    * Richt je aandacht op 5 dingen die ziet, dan op 5 dingen die je hoort en dan op 5 dingen die je zintuiglijk voelt.
    * Richt vervolgens je aandacht op 4 dingen die je ziet, hoort en voelt. Dan op 3 dingen enzovoort. Ga verder tot je aan slechts 1 ding komt.

    3. Spierontspanningsoefening
    Bij deze oefening gaat het om je spieren in plaats van je ademhaling. Je spant telkens 1 spiergroep langzaam op om hem daarna weer te ontspannen. Het is de bedoeling dat je dit langzaam doet en focust op het gevoel van ontspanning dat in de spiergroep ontstaat.

    * Begin met je linkerbeen. Strek dit naar voren en span de spieren goed aan. Hou 5 seconden vast, laat los en let op het verschil tussen spanning en ontspanning. Herhaal dit 2 keer. Doe daarna hetzelfde met je rechterbeen. Het is mogelijk dat je verschillen merkt tussen de spieren van je linker- en rechterbeen.
    * Focus op je linkerarm. Maak een vuist en strek je arm rustig naast je uit. Span je spieren aan, hou 5 seconden vast en laat los. Herhaal dit 2 keer en doe dan hetzelfde met je rechterarm. Ook hier kan je verschillen voelen tussen je 2 armen.

    16.02.2023 – Lage rugpijn

    Wat is lage rugpijn?

    Lage rugpijn wordt ook wel spit of lumbago genoemd. Het is een veel voorkomende klacht. Als je het eenmaal hebt gehad, keert het vaak terug. Na drie maanden is ongeveer de helft van de mensen volledig hersteld, maar sommige mensen blijven langer last houden van lage rugpijn.

    Het is meestal niet duidelijk hoe lage rugpijn precies ontstaat. Vaak lijkt het te maken te hebben met fysieke en mentale gesteldheid, leefstijl en werk. Bij minder dan 1% van de mensen met lage rugpijn wordt een zeldzame oorzaak (een afwijking van de wervelkolom, botbreuk, infectie, ontsteking of tumor) voor de klachten gevonden.

    De klachten van lage rugpijn

    – Lage rugklachten kunnen plotseling of langzaamaan ontstaan.
    – De pijn zit tussen de onderste ribben en bilplooien en kan uitstralen naar billen en/of benen.
    – Pijn kan ervoor zorgen dat je minder (goed) beweegt.

    Oorzaken van lage rugpijn door ‘overbelasting

    – Langdurig in dezelfde houding staan, zitten of werken
    – Geregeld tegelijk tillen en draaien
    – Plotseling verkeerd bewegen
    – Veelvuldig blootgesteld zijn aan trillingen
    – Overgwicht
    – Stress
    – Verschil in beenlengte
    – Bekkeninstabiliteit

    Eenzijdige statische belasting, waarbij druk op de rug wordt uitgeoefend door het langdurig aannemen van een ongunstige houding. Dat is onder meer het geval bij het werken aan een te laag aanrecht of een te lage strijkplank.

    Oorzaken van lage rugpijn door ‘onderbelasting

    Door onze toegenomen zittende levensstijl verzwakken de core spieren. Hierdoor daalt de belastbaarheid van de rug en kunnen dagelijkse activiteiten rugpijn veroorzaken.

    – Voortdurend zitten
    – Niet sporten
    – Te weinig bewegen


    De behandeling van lage rugpijn

    Soms herstel je mits de juiste oefeningen zelf binnen drie maanden van lage rugklachten – lees meer hierover hieronder bij ‘Tips’ en ‘Wat kun je zelf doen’.

    Wanneer je niet zelf herstelt of begeleiding nodig hebt bij het bewegen kan je terecht bij de huisarts of direct bij de fysiotherapeut. Lees onder ‘Wat kan de fysiotherapeut doen’ hoe je je hierop voor kunt bereiden zodat je van je lage rugklachten afkomt.

    Tips om rugpijn te voorkomen of verzachten

    1. In conditie blijven
    Zorg dat je in conditie blijft. Actief blijven en bedrust beperken, helpen bij je herstel. Blijf je dagelijkse activiteiten uitvoeren. En beweeg; bijvoorbeeld wandelen, zwemmen en fietsen.

    2. Specifieke oefeningen
    Als je lage rugpijn voelt opkomen, doe dan oefeningen voor je rug. Dit kan verlichting geven.  

    3. Ontspannen
    Stress, depressieve gevoelens en angst om te bewegen zorgen ervoor dat de rugpijn minder snel over gaat. Blijf werken aan ontspanning.

    4. Gezond leven
    Overgewicht en roken zijn risicofactoren voor rugpijn. Blijf gezond leven.

    Wat kun je zelf doen?

    Actief blijven, beperkte bedrust en een gezonde leefstijl helpen bij het herstel van lage rugklachten. Stress, angst om te bewegen en depressieve gevoelens belemmeren het herstel van lage rugpijn. Probeer door te gaan met je dagelijkse activiteiten en werkzaamheden.

    Doe, wanneer mogelijk, specifieke oefeningen voor je rug. Lukt het je niet om te blijven bewegen? Neem dan contact op met een fysiotherapeut.

    Hierbij enkele oefeningen om je core te verstevigen die je thuis zelf kan doen. Probeer deze oefeningen zeker 2x per week uit te voeren.

    1. Kattenrug op handen en knieën

    – Maak vanuit handen- en knieënstand het onderste gedeelte van je rug   afwisselend hol en bol. Je bekken kantelt hierbij
    – Bij bol kin tegen borstbeen, bij hol naar voor kijken
    – Voer de oefeningen traag uit
    – Houd deze positie vijf tellen aan

    2. Superman

    – strek vanuit handen- en knieënstand één been horizontaal
    – strek nu ook je tegenovergestelde arm
    – breng je hand en knie naar elkaar en strek terug uit
    – Span je diepe buikspieren, diepe rugspieren en bekkenbodemspieren aan

    3. Dead bug

    – Zelfde beweging als bij de superman maar dan op de rug
    – Alternerend been en gekruiste arm laten zakken
    – De rug goed in je matje duwen

    4. Hip bridge

    – Hef vanuit ruglig, met benen geplooid, je zitvlak omhoog
    – Enkele seconden aanhouden
    – Bekken laten zakken en opnieuw omhoog brengen

    5. Single leg hip bridge (moeilijkere variant van de ‘hip bridge’)

    – Strek 1 been uit, even aanhouden
    – Voet terug bijzetten
    – Andere been uitstrekken
    – Bekken blijft de hele tijd omhoog

    6. Child pose 

    – Ga op je hielen zitten met je poep
    – Strek je armen languit voor je uit op de mat
    – Hou 10 seconden deze houding aan

    7. Mobilisatie rugspieren

    – Op je rug gaan liggen
    – Lig met beide benen gebogen
    – Schouders blijven op het matje
    – Duw de beide knieën naar rechts daarna naar links

    8. Zijwaartse plank

    – Op je zijkant op je matje gaan liggen
    – Elleboog steun, elleboog zit loodrecht onder de schouder
    – Bekken omhoog brengen
    – 40 seconden deze houding aanhouden

    Ik geef de verschillende varianten hier mee in volgorde van moeilijkheid, start met de eerste (A) en als je deze als te licht ervaart kan je naar de zwaardere zijwaartse planken overschakelen.

    A. Op 2 knieën

    C. Op de beide voeten

    B. Op 1 knie

    09.02.2023 – Voeding : wat eten voor het lopen?

    What to eat, what to eat…

    Veel lopers vragen zich steeds weer af wat ze nu het beste kunnen eten voordat ze gaan hardlopen. En omdat iedere maag en ieder lichaam weer anders reageert op voeding, is er helaas ‘geen one-size-fits-all’ antwoord op dit vraagstuk. Sommige hardlopers zweren bij een rondje bos op de nuchtere maag en anderen moeten toch minstens een boterham met confituur en banaan eten om vooruit te komen.

    Maar we hebben goed nieuws, want er valt gelukkig wel iets te zeggen over welke voeding je kunt uitproberen en wat je beter kunt laten staan voordat je jouw hardloopschoenen aantrekt.

    1. WANNEER EN WAT TE ETEN VOOR HET LOPEN/TRAINING?

    Vlak voor je training een grote maaltijd nuttigen is een slecht plan. Om je eten te verteren heeft je lijf namelijk een constante bloedtoevoer nodig. Wanneer je gaat sporten vragen je spieren juist om zuurstofrijk bloed. Je spieren zullen altijd voorrang krijgen, waardoor je eten langzamer verteert zal worden – met als resultaat een volle buik tijdens het sporten.

    Om dit soort praktijken te voorkomen kun je het beste de volgende termijnen aanhouden tussen het eten en het sporten: 

    2-3 UUR VOOR HET LOPEN

    Wanneer je een intensieve training op de planning hebt staan is het altijd belangrijk om een ruime tijd voor het lopen voldoende eten binnen te krijgen. Eet ongeveer 2 tot 3 uur voor je gaat sporten een goede maaltijd en drink daarnaast een halve liter water (500 ml). Je lichaam heeft dan ruim de tijd om deze maaltijd te verwerken, wat resulteert in voldoende energie en vocht tijdens de inspanning. 

    Het is vooral voor duursporters (sporters die langer trainen dan 1,5 uur) belangrijk om genoeg koolhydraten binnen te krijgen 2 á 3 uur voordat zij gaan sporten. We raden duursporters aan om minimaal 70 gram koolhydraten in je eten te verwerken, zodat je voldoende energie hebt tijdens je inspanningen.

    Leg 2-3 uur voor je training vooral de focus op langzame koolhydraten (voedingsmiddelen waarbij je lichaam meer tijd nodig heeft om er energie uit te halen). Een aantal voorbeelden van langzame koolhydraten: 

    – Zilvervliesrijst
    – Vezels
    – Havermoutpap
    – Volkorenbrood
    – Volkorenpasta
    – Groenten
    – Fruit
    – Yoghurt

    30-60 MINUTEN VOOR HET LOPEN

    Hoe strak je planning ook is; soms wordt je vlak voor je training toch ineens overvallen door een hongergevoel waarbij het lijkt alsof je al dagen niets meer hebt gegeten. Met een knorrende maag je loop starten is een slecht plan, maar gelukkig is dit gemakkelijk op te lossen met snelle koolhydraten (koolhydraten die snel worden opgenomen in je bloed, waardoor je hoge pieken in je bloedsuiker krijgt). Deze producten kun je het beste eten vlak voor je sportsessie:

    – Banaan
    – Proteïnereep
    – Ontbijtkoek
    – Witte boterham met zoet beleg (stroop, honing of hagelslag)
    – Croissant
    – Yoghurtdrank
    – Vruchtensap

    2. ETEN VOOR EEN WEDSTRIJD – Korte afstand

    Op de kortere afstanden, zoals bij een 5 kilometer of 10 kilometer wedstrijd kun je hetzelfde eten als wat je zou eten voordat je een interval of tempotraining zou gaan doen. De intensiteit is namelijk hoog, maar de afstand niet al te lang om meer te hoeven eten.

    Je spieren hebben vaak van zichzelf al voldoende reserves, zodat je genoeg energie hebt voor een run van 5 kilometer.

    Om honger tegen te gaan en wat extra energie te krijgen kun je een kleine snack nemen zo’n 30 á 90 minuten voordat je aan je run begint.

    Wat (gedroogd) fruit geeft je bijvoorbeeld net dat beetje extra energie om sneller te kunnen lopen.

    3. ETEN VOOR EEN WEDSTRIJD – Lange afstand

    Voor wedstrijd met langere afstanden zoals een halve of hele marathon kan je het beste eten zoals je dat ook zou doen voor een lange duurloop. Ook hier geldt: geef je lichaam de tijd om de maaltijd goed te verwerken voordat je aan de start staat. Heb je echt nog wel even de tijd tussen je maaltijd en de wedstrijd zelf en ben je bang dat je weer trek krijgt? Neem dan gewoon nog een extra snack mee.

    Een halve marathon lopen vraagt natuurlijk wel een stuk meer van je lichaam dan een run van 5 kilometer. Bij een run van langer dan ongeveer 90 minuten zal je lichaam daarom dan ook wat meer energie nodig hebben.

    Een kleine maaltijd of een wat grotere snack ongeveer 30 minuten á 2 uur van te voren nemen is dan prima.

    Je kunt hierbij denken aan een schaaltje yoghurt met fruit en wat muesli of bijvoorbeeld een volkoren broodje met pindakaas en confituur.

    Je kunt er ook voor kiezen om je energielevel op peil te houden door van te voren een sportreep te nemen.

    Voor een marathon is het goed om een maaltijd ongeveer 3 á 4 uur voordat je moet beginnen met hardlopen te nemen, hierbij denken we bijvoorbeeld in de ochtend aan wit brood met honing of siroop. Zeker geen yoghurt en vezelrijke voeding om te vermijden onderweg naar het toilet te moeten spurten.

    Voor een marathon kun je het best de dagen ervoor al beginnen met wat meer koolhydraten te eten.

    Je kunt bijvoorbeeld 7 dagen van te voren het beste niet meer al te hard trainen en tijdens de laatste 3 dagen een flink stuk meer koolhydraten te nemen dan normaal.

    Dit wordt ook wel de “Tapering-methode” genoemd. Hierdoor worden je reserves aan glycogeen groter dan normaal. Aangezien je tijdens het lopen van een grote afstand een hele hoop vocht verliest is het belangrijk dat je voor, tijdens en na de marathon voldoende drinkt.

    Tijdens de marathon is het goed om te blijven drinken en om je glycogeen reserves aan te blijven vullen.

    Je kunt bijvoorbeeld geleidelijk een sportreep of isotonische drank nemen.

    Vaak wordt ook gebruik gemaakt van “gellekes”, die snelle suikers worden snel in de bloedbaan opgenomen, 1 gelletje per 30 min lopen is een beetje de richtlijn hier. Zo blijft je energielevel op peil en kun je het beter volhouden.

    Erg belangrijk is het om tijdens een marathon niet ineens andere voedingsmiddelen uit te proberen. Probeer tijdens trainingen uit wat voor jou goed werkt, zodat je dit in de praktijk kunt brengen voordat je aan een marathon begint.

    02.02.2023 – Lunges

    Nee, vandaag hebben we het niet over een gezellige middagmaaltijd met lekkers dat in je mond verdwijnt, maar een oefening om bijna alle spieren van je onderlichaam mee te trainen.

    WAT?

    Lunges of de lunge betekent letterlijk ‘uitvallen’. Daarmee doelt het woord op de positie van het lichaam waarbij één been naar voren is geplaatst met de knie gebogen en de voet plat op de grond, terwijl het andere been erachter wordt geplaatst.

    Als je echt serieus wilt zijn om aantrekkelijke heupen en billen te creëren en vet te verbranden, dan zou je zeker moeten overwegen om lunges aan je trainingsroutine toe te voegen, aangezien het een uitstekende oefening is waarbij meerdere spiergroepen tegelijk worden gebruikt.

    De Voornaamste spieren die getraind worden zijn de bilspieren in je heupen en billen, samen met de hamstrings en quadriceps in je dijen. Ook de kuitspieren in je onderbeen, de buikspieren en rugspieren werken als stabilisatoren tijdens deze oefening.

    VOORDEEL?

    1. Spiergroei

    2. Strakke benen en billen

    3. Veelzijdige fitnessoefening

    4. Coördinatie en evenwicht

    UITVOERING?

    Tip voor beginners: loop niet te hard van stapel. De lat meteen te hoog leggen is niet goed. Begin allereerst met de standaard lunge. Heb je deze oefening goed onder de knie? Dan kun je de variaties proberen.

    De basis voor de oefening is een rechtopstaande positie met de voeten vlak bij elkaar. Het ene been wordt naar voren geplaatst zodanig dat het onderbeen een hoek van 90 graden met de grond maakt.

    1. Forward lunges

    • Sta rechtop met de voeten tegen elkaar.
    • Stap met de rechtervoet naar voren terwijl je de linkervoet op zijn plaats houdt.
    • Maak een knielende beweging en laat de linkerknie richting de grond zakken. Hierdoor ontstaat een hoek van 90 graden met zowel de linker als de rechterknie.
    • Zorg ervoor dat je rechterknie niet over je tenen komt tijdens het buigen
    • Duw je rechtervoet af en ga weer staan. Herhaal de oefening met het linkerbeen.
    • Houd gedurende de oefening je rug recht om blessures te voorkomen.

    2. Reverse lunges

    • Ga rechtop staan met je handen op je heupen.
    • Maak een grote stap naar achteren met je linkervoet.
    • Laat je heupen zakken zodat je rechterdij evenwijdig aan de grond komt met je rechterknie boven je enkel.
    • Je linkerknie moet in een hoek van 90 graden gebogen zijn en naar de grond wijzen.
    • Duw jezelf omhoog door het voorste been van de grond te duwen en keer terug naar de startpositie.
    • Je blijft dus op je plek staan in plaats van dat jij je verplaatst, maar je maakt er wel een dynamische beweging van.

    3. Side lunges

    • Ga rechtop staan met de voeten bij elkaar en de tenen rechter naar voren gericht.
    • Stap zo wijd mogelijk uit met je rechtervoet en laat de heupen naar achteren zakken terwijl je het linkerbeen recht houdt.
    • Keer terug naar het midden en wissel van been.
    • Het is belangrijk dat de knie die je niet buigt ook helemaal gestrekt blijft.

    4. Jumping lunges

    • Ga rechtop staan met de voeten op schouderbreedte uit elkaar. Spring met je linkerbeen naar voren en je rechterbeen terug in een uitval. Beide knieën moeten in een hoek van 90 graden komen.
    • Spring omhoog en wissel je benen in de lucht zodat je landt met je rechterbeen naar voren.
    • Blijf heen en weer springen en neem zo min mogelijk pauze.
    • Zorg ervoor dat je je borst omhooghoudt en met je hele voorste voet op de grond belandt.

    5. Walking lunges

    De uitvoering is dezelfde als de forward lunge maar ipv je been bij te zetten bij het rechtkomen doe je onmiddellijk een uitval pas met je andere been.

    • Ga rechtop staan met je voeten op schouderbreedte uit elkaar. Laat je armen hangen langs je lichaam of houd je heupen vast.
    • Stap naar voren met je rechterbeen en stap met je linkerbeen naar achteren.
    • Buig je rechterknie en laat deze zakken zodat je knie parallel aan de grond is.
    • Beweeg (zonder je rechterbeen te bewegen) je linkerbeen naar voren en herhaal dezelfde beweging op het linkerbeen.
    • Herhaal deze beweging en loop naar voren terwijl je afwisselt van been.

    STRETCHING

    Minimum 5 minuten !

    1. Quadriceps

    – 1 been geplooid naast standbeen.

    – Wisselen van been, 2 keer per been.

    2. Kuiten

    – 1 been gestrekt achteruit, hiel op de grond, tippen naar voor gericht.

    – Wisselen van been, 2 keer per been.

    3. Hamstrings

    – 1 been op de omheining

    – knie naar beneden duwen en romp naar het been brengen

    – Wisselen van been, 2 keer per been.

    4. Hamstrings – Pigeon on back

    Rechtervoet rust op je linker bovenbeen

    – Linker been naar je toetrekken tot je rek voelt

    19.01.2023 – Squats

    De squat is een oefening die voornamelijk de hamstrings, heupen, quadriceps en bilspieren versterkt. Dat zijn grote spieren die belangrijke zijn voor lopers. Wanneer deze spieren sterk en functioneel zijn, loop je minder kans geblesseerd te raken. Want sterke benen zijn gezonde, snelle benen.

    Uitgangspositie
    Neem een trotse, actieve houding aan en zet je voeten op schouderbreedte. Je tenen zijn daarbij iets naar buiten gedraaid. Houd je handen gestrekt voor je op schouderhoogte.

    Uitvoering
    Buig door je knieën en breng in deze beweging je heupen naar achteren. Verdeel de druk gelijk over beide voeten en duw jezelf daarna terug naar de beginsituatie.

    Aandachtspunten
    Squat zo diep als je kunt, zonder dat het ten koste gaat van de juiste houding. Houd je knieën in één lijn met je voeten en zorg ervoor dat de hakken tijdens de hele oefening op de grond blijven.

    Air Squat

    Er zijn ook varianten mogelijk van de air squat :

    Squat sprongen

    Net zoals bij de gewone squat oefening ga je met je voeten op schouderbreedte steen. Wanneer je na het zakken je benen terug strekt doe je dit echter veel sneller en eindig je met een sprong. Let op een correctie uitvoering. Houd je rug licht voorover gebogen en gestrekt, buig langzaam door de benen tot een hoek van 90°, en land na het springen terug in een correcte starthouding.

    Gevorderden kunnen springen naar een verhoogd voorwerp zoals een step. Bij iedere landing buig je opnieuw door je knieën.

    Pistol squats

    Ga op één been staan met licht gebogen knie,spreidt je armen om je evenwicht te bewaren. Je andere been houd je zo gestrekt mogelijk vóór jou. Zak langzaam door je knie, houd even aan, en duw je lichaam weer omhoog.

    Zittende squats oefening

    Bij de zittende squats kan je leunen tegen de muur, of tegen een fitnessbal die tussen je rug en de muur klemt. Plaats je voeten op schouderbreedte en buig vervolgens door de knieën tot deze een hoek van 90° vormen. Terwijl je met een rechte rug tegen de muur of bal leunt houdt je deze pose even aan.

    Hoelang je deze pose best aanhoudt hangt af van je training. Ofwel houd je deze pose zo’n 3 seconden aan en herhaal je dit zo’n 12 keer. Ofwel houd je deze pose zo’n 30 tot 60 seconden aan en herhaal je zo’n 3 keer.

    De 2 belangrijkste spiergroepen die bij de squats gebruikt worden kan je na het uitvoeren van de oefeningen gaan stretchen, hierbij enkele rekoefeningen – elke stretchoefening min 10seconden aanhouden :

    1. Stretching quadriceps of 4-hoofdige dijbeenspier

    – Op de hielen gaan zitten en achterover leunen

    – 1 been plooien en de voet tegen je poep brengen

    – Knieën bij elkaar houden

    2. Stretching achterdijbeenspier (hamstrings)

    – Rechtervoet rust op je linker bovenbeen

    – Linker been naar je toetrekken tot je rek voelt

    – 2 benen gestrekt

    – 1 been omhoog brengen en naar je toe trekken